Nieuw multimediaal Platform voor Noord Nederland!
Status: Multimediaal Platform (stichting i.o., ontwikkelfase)
Werktitel: ‘Kunst en Landschap’
Ondertitel: ‘De transities in beeld!‘
Slogan: ‘Verlangen naar verandering, zin in de toekomst!‘
Doel: Oprichting expertise-, organisatie-, productie- en journalistiek platform voor VERBEELDING van (en reflectie op) VERANDERING
Doelgebied: Noord Nederland (Groningen, Friesland, Drenthe)
Start: 2023
‘Grondhongerig Nederland strijdt om de schaarse ruimte’
Of het nu gaat om de bouw van distributiecentra, de plaatsing van windmolens, de uitbreiding van stallen of de aanleg van woonwijken: op veel meer plekken in het land ruziën burgers, ondernemers, boeren en overheden met elkaar over de inrichting van Nederland. Conflicten die symbool staan voor de strijd om de schaarse ruimte die er in Nederland woedt en die steeds intenser wordt. Dat concludeert Bas Knoop in Het Financieele Dagblad (FD) op 6 december 2021.
Een gevecht met claims op de ruimte die in omvang de komende jaren alleen maar gaan groeien, vervolgt Knoop. Ga maar na: een nieuw kabinet wil zo’n miljoen huizen bouwen, de landbouw moet verduurzamen, Nederland moet zich aanpassen aan klimaatverandering, en om de klimaatdoelen te halen, is een grootschalige uitrol van wind- en zonneparken voorzien. Grote maatschappelijke vraagstukken die zonder voldoende ruimte niet opgelost kunnen worden. En dan is het ruimtebeslag van het snel stijgende aantal distributiecentra en datacenters in ons land, die onze online honger moeten stillen, nog niet eens meegerekend.
Een nieuw kabinet – er zijn in de afgelopen jaren nogal wat adviesrapporten verschenen; je komt ze hieronder allemaal tegen – moet zich daarom weer actiever gaan bemoeien met ruimtelijke ordening, waaruit het zich in de afgelopen twee decennia voor een belangrijk deel heeft teruggetrokken. Politiek Den Haag moet weer een visie durven neerleggen over de inrichting van het land. Daarvoor is het onvermijdelijk dat de nieuwe minister voor ‘Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening’, Hugo de Jonge, Nederland opnieuw op de tekentafel legt.

Dit fraaie overzichtsartikel van Bas Knoop is afkomstig uit ‘De wereld in 2022‘, een serie artikelen, waarin de FD-redactie vooruitblikt op het komende jaar, 2022.
Grondhongerig Nederland strijdt om de schaarse ruimte
Bas Knoop, Het Financieele Dagblad, 6 december 2021
Kunst en Landschap brengt Noord Nederlandse transities in beeld
Kunst en Landschap blikt ook vooruit. Het nieuwe platform brengt, als alles een beetje meezit – het Covid-19-virus waart nog rond – vanaf 2023 de Noord Nederlandse transities op geheel eigen wijze in beeld. Met een multimediale aanpak richt het (ook fysieke) platform zich op de nabije en verre toekomst.
‘Verlangen naar verandering. Zin de toekomst!‘
Een (groene) toekomst waarin we dingen anders gaan aanpakken, een toekomst waar we naar gaan verlangen, waar we zin in krijgen. Een toekomst waar ook onze (klein)kinderen blij van worden. Kunst, wetenschap, cultuur en landschap spelen daarbij een voorname rol. Op naar ‘Het Nieuwe Noorden!‘ Voor een indruk van mijn plannen klik je hier. (Dit is een gedateerd bericht met mijn eerste gedachtespinsels uit april 2019. Het Forum Groningen moest nog geopend worden, maar het is actueler dan ooit). Zei ik landschap?
Het Nederlandse landschap staat onder druk
College van Rijksadviseurs lanceren ‘Agenda’ voor de toekomstige inrichting van Nederland: ‘De 22e eeuw begint nú’
Op 24 december 2021 is Rijksbouwmeester Francesco Veenstra te gast in de KRO-NCRV-studio van het Radio1-programma ‘Spraakmakers‘ om de nieuwe ‘Agenda’ van het College van Rijksadviseurs voor de toekomstige inrichting van Nederland toe te lichten: ‘De 22e eeuw begint nú‘.
De Rijksbouwmeester maakt deel uit van het College van Rijksadviseurs, dat de regering gevraagd of ongevraagd adviseert. De Rijksadviseurs gebruiken de periode 2021-2024 om letterlijk een eeuw vooruit te kijken. Niet op zoek naar mooie vergezichten, maar juist om terug te redeneren: wat kunnen we leren van het verleden en wat moeten we, met het vizier op een duurzame en circulaire toekomst, nú doen. Breed samengestelde ‘Toekomst-ontwerpateliers’ vormen daarvoor de basis.
Philipp Blom; over de kracht van verbeelding in crisistijd
In augustus 2020 verscheen ‘Het Grote Wereldtoneel, over de kracht van verbeelding in crisistijd’ van historicus, romanschrijver, journalist en vertaler Philipp Blom. Een historisch en filosofisch essay met een onderbouwde analyse van onze tijd, een tijd waarin elke crisis door een nieuwe crisis wordt opgevolgd.
‘We zitten in de laatste fase van de mensheid en in een toestand van extreme en rampzalige neergang’. Zo introduceert de redactie van het tv-programma Buitenhof Philipp Blom naar aanleiding van zijn laatst verschenen boek. ‘Maar er is een effectief wapen, dat velen over het hoofd zien: de verbeelding. Klimaatprobleem of Corona ga je het beste te lijf met nieuwe ideeën, met een gemeenschappelijke verbeelding’, zo gaat de tekst verder. Kijk naar de uitzending van 20 september 2020: ‘Over de kracht van verbeelding in crisistijd‘.
,,Afzien van iets doe je omdat je iets anders waardevoller vindt. Dan is het niet moeilijk.’’
Philipp Blom
Een week na de Buitenhof-uitzending interviewt Bob van Huët Philipp Blom en vraagt hem of hij wakker ligt van een tweede coronagolf? Drie weken daarna – medio oktober 2020 – heeft die golf zich met oorverdovende stilte over met name het Europese continent uitgestort. Nederland is – op dat moment – koploper in besmettingsaantallen, samen met België en Frankrijk. En.., vreest u voor de toekomst van uw kleinkinderen als klimaatverandering straks hun leven overhoop gooit? Lees hier Huët‘s ‘Historicus Philipp Blom denkt dat pandemie het omslagpunt in ons leven is‘ (AD, 27 september 2020).
,,Om te worden gehoord, moeten mensen gedeelde ervaringen hebben die hen doen beseffen dat het niet meer werkt hoe we hebben geleefd. Dus als de wereld anders is geworden, moet ik ook mijn denken aanpassen.”
Philipp Blom
De grootste omwenteling in 3.000 jaar?
Een jaar later, 2 september 2021, is Oxford-historicus Philipp Blom te gast in de studio bij NRC-journalist Wouter van Noort en filosoof Jessica van der Schalk voor een podcast in de reeks ‘Future Affairs‘. ‘Het gaat sneller dan ooit, de wereld is complexer dan ooit’, zegt Blom. Is dat wel echt zo, vraagt het podcastduo zich af, of is het een gevalletje chronocentrisme, het verschijnsel dat alle mensen altíjd denken dat hun tijd het allerbelangrijkst en spectaculairst is?
Philipp Blom vertelt in deze podcast dat de geschiedenis uitwijst dat er nu wel degelijk iets unieks aan de hand is. Volgens hem staan we aan de vooravond van een ‘geestbeving’: de huidige manier van leven is onhoudbaar. Hij onderzocht historische omwentelingen zoals oorlogen, pandemieën en klimaatveranderingen en concludeert: de mensheid moet zich schrap zetten.
,,Nooit eerder had de mensheid de middelen om zichzelf en een groot deel van het andere leven uit te roeien.”
Philipp Blom, historicus
Staat de mensheid daadwerkelijk voor een omwenteling zoals we de laatste 3.000 jaar niet hebben gezien?

Het is kortom de hoogste tijd voor een nieuw verhaal, volgens Blom. Deze Future Affairs-aflevering is Wouter van Noort‘s favoriete podcast tot nu toe. Hij nodigt je uit om vooral ook mee te discussiëren over dit onderwerp.
‘Hoe nu verder denken? ‘Het streven naar een nieuwe logica – en het belang daarvan’
Onder de titel ‘Het streven naar een nieuwe logica – en het belang daarvan’ hield Philipp Blom op 3 oktober 2021 een online-Zoomlezing voor een select publiek tijdens de live-slotmanifestatie van het project ‘Onze toekomst herdenken’, georganiseerd door filosofiehuis Het Zoekend Hert in Antwerpen.
Vanuit zijn woonruimte in Wenen gaf Blom destijds een inzichtelijke geschiedenis van economische en culturele ontwikkelingen die culmineert in een nieuw toekomstperspectief. De lezing werd na dit evenement in opdracht van ‘Het Zoekend Hert‘ grafisch gepimpt en van muziek voorzien. Levendig ging hij op Paaszondag 17 april 2022 in reprise:
Philipp Blom krijgt eredoctoraat Rijksuniversiteit Groningen voor gele oeuvre
De Rijksuniversiteit Groningen (RuG) heeft in de (hete) zomer van 2019 – ikzelf stond me toen als ‘Mammoet’-ensemble-acteur wekenlang in het zweet te jagen op het Buinerveld in Drenthe – een eredoctoraat uitgereikt aan dr. Philipp Blom. De academische plechtigheid was onderdeel van het lustrumprogramma vanwege het 405-jarig bestaan van de RuG. De Faculteit der Letteren nomineerde Philipp Blom vanwege zijn gehele oeuvre.
Daarnaast werd Blom ook geëerd ‘op de manier hoe de historicus de rijkdom, relevantie en noodzaak van Letteren overbrengt op een breed publiek; vooral het kritische potentieel ervan in deze tijd van culturele, ecologische en politieke crisis’. Via het YouTube-kanaal van Kunst en Landschap legt de RuG uit waarom ze het eredoctoraat aan Philipp Blom uitreikte:
‘We gaan ten onder aan ons eigen plezier!’
Als we niet bereid zijn ons eigen belang en individuele welbevinden op te offeren voor het algemene belang en collectieve welzijn – als we niet bereid zijn onze hedonistische levensstijl in te wisselen voor een eudaimonische levensstijl – gaan we ten onder aan ons eigen plezier! Dat zegt Kees Klomp, ‘expert betekeniseconomie’, op 5 september 2021 op LinkedIn, Facebook en Twitter.
Hij legt een directe relatie tussen Philipp Blom‘s ‘verhaal’ en dat van Ron en Nel Lemmens in Trouw, dat Esther Scholten op 4 september 2021 tijdens een van de Formule-1-oefensessies in Zandvoort optekende.
.
,,Er is geen beter symbool voor deze hedonistische tredmolen dan de F1; gezien de alarmerende boodschap van de actuele IPCC en IPBES-rapporten, een volstrekt overbodig en onhoudbaar feest van de fossiele industrie.”
Kees Klomp, expert betekeniseconomie
Hoe kunnen we ons leven leiden zonder een spoor van verwoesting achter te laten?
Hoe kunnen we ons leven leiden zonder een spoor van verwoesting achter te laten? Dat is voor Rijksbouwmeester Floris Alkemade de centrale vraag van deze tijd. Ook hij zoekt het antwoord in datgene waar Nederlanders goed in zijn: de verbeelding!
Kijk hieronder naar een verkorte weergave van Alkemade’s ‘Brainwash Talk‘ op en van Omroep Human. De wat langere versie (11:42 min.) raad ik je aan. Die kun je hier terugkijken: Floris Alkemade: De kracht van verbeelding.
‘De Rijksbouwmeester: de kracht van de verbeelding’
Architect en stedenbouwkundige Floris Alkemade vervulde de functie van Rijksbouwmeester tot september 2021. Gedurende zes jaar zette hij zich in om de ruimtelijke inrichting van Nederland te verbeteren. Daarbij moeten volgens hem de urgente vraagstukken in de samenleving nadrukkelijk meer aandacht krijgen:
,,We lopen vast als we op deze manier doorgaan. Het land vervuilt. De bodems raken uitgeput. Het klimaat verandert. Het roer moet om.”
Floris Alkemade, Rijksbouwmeester
Onafhankelijk filmmaker André de Laat volgde Alkemade drie jaar lang achter de schermen op zijn missie om onze leefomgeving met creatieve oplossingen te verbeteren. Wat doet de Rijksbouwmeester? Wie is de persoon die deze unieke functie uitoefent? Wat wil hij bereiken? Kijk hier naar de VPRO-Tegenlicht-documentaire ‘De rijksbouwmeester, de kracht van de verbeelding‘, die op 3 september 2021 op NPO 2 Extra werd uitgezonden:

Kunst, cultuur en wetenschap als motor voor verandering (sgezindheid)
Rijksbouwmeester Floris Alkemade opende op 18 juli de 2021-editie van VPRO-Zomergasten. Janine Abbring praat met hem over zijn ideale televisieavond, het inzetten van verandering, vrijheid en de verantwoordelijkheid die daarbij hoort. Volgens Alkemade kan techniek alleen ons niet redden om de grote vragen van deze tijd te beantwoorden, maar onze verbeeldingskracht wel. Hij hoopt dat zijn avond een verlangen naar de toekomst opwekt. Daarmee onderstreept hij het basisprincipe van (de oprichting van) het multimediale platform Kunst en Landschap.
,,In de zoektocht naar oplossingen voor de transities die op ons afkomen kunnen kunst en cultuur de motor voor verandering (sgezindheid) zijn, als spiegels van en voor verbeelding van een hoopvolle toekomst.”
Kunst en Landschap Noord Nederland
Volgens de redactie van VPRO-Zomergasten zijn er vijf redenen waarom je de uitzending met Floris Alkemade niet mag missen.
Hoe krijgen we de verbinding met ons eigen landschap terug?
‘Wat is Nederland zonder haar weidevogellandschap? Wat is een lente zonder haar typische geluiden, geuren en kleuren? Wat is een weide zonder koeien, bloemen, kruiden, insecten en vogels?’ Overpeinzingen van Leeuwarder Courant-journalist Jantien de Boer in gesprek met trekvogelecoloog Theunis Piersma en de Britse bioloog en schrijver Dave Goulson die (in 2016, red.) hun visie gaven op de toekomst van het Friese weide(vogel)landschap tijdens een – volgens ‘Kening‘ bijzondere – bijeenkomst in de Harmonie in Leeuwarden.
Brief aan Eurocommissie en -parlement voor redding Europees cultuurlandschap
Op 9 juni 2020 schreef de VNC, de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, samen met andere Europese landschapsorganisaties, een brief aan de Europese Commissie en het Europees Parlement, om het verdwijnen van het Europees cultuurlandschap en de achteruitgang van de biodiversiteit een halt toe te roepen.
De brief werd kort na de afkondiging van de ‘Farm to Fork Strategy‘ (Green Deal van de Europese Unie) en het Eindadvies ‘Niet alles kan overal‘ van het Adviescollege Stikstofproblematiek (Eindrapport ‘Commissie Remkes’, red.), verstuurd. Deze brief plus toelichting vind je hier. Onderstaande video ging vergezeld van dit schrijven.
Kunst en Landschap: stimulering kunst-, cultuur en landschapsbeleving door kruisbestuiving en verbeelding
,,Rond de eeuwwisseling was Nederland nog Europees voorbeeld voor geïntegreerd landschapsbeleid. Nu is ‘in een prachtig land het landschap de dupe van onvoldoende beleid en visie’.”
Bas Pedroli
Mede geïnspireerd door een artikel, ‘Gezocht: bestuurders met lef‘ (Bert de Jong, Noorderbreedte, 11 februari 2019), waarin landschapsonderzoeker Bas Pedroli en landschapsarchitect Jandirk Hoekstra een waarschuwende vinger opsteken richting overheden, wil ik onderzoeken of het opzetten van een nieuw multimediaal platform ‘Kunst en Landschap Noord Nederland‘ levensvatbaar is. Een expertise-, organisatie-, productie– en journalistiek platform, dat tot de verbeelding gaat spreken door coöperatie op meerdere fronten! De transitieopgaven in beeld – en verbeeld! Noord Nederland bundelt haar (innovatieve) kracht!
Om daarmee het publieke debat over ons landschap niet louter over te laten – toe te vertrouwen – aan politici, bestuurders, wetenschappers, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties – met elk hun eigen deelbelangen. Wel, om burgers, in- en bewoners, bezoekers, toeristen en anderszins betrokkenen direct, eigenzinnig en ‘verbeeldend’ te betrekken bij de ontwikkeling van het (cultuur)landschap, dat van Noord Nederland in het bijzonder. Het is immers het landschap waarin alle transities (zullen) ‘neerdalen’ en waarop (vele bestuurlijke en ‘money driven’) ogen zich richten – het (nu nog) ‘ruime’ naar (brede) welvaart zoekende Noorden.
,,Op dezelfde voet doorgaan betekent dat over een eeuw meer dan de helft van het cultuurlandschap is verdwenen.”
Bas Pedroli
Noord Nederland samen op weg naar ‘Het Ronde Landschap’
Onder redactie van diezelfde landschaps-onderzoeker Bas Predoli verschijnt zo’n anderhalf jaar later, september 2020 – het Coronavirus slaat inmiddels wild om zich heen – een position paper: ‘Het Ronde Landschap‘. Predoli pleit hierin nadrukkelijk voor een ‘landschapsgestuurde gebiedsontwikkeling‘ en doet een beroep op overheid, bedrijfsleven en burgers om het landschap niet alleen te koesteren, maar om het ook als een (alles) omvattend principe te beschouwen om tot een samenhangende visie op de toekomst van stad en land te (kunnen) komen.
In de inmiddels in nog geen jaar tijd tot blogboek uitgegroeide kringlooplandbouwspecial van Kunst en Landschap – ik spreek daarin overigens over landschapsinclusieve landbouw – onderschrijf ik die visie van harte.
‘Breng optimisme in de transitie, boeren moeten ernaar gaan verlangen’
Op 17 september 2021 interviewt Esther de Snoo voor boerenvakblad Nieuwe Oogst de (voormalige) Rijksbouwmeester Floris Alkemade, die na zes jaar het stokje doorgeeft aan Francesco Veenstra. Tijdens zijn ambt werd, op 6 december 2018, Panorama Nederland, een toekomstperspectief voor de ruimtelijke inrichting van Nederland, gelanceerd. Het laat zien hoe de grote maatschappelijke vraagstukken van nu de sleutel kunnen zijn voor welkome, structurele verbeteringen in de toekomst:
Nederland staat voor een aantal complexe vraagstukken. De klimaatverandering, de vergrijzende samenleving, de overstap naar hernieuwbare energie, het nijpende tekort aan woningen en de verduurzaming van de landbouw. Stuk voor stuk opgaven waarvan we allemaal de gevolgen zullen ervaren, in ons landschap en in onze levensstijl. Een rijk boerenland is voor de Rijksbouwmeester en zijn twee Rijksadviseurs (samen vormen ze het College van Rijksadviseurs) een heel belangrijk thema. Hieronder legt hij uit waarom.
Floris Alkemade: ‘We hebben eerder meer boeren nodig dan minder’
Alkemade heeft een zwak voor boeren, hun cultuur en bijdrage aan het landschap, schrijft De Snoo. Stoppende boeren zijn een verlies. Hij roept boeren op het voortouw te nemen in de transitie. Op naar een ‘New Deal‘. Wat dat inhoudt, lees je hieronder in Esther de Snoo’s artikel.
,,Wees radicaal en verzet je niet tegen verandering. Nieuwe boerentrots is nodig.“
Floris Alkemade, (voormalig) Rijksbouwmeester
Floris Alkemade: ‘We hebben eerder meer boeren nodig dan minder’
Esther de Snoo, Nieuwe Oogst, 17 september 2021
.
(Nb. De reizende tentoonstelling Panorama Nederland was in 2019 en 2020 op verschillende plekken in Nederland te bekijken, ook in Noord Nederland.)
Op weg naar een New Deal tussen boer en maatschappij
,,De landbouwtransitie is wellicht de grootste transitie voor de maatschappij”, schrijft Rijksadviseur Berno Strootman in het nieuwsbericht ‘Advies: Op weg naar een New Deal tussen boer en maatschappij‘ van het College van Rijksadviseurs op 9 september 2020. Het Advies werd op dezelfde dag aangeboden aan Minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
,,We moeten toe naar een landschapsinclusieve landbouw, waarin boeren een eerlijk inkomen ontvangen voor het produceren van gezond voedsel en een aantrekkelijk, toegankelijk, biodivers landschap en waarbij het zorgen voor schoon water, schone lucht en een vitale bodem vanzelfsprekend zijn.”
Berno Strootman, Rijksadviseur
Als het aan Berno Strootman ligt, gaan de boeren het landschap redden. ‘Je krijgt het landschap dat je kiest’
Die omslag gaan we maken, de vraag is in welk tempo en wat er allemaal nog fout moet gaan, zegt Strootman in een interview met Onno Havermans in dagblad Trouw (29 oktober 2020). ‘Bijna alle Nederlandse landschappen zijn gemaakt door boeren en dat ging goed tot na de Tweede Wereldoorlog. Over honderd jaar kijken we terug en zien we dat we tussen 1950 en 2040 niet wisten hoezeer we de weg kwijt waren’:
,,Dit land is van ons allemaal, het behoort tot ons maatschappelijk kapitaal, net als schone lucht, een vitale bodem en biodiversiteit. Alle Nederlanders samen stellen het ter beschikking aan de boeren, en daar moeten we veel meer eisen aan stellen.”
Berno Strootman
Twee uiteenlopende visies: ‘De Tovenaar en de Profeet’
Ruim de helft van de totale oppervlakte en twee derde van het landoppervlakte van Nederland wordt voor de land- en tuinbouw gebruikt (bron: Compendium voor de Leefomgeving, 9 juni 2020). Voor keuzes met betrekking tot de inrichting en ontwikkeling van ons landschap zijn een brede visie op en dialoog over het boerenlandschap dus onvermijdelijk. Veel – vaak met elkaar samenhangende en nauw verweven – factoren spelen daarbij een rol, belangen(tegenstellingen) zijn groot. Medio 2020 ontpopte zich dienaangaande een felle discussie tussen ‘tovenaars‘ en ‘profeten‘ die welhaast ‘lijnrecht’ tegenover elkaar staan:
Advies: concentreer landbouwgebieden
Martha Bakker (Denktank DenkWerk), Gebiedsontwikkeling.nu, 11 mei 2020
.
Concentratie van de landbouw? Doe het niet!
Hans Leeflang, Gebiedsontwikkeling.nu, 10 juni 2020
‘Lichtgroen als koers. Waarom investeren in het Friese landschap loont’
De legenda van het platteland moet niet wit (landbouw) of donkergroen (natuur), maar lichtgroen kleuren. Dat zegt hoogleraar Landschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen Theo Spek. Hij bepleit grootschalig investeren in de landschappelijke kwaliteit van (in het onderhavige geval nadrukkelijk het Friese) boerenland.
,,We moeten ophouden om met de vinger naar elkaar te wijzen en op korte termijn met de landbouw- én natuurorganisaties plannen gaan maken om landbouw, natuur én landschap op het Friese platteland een goede toekomst te geven.”
Theo Spek, hoogleraar Landschapsgeschiedenis RuG
De oplossing voor deze problematiek wordt naar zijn mening te vaak in slechts twee richtingen gezocht. De landbouwsector pleit steevast voor een technologische oplossing: besteed een groot deel van het budget nu maar aan het vergroten van de efficiency van agrarische techniek en productiemethoden, dan komt het wel goed. Natuurorganisaties willen daarentegen het liefst dat diezelfde miljoenen worden uitgeven aan donkergroene doelen zoals Natura2000 of grootschalig natuurherstel.
Beide oplossingsrichtingen zijn volgens hem nuttig, maar hij vraagt zich af of er niet een derde en veel kansrijker weg is: het grootschalig investeren in de landschappelijke kwaliteit van het boerenland en dus een biodivers agrarisch landschap. Zijn advies aan de Friese politiek: investeer niet alleen in witte (landbouw) of donkergroene (natuur) gebieden, maar zet veel meer in op lichtgroen, dat wil zeggen het herstel van het landschap op het agrarische platteland.
Nb. Omdat het hier een premium-artikel van de Leeuwarder Courant betreft, neem ik voor niet-abonnees ook de ‘open-publicatie’ uit de editie-Noord van het het Friese dagblad op:
Lichtgroen als koers. Waarom investeren in het Friese landschap loont
Theo Spek, Leeuwarder Courant (Premium), 27 maart 2021
.
Lichtgroen als koers
Theo Spek, Leeuwarder Courant (Open-Publicatie, editie-Noord ), 27 maart 2021
Kunst en Landschap brengt de landbouwtransitie van Noord Nederland in beeld
Het in beeld brengen van de landbouwtransitie (in Noord Nederland) is een van de belangrijke pijlers van Kunst en Landschap. Ik ben daar in januari 2020 naar aanleiding van de ‘KringLoop‘ van Delfgauw naar Den Haag mee begonnen. De KringLoop was een wandeling van zo’n zestig natuur-, milieu-, landbouw- en landschapsorganisaties met hun achterban, waarbij aan het eind ervan een Tien-Stappenplan aan minister Carola Schouten (LNV) overhandigd werd.
Voor ‘STAPPEN NAAR een natuurinclusieve KRINGLOOPLANDBOUW, hoe daartoe te komen?‘ klik je op de illustratie hieronder. Je komt dan in de kringlooplandbouwspecial van Kunst en Landschap.

Special Kunst en Landschap over klimaatverandering, waterbeheersing en zeespiegelstijging
Een tweede maatschappelijke veranderopgave die Kunst en Landschap is gaan verbeelden – eveneens vanaf januari 2020, met de start van de crossmediale campagne ‘Het water komt’ van Correspondent-journalist Rutger Bregman – is die van (mogelijkheden tot) aanpassing (van ons landschap) aan klimaatverandering en de (mede als gevolg daarvan) stijgende zeespiegel. ,,Als er nu één verhaal vertelt moet worden, dan is dat het verhaal van Nederland en de stijgende zeespiegel, het verhaal van Johan van Veen“:
,,Als er nu één verhaal verteld moet worden, dan is dat het verhaal van Johan van Veen. Een van de grootste Nederlanders aller tijden. Hij was de vader van de Deltawerken, en zijn verhaal laat zien: we kunnen de strijd tegen het water opnieuw winnen.”
Rutger Bregman
Bregman‘s campagne deed waar hij voor bedoeld was: hij riep veel reacties op en zette aan tot (felle) discussie. Kunst en Landschap bracht – en brengt! – het hele discours in beeld. Hieronder neem ik een kleine greep uit het blogboek: ‘HET WATER KOMT, zorgen om de stijging van de ZEESPIEGEL en KLIMAATVERANDERING‘. Klik op de illustratie hieronder om direct naar de klimaat-, water- en zeespiegelstijgingspecial van Kunst en Landschap te gaan.

Oprukkend water overvalt Limburg. Is het extreme weer een wake-up call?
Zorgen om overstromingen waren er ‘plotsklaps’ ook in de zomer van 2021. Oprukkend water overviel Limburg. Net als in 1995, maar nu nog veel heviger, zegt Frank Straver in Trouw op 16 juli van dat jaar – twee dagen nadat de eerste kolkende watermassa’s in de Eifel en de Ardennen naar beneden denderden. Doet Nederland wel genoeg aan waterveiligheid, nu plensbuien door klimaatverandering zullen toenemen, zo vraagt hij zich af in weer een andere special van Kunst en Landschap: ‘Is het extreme weer in LIMBURG een WAKE-UP CALL? Hoe gaan we ons in de toekomst wapenen tegen KLIMAATVERANDERING?‘

‘Waterbewustzijn is beneden alle peil; lessen van de overstromingen in jaren negentig zijn genegeerd’
Aan belangrijke lessen van de overstromingen in 1993 en 1995 is de overheid voorbij gegaan, concludeert Peter van Rooy, directeur van NederLand Boven Water (NLBW) en voormalig onderzoeker bij het Rathenau Instituut in een opiniestuk hartje zomer 2021 in Trouw. De watersnood in Limburg is aanleiding voor het opmaken van de balans.
Van Rooy stelt zich de vraag wat er in twintig jaar bereikt is na de enorme wateroverlast in 1993 en 1995, en daaruit voortvloeiend de grootste evacuatie sinds de Tweede Wereldoorlog. Hij geeft zichzelf antwoord: ,,Helaas, veel te weinig: het waterbewustzijn is flinterdun en in ruimtelijke ordening wordt over het hoofd gezien dat we een delta zijn.”
Waterbewustzijn is beneden alle peil; lessen van de overstromingen in jaren negentig zijn genegeerd
Peter van Rooy, Trouw, 23 juli 2021
.
Van Rooy’s zorg richt zich voornamelijk op het tweede punt, dat van de ruimtelijke ordening, een van de hoofdthema’s van Kunst en Landschap.
,,We hebben ingeleverd ten opzichte van twintig jaar geleden. Talloze onderzoeksrapporten ten spijt, ruimtelijk beleid is opgelost in retoriek, laat staan dat ruimtelijke ordening op waterbasis is gerealiseerd.”
Peter van Rooy
Dit opiniërende artikel is min of meer een vervolg op een eerder (25 maart 2021, red.) door Van Rooy geschreven blogartikel op de website van het netwerk NLBW: ‘Wonen en klimaat in ruimtelijke verlamming‘, waarin hij pleit voor een (nieuw) ‘Ministerie van Ruimte’ – mét instrumenten voor uitvoeringskracht en doorzettingsmacht. De illustratie bij dit artikel is veelzeggend.
Op deze hoofdpagina van Kunst en Landschap lees je overigens alles over de huidige discussie over dit door velen gewenste ministerie – in welke vorm ook.
Wonen en klimaat in ruimtelijke verlamming
Peter van Rooy, NederLand Boven Water (NLBW), 25 maart 2021
‘De ruimtelijke ordening werd uitgeleverd aan de vrije markt en nu zitten we met de gebakken peren’
Met onverholen ergernis beschrijft Peter van Rooy hoe de pijlers onder de ruimtelijke ordening een voor een zijn afgeschaft of wegbezuinigd. Dat zegt landschapsarchitect, voormalig senior beleidsadviseur Ruimtelijke Ordening en projectleider vroege planfase, Herman Weelink op 29 juli 2021, eveneens in Trouw, en als reactie op Van Rooy’s opiniestuk. ‘Hoe kennis is ingeleverd onder het adagium ‘markt, tenzij’ en hoe de ruimtelijke ordening in feite is overgenomen door projectontwikkelaars’.
Weelink geeft Van Rooy niet alleen volledig gelijk, het ‘wordt’ volgens hem ‘nog erger’: ‘Niet alleen de uitvoerende instanties en zelfs het verantwoordelijke ministerie zijn opgeheven, maar ook is het juridische fundament onder de ruimtelijke ordening weggeslagen’.
Herman Weelink maakte onlangs (maart 2021, red.) deel uit van een ‘multidisciplinaire groep experts’ op het gebied van Ruimtelijke Ordening, aangevoerd door Cees Veerman, Adriaan Geuze en Christine Sijbesma, en was mede-ondertekenaar met nog een aantal ‘buitenruimte-prominenten’, van een opinie-artikel in NRC, waarin ze krachtig pleiten voor een terugkeer naar een samenhangend ruimtelijk rijksbeleid, waarin een visie op een duurzame leefomgeving leidend is voor het beleid van lagere overheden. Dat artikel komt overigens verderop in dit blogboek – om meer dan een reden – nogmaals ter sprake.
De ruimtelijke ordening werd uitgeleverd aan de vrije markt en nu zitten we met de gebakken peren
Herman Weelink, Trouw, 29 juli 2021
Multidisciplinaire groep experts Ruimtelijke Ordening schrijft brief naar kabinetsinformateur
Op 15 mei 2021 resulteerde het overleg van deze ‘multidisciplinaire groep experts’ op het gebied van Ruimtelijke Ordening in een brief aan kabinetsinformateur Mariëtte Hamer: ‘Aandacht voor ruimtelijke consequenties van toekomstig kabinetsbeleid‘. Een brief, die ik zonder welke voorbehouden ook, graag zou (mede-)ondertekenen: Kunst en Landschap in een notendop!
Miljardeninvesteringen voor grote opgaven weer op de schop bij zeespiegelstijging?
We moeten in ons deltalandje (in de nabije, maar zeker ook verre toekomst) meer zaken slim en duurzaam aanpakken – lees naar integrale oplossingen zoeken. Bij de vijf grootste investeringsopgaven tot 2050: infrastructuur, woningbouw, energietransitie, klimaatadaptatie en natuur en landbouw, houdt Nederland echter nauwelijks rekening met de toekomstige effecten van zeespiegelstijging, zo blijkt uit een rapport van ingenieursadviesbureau Sweco. Mogelijk moeten deze investeringen, samen goed voor zo’n 900 miljard euro, hierdoor later alsnog op de schop.
Alleen in de watersector worden de gevolgen van de zeespiegelstijging ‘tot op zekere hoogte’ meegewogen, constateert het bureau in het rapport ‘Ruimte voor de toekomst’. Een nog groter risico van het huidige investerings- en planningsbeleid is volgens Sweco dat er straks helemaal geen flexibiliteit of (fysieke) ruimte meer is om de aanpassingen te kunnen doen die nodig zijn om ons land veilig en leefbaar te houden. Het pleit dan ook nadrukkelijk voor meer landelijke regie.
,,Er is veel meer regie nodig op ministerieel niveau”, meent Alex Hekman, business director-Water bij Sweco, zo tekent het watervakblad H2O Actueel op, op 11 februari 2021.
,,Nu wordt er slecht gestuurd op dit soort risico’s, en dat komt mede door de decentralisatie van ruimtelijke ordening. Er mist samenhang in de keuzes die we maken.”
Alex Hekman, business director Water (Sweco)
De belangrijkste conclusies uit de whitepaper Ruimte voor de toekomst:
- We moeten in Nederland ruimte vrijhouden voor maatregelen die in de toekomst nodig zijn om ons te beschermen tegen zeespiegelstijging. Vooral in de laaggelegen delen moeten we niet alles dicht bouwen, zodat we voldoende flexibel blijven.
- Niet alleen de watersector, maar alle sectoren moeten bij hun planvorming rekening houden met een mogelijke zeespiegelstijging. Hierbij kan de planning van de verschillende investeringsopgaven veel beter op elkaar wordt afgestemd. Koppel de verschillende investeringsagenda’s om maatregelen tegen zeespiegelstijging betaalbaar en maatschappelijk acceptabel te houden. En als we dan toch gaan investeren, laten we gelijk een stap zetten richting klimaatbestendig Nederland.
Bekijk hieronder de whitepaper Ruimte voor de Toekomst; Hans Verbraeken heeft het voor Het Financieele Dagblad (en voor jou) prachtig onder de loep genomen in ‘Nederland vergeet stijgende zeespiegel in plannen voor ruimtelijke ordening‘.
Ruimte voor de toekomst
Sweco (Whitepaper), 11 februari 2021
.
‘Nederland vergeet stijgende zeespiegel in plannen voor ruimtelijke ordening’
Hans Verbraeken, Het Financieele Dagblad, 11 februari 2021
Bouwen op het diepste punt van Nederland, is dat wel verstandig?
Bouwen op het diepste punt van Nederland, is dat wel verstandig? Er komt een compleet nieuw dorp in de Zuidplaspolder tussen Gouda en Rotterdam, op 6 meter onder zeeniveau. Terwijl het water de komende jaren alleen maar verder stijgt, en de polder zakt. Volgens burgemeester Han Weber van de gemeente Zuidplas kun je er prima op een veilige manier bouwen, maar Jan Rotmans, hoogleraar Transitiekunde aan de Erasmusuniversiteit Rotterdam, denkt daar (al heel lang) heel anders over en vindt dat je bij het bouwen van huizen veel toekomstgerichter (verder dan 2050, ‘richtjaar’ van het Deltaplan) moet denken: bouwen op en met het water op plekken waar dat kan, of zelfs móet, willen ook onze kinderen en kleinkinderen na dat jaar ‘droge voeten’ houden.
Realisering project ‘Kunst en Landschap’
Hieronder – ook in blogboekvorm – neem ik je mee om het project Kunst en Landschap te duiden, en om inmiddels meer dan twee jaar aan voorbereidingen en overpeinzingen van mij en vele anderen ‘in beeld’ te brengen, in de hoop het multimediale platform ergens in 2023 samen te (kunnen) realiseren. Je gaat artikelen ‘kris-kras’ door de(ze) tijd tegenkomen; ik ben zoveel als mogelijk – alles hangt nu eenmaal met elkaar samen – gethematiseerd en gerubriceerd te werk gegaan.
Robert Rosendal, initiatiefnemer Kunst en Landschap Noord Nederland
Het Nederlandse landschap is van niemand meer

‘Het landschap is van ons allemaal’ is een gevleugelde uitspraak die niet als zodanig ervaren wordt door de hierboven genoemde landschapsarchitect en planoloog Herman Weelink, sterker, hij draait het om in zijn opiniestuk van 8 december 2019 in de Volkskrant: ‘Het Nederlandse landschap is van niemand meer‘. Hij was daarmee overigens niet de eerste die dat jaar een pleidooi hield voor een overkoepelend en effectief controlerend Rijksbeleid voor het (gehele) Nederlandse landschap. Weelink gaf daarin ook het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een onvoldoende door hen wensdromen te verwijten en hun oproepen als krachteloos te bestempelen. Volgens hem een pijnlijke demonstratie van het falen van het Nederlandse omgevingsbeleid.
Hij doelde op het op 11 november 2019 verschenen signalenrapport ‘Zorg voor landschap. Naar een landschapsinclusief omgevingsbeleid‘, waarin het PBL ervoor pleit om de kwaliteit van het landschap volwaardig mee te wegen bij de keuzes die worden gemaakt bij het plannen van projecten die de beleving van de leefomgeving beïnvloeden.
Ongeveer een maand eerder – twee dagen na het verschijnen van het advies van het College van Rijksadviseurs (CRa) – wenste hij (in een ingezonden lezersbrief aan de Volkskrant, 31 oktober 2019), landschapsarchitect Berno Strootman, lid van dit College, veel succes in zijn strijd tegen verdozing door slechts samenwerking van Rijk, provincies en gemeenten te bepleiten. Cynisme, ‘polarisatie’, of een hart onder de riem?
‘Is dit het landschap dat we willen?’
Ietwat milder, wellicht minder ‘gefrustreerd’ vanwege een meer journalistieke benadering, was Joop Bouma, onderzoeksjournalist bij Trouw, in zijn beschouwingen – op de dag dat het PBL–rapport verscheen – in ‘Is dit het landschap dat we willen?‘. Bouma geeft in dit artikel op knappe wijze overzicht in de problematiek en wijst – belangrijk! – op het ongenoegen dat bij burgers bestaat over het verlies aan landschapswaarden dat zij ervaren. Lezen dus!
,,Niet plannenmakers en landinrichters, maar juist burgers maken zich steeds meer zorgen over verlies aan landschapswaarden en ze gaan er ook luid tegenin: ze protesteren tegen bomenkap, ze verzetten zich tegen windmolenparken (Veenkoloniën) en tegen de bouw van recreatiewoningen op de kust (Kustpact). Het landschap is namelijk van iedereen en aantasting doet pijn.”
Joop Bouma, Trouw 11 november 2019.
Over het verzet tegen windmolenparken in de Veenkoloniën en tegen de bouw van recreatiewoningen op de kust kom ik, in speciaal daaraan gewijde specials, later bij je terug.
Uit een Nationale Landschap Enquête die Natuurmonumenten eind 2018 hield onder ruim 45.000 leden en niet-leden, bleek dat meer dan 80 procent zich in meer of mindere mate zorgen maakt over ontwikkelingen in het buitengebied en in hun directe woonomgeving.
Regels zijn nodig voor distributiecentra: ‘Je moet als klein land keuzes maken, de ruimte is niet eindeloos’
Zo ook actievoerder-‘Stop de verdozing Wijkevoort‘ Marjolein de Graaff uit het geplaagde Brabant, die een groot distributiecentrum voor haar woning zag verrijzen.
De gemeenteraad van Tilburg heeft, na een lange digitale raadsvergadering, ingestemd met de komst van bedrijventerrein Wijkevoort tussen Tilburg en Gilze, langs de A58. Ondanks het grote aantal protesten tegen het nieuwe bedrijventerrein van tachtig hectare was de meerderheid van de raad toch voor.
,,Het landschap wordt hier te grabbel gegooid, de mooie lindebomen, de weilanden waar nu nog koeien grazen. Alles wat je om je heen ziet, is straks één grote doos.”
Marjolein de Graaff
Nederland is aardig op weg om een ‘distributie-hub’ van Europa te worden. Dagelijks komen op Schiphol Airport en de Rotterdamse haven uit alle delen van de wereld producten aan die hun weg moeten vinden naar hun afnemers. Distributiecentra zijn daartoe belangrijke schakels.
Afgelopen vijf jaar steeg het aantal distributiecentra met 20 procent. Al deze zogenoemde ‘dozen’ bij elkaar beslaan in 2021 al zo’n 28 miljoen vierkante meter. En die groei? Die stopt voorlopig niet, stelt Cees-Jan Pen. Hij is lector Ondernemende Regio bij Fontys Hogescholen. Volgens hem willen grote logistieke bedrijven zo goedkoop mogelijk, zoveel mogelijk grondoppervlakte krijgen. En dat kan ik Nederland vrij makkelijk: er is namelijk geen regelgeving rondom de distributiecentra.
Doet Nederland er goed aan om die distributie-hub van Europa te willen worden? Pen zet daar grote vraagtekens bij. “Je moet als klein land keuzes maken, de ruimte is niet eindeloos.”
‘Het verhaal van ‘Nederland Distributieland’ is een versleten’ praatje

Het logistieke systeem in Nederland moet slimmer en veerkrachtiger
Anno 2021 is duidelijk dat de toegevoegde waarde van de onstuimig gegroeide logistiek in Nederland vaak beperkt is, terwijl de negatieve omgevingseffecten groot zijn, stellen wetenschappers van TU Delft en EUR in een opinie-artikel in Het Financieele Dagblad op 17 oktober.
,,In Nederland ontvouwt zich een inefficiënt, maatschappelijk onhoudbaar logistiek systeem dat burgers opzadelt met congestie en (landschaps)vervuiling.“
Merten Nefs, Tom Daamen, Paul Gerretsen, Frank van Oort en Wil Zonneveld
Het logistieke systeem in Nederland moet slimmer en veerkrachtiger, is kortweg het pleit van het vijftal: het concept ‘Nederland Distributieland’ is na decennia van succes toe aan een revisie. Om de ‘Poort naar Europa’ te behouden, moet volgens hen het nieuwe kabinet met de logistieke sector een nieuw verhaal ontwikkelen.
,,De reële toegevoegde waarde van de onstuimig gegroeide logistiek in Nederland is vaak beperkt, terwijl de negatieve omgevingseffecten groot zijn.“
Merten Nefs, Tom Daamen, Paul Gerretsen, Frank van Oort en Wil Zonneveld
Neemt Nederland het (juiste) voortouw als Poort naar Europa?
Ons land moet loskomen van het doodlopende pad naar een inefficiënt, maatschappelijk onhoudbaar logistiek systeem dat bewoners van dorpen en steden opzadelt met onnodige congestie en (landschaps)vervuiling. Nieuwe logistieke projecten, van infrastructuur tot distributiecentra, moeten onderdeel worden van regionale planvorming en gebiedsontwikkelingen, inclusief klimaatadaptatie.
Gebruikmaking van het gestandaardiseerde Fysieke Internet à la Smartport, een project waarin Groningen Seaports, Havenbedrijf Rotterdam, NWO, Rijksuniversiteit Groningen en TU Delft participeren, kan daarbij goed dienst doen, wellicht zelfs een voortrekkersrol vervullen.
.
Het verhaal van ‘Nederland Distributieland’ is een versleten praatje
Merten Nefs, Tom Daamen, Paul Gerretsen, Frank van Oort en Wil Zonneveld, Het Financieele Dagblad, 17 oktober 2021
‘Vergezicht van verlangen of braaf beleid?’
,,Niemand heeft het over Panorama Nederland“, schrijft Rob Roggema, lector Ruimtelijke Transformaties en Duurzaamheid aan de Hanzehogeschool Groningen, in het tijdschrift Noorderbreedte op 25 februari 2020. ,,Terwijl de zorgen over het landschap groot zijn en het besef groeit dat niet alles kan” – daarmee refererend aan de nota’s van het PBL en de Commissie Remkes. ,,De samenleving snakt naar spraakmakende stellingnames die gaan over de inrichting van het land.”
.
In zijn artikel, een eerste uit een reeks waarin drie experts hun kritische blik richten op Panorama Nederland, stelt hij dat het Panorama te veel binnen de lijntjes blijft, acht hij het nodig dat de Rijksbouwmeester de minister op het matje roept en bedeelt hij het Noorden hierbij een speciale rol toe. Lees het in: ‘Vergezicht van verlangen of braaf beleid?‘.
,,De samenleving snakt naar spraakmakende stellingnames die gaan over de inrichting van het land. Of de holle oneliners uit het Panorama bijdragen aan die discussie is de vraag. Ze roepen geen discussie op, tenzij de daad bij het woord wordt gevoegd en de extremiteiten van de uitspraken nader ruimtelijk worden onderzocht. Noord-Nederland zou zich daarvoor kunnen, misschien wel moeten aanbieden!”
Rob Roggema
(X)XL-Verdozing: minder, compacter, geconcentreerder, multifunctioneler
Op de dag van verschijnen van het rapport van het College van Rijksadviseurs, 29 oktober 2019, kwam men met een toelichting op haar advies ‘(X)XL-verdozing – Minder, compacter, geconcentreerder, multifunctioneler‘. Zij concluderen:
,,De snelle toename van (X)XL vastgoed baart zorgen. Het huidige vraaggericht ontwikkelen gaat gepaard met een gebrek aan regie en er is te weinig zicht op de impact die de (X)XL-trend heeft op landschap, stad en infrastructuur. Rijk en regio zouden veel strengere eisen moeten stellen en nadenken over wat wel en niet gefaciliteerd wordt. Het moet minder, compacter, geconcentreerder en multifunctioneler.”
CRa
Klik op de afbeelding om het gehele rapport (PDF-formaat, 114 pagina’s, 28,7 MB, publicatie 29-10-2019) te kunnen downloaden.
Nederland wordt steeds lelijker
Ik maak het ‘verdozingsproces’ wat concreter door webwinkel Bol.com, als trendsetter en marktleider in de retail business in Nederland, als voorbeeld te nemen. Ook, omdat dit bedrijf alom bekend is, en dat jij er hoogstwaarschijnlijk zelf ook wel eens wat besteld hebt. Daarnaast spreekt verdozing, in algemene zin, en vanuit het oogpunt van (aantasting van het) landschap, tot de verbeelding. Het woord ‘verbeelding’ ga je in dit betoog overigens nog vaker tegenkomen.
De distributeur Bol.com hoopt in 2021, cynischerwijs het beoogde startjaar van Kunst en Landschap, een tweede ‘filiaal’ te openen in ‘hot-spot‘ Waalwijk. Het pand wordt aan het al bestaande ‘fulfilment center’ gebouwd, waarmee het hele complex groeit van 50.000 naar 100.000 vierkante meter. Zeg maar 16 voetbalvelden in oppervlakte. Bol.com moet in Waalwijk uitbreiden om de groei van internetaankopen bij te kunnen houden. Ook moet men anticiperen op activiteiten van (mogelijke, ook buitenlandse) concurrenten.
Amazon dendert Nederlandse winkelstraten binnen

Zo liet Amazon.com weten – het bedrijf maakt al jaren aanstalten de Nederlandse markt met een uitgebreid assortiment te willen betreden – met ingang van 2020 ook in ons land met online verkoop te willen starten. In een artikel in de NRC (16 januari 2020) leggen Joost Pijpker en Mark Beunderman uit wat dat kan betekenen voor de retailsector in Nederland. Daarnaast zetten ze de voordelen en eventuele gevaren van de komst van Amazon voor je op een rijtje.
Amazon betreedt het strijdtoneel met miljoenen producten
Amazon richt zijn pijlen dus op Nederland. De bezoekersaantallen van de Nederlandse website blijven stijgen en de webwinkelgigant maakte in februari 2020 (vlak voor de Coronauitbraak in Nederland, red.) bekend dat Nederlandse bedrijven zich konden registreren om via Amazon.nl producten aan te bieden. Het assortiment van Amazon zou hierdoor met ‘miljoenen producten’ uitbreiden.
Amazon voegde de daad bij het woord: op 10 maart 2020 opende de grootste e-tailer ter wereld een Nederlandse afdeling. Het duizelingwekkend grote bedrijf – jaaromzet vergelijkbaar met de Finse economie – dendert doorgaans met reuzenstappen een lokale markt op. Wat betekent dit voor Nederlandse webwinkels en middenstanders?, vroeg Volkskrant-journalist Remco Andersen zich af in: ‘Amazon stormt Nederland binnen met 100 miljoen producten op amazon.nl‘.
‘Duizenden’ Nederlandse ondernemers schreven zich in bij Amazon
Jeff Bezos, inmiddels de rijkste persoon op aarde, begint langzaam maar zeker aan de poten te zagen van Bol.com en Coolblue. Daarvoor hoeft het bedrijf niet eens zijn eigen voorraad te verkopen, maar gooit het zijn succesformule als platform voor andere bedrijven in de strijd. Meer dan de helft van alle verkopen op Amazon zijn inmiddels afkomstig van andere bedrijven.
Misschien wel de belangrijkste steunpilaar van Amazon is Prime, een dienst (2,99 euro, red.) waarmee wereldwijd al 150 miljoen mensen bestellingen gratis laten bezorgen, en die toegang geeft tot Netflix-concurrent Prime Video, games en onbeperkte opslag van foto’s. Sprout, vakblad voor startups, scaleups en f*ckups, nam het bedrijf onder de loep en legt je op getrapte wijze haarfijn uit wat het verdienmodel van Amazon is, en hoe het bedrijf de Nederlandse ondernemers betrekt bij hun activiteiten. Klik op de foto hieronder voor jouw ‘customer journey‘.

‘Amazon zij met ons’
Wat is het businessmodel van de grootste winkel van de wereld? De uitzending van VPRO Tegenlicht van 30 september 2018, ‘Amazon zij met ons’, geeft inzicht in de manier waarop het bedrijf opereert, en wat de komst van het bedrijf betekent voor economieën wereldwijd. Terwijl momenteel veel bedrijven op de fles gaan, draait webshopgigant Amazon recordverkopen: bijna 100 miljard omzet in het derde kwartaal-2020. Maar ziet de samenleving dat geld ooit terug, vroeg de redactie van Tegenlicht zich af: ‘Amazon zij met ons‘, klik op de illustratie hieronder voor de documentaire.

Parlementariërs uit 34 landen steunen verzet tegen Amazon
Door de coronapandemie is online winkelen sterk toegenomen, en daarmee de omzet van Amazon (96 miljard dollar in het derde kwartaal van 2020). Het bedrijf nam tussen januari en oktober ruim 400.000 mensen extra in dienst en is nu met 1,2 miljoen medewerkers de grootste werkgever in de VS, na supermarktketen Walmart. Vakbonden en milieuorganisaties voeren sinds vorig jaar in toenemende mate actie tegen Amazon, wegens onderbetaling en milieuschade. Op 27 november 2020 sloten zo’n vierhonderd parlementariërs en overheidsfunctionarissen uit 34 landen zich aan bij hun protest door een persoonlijke brief te sturen aan de Jeff Bezos, onder het motto: ‘Make Amazon Pay!‘. Lees hier: ‘Parlementariërs uit 34 landen steunen verzet tegen Amazon‘ (Stijn Bronzwaer, NRC, 3 december 2020)
Webgigant Amazon zet Nederlandse webwinkels onder druk met bodemprijzen
Amazon zit Bol.com, Coolblue en andere Nederlandse webwarenhuizen binnen een jaar na zijn entree al behoorlijk op de hielen. Dat blijkt uit een analyse van Sander Roose, mede-oprichter van prijsvergelijker Omnia Retail in opdracht van het Financieele Dagblad en BNR, die er beide op 30 december 2020 uitgebreid aan besteedden. Richard Smit en Lisa van der Velden (FD) spraken met Bart Zoetmulder (DPG Technology) en Onno Oldeman van prijsadviesbureau Simon-Kucher, Wesley Weerts en Dave Krajenbrink maakten voor BNR Nieuwsradio een reportage waarin Sander Roose (Omnia Retail) zijn onderzoek toelicht. Daarnaast komen in een drietal radio-interviews Dirk Mulder, Sector Banker Trade en Retail van ING en Kitty Koelemeijer, hoogleraar Marketing en Retail aan Nyenrode Business Universiteit aan het woord.
Harde omzetcijfers zijn er niet, maar uit het onderzoek naar het aantal doorverwijzingen via de vergelijkingssites blijkt dat Amazon nu al even groot als Bol.com is. De motor achter die snelle opmars lijken de prijzen: die zouden rond de 10 procent onder het marktgemiddelde liggen.
AMAZON ZIT NEDERLANDSE WEBWINKELS OP DE HIELEN
Wesley Weerts en Dave Krajenbrink, BNR Nieuwsradio, 30 december 2020
.
Amazon bestookt Nederlandse markt met bodemprijzen
Richard Smit en Lisa van der Velden, Het Financieele Dagblad, 30 december 2020
‘Markt voor online retail groeit hoe dan ook elk jaar met dubbele cijfers’
Anticiperend op het Amerikaanse geweld is men bij Bol.com in Waalwijk op 6 februari 2019 ‘al’ officieel begonnen met de bouw van een tweede distributiecentrum, pal aan en naast het bestaande e-commerceplatform. Hier een reportage van Omroep Brabant. Een jaar later, 23 januari 2020 – ongeveer gelijktijdig met de aankondiging van Amazon – doet het bedrijf kond van uitbreiding van haar assortiment – met mannen- en vrouwenkleding. Daarmee barst op Linkedin onmiddellijk een discussie los en zijn speculaties niet van de lucht.
De nieuwbouw is dus een uitvloeisel van de – wellicht noodzakelijke – ambitieuze groeistrategie van het bedrijf. De markt voor online retail groeit hoe dan ook elk jaar met dubbele cijfers en de webwinkel lift daarop mee. ,,Dat Bol.com zo groot is geworden, danken we mede aan de cultuur van continue verbetering”, zegt Rick Kromwijk, projectleider van dit Bol-project.

Na lezing van een advertorial in het digimagazine Logistiek.nl heb ik me verbaasd over de welhaast beroepsdeformatieve uitleg die Kromwijk aan (de snelheid van) het project geeft – er wordt met geen woord gerept over de maatschappelijke en landschapsimplicaties die aan de nieuwbouw onvermijdelijk ten grondslag liggen.
,,We opereren in een uiterst volatiele markt … en zijn voortdurend op zoek naar mogelijkheden, om nog efficiënter, sneller en beter te worden. Dat betekent dat we nu geen keuzes mogen maken die onze bewegingsvrijheid in de toekomst beperken.”
Rick Kromwijk
De bouw- en vastgoedwereld zit niet stil
Ontluisterend? Kunst en Landschap heeft ‘verbeelding’ zoals je inmiddels weet hoog op de agenda staan. Er is echter meer aan de hand. Nederland is klein, gemeentelijke en provinciale overheden worden (veelal met economische en arbeidsgerelateerde motieven) benaderd door de bouw- en vastgoedwereld, er worden worsten voorgehangen, bestemmingsplannen kunnen worden gewijzigd of aangepast, er wordt zelfs gespeculeerd (ook onder het mom van investeren) en er zijn – zogezegd – altijd kapers op de kust. In binnen- en buitenland. Nederland heeft inmiddels een status van hot spot van Europa bereikt!
Groeiend aantal gemeenten kampt met tekort aan bedrijventerreinen
Daarnaast – meer in algemene zin – zit ons kikkerlandje met een schrijnend tekort aan (sociale) woningbouw. Per jaar (!) moeten de komende tien jaar zo’n 100.000 nieuwe woningen worden gebouwd en opgeleverd. Dat wordt (tot nu toe) bij lange na niet gehaald. Gebrek aan ruimte, toewijzings- en besluitvormingsprincipes op het gebied van economie, wonen-werken, recreatie en natuur plus de onderlinge belangenconflicten van bedrijven, overheden en burgers, zijn daarvan de oorzaak.
BNR-Radio deed onderzoek naar deze problematiek en sprak met vastgoedadviseurs, makelaars en dook in gemeentelijke stukken. Beluister hier een viertal reportages, die het radiostation op 14 januari 2020 online zette.
‘Haal die burgers van de straat af.‘
Ellen Deckwitz op 2 maart 2020 in haar radiocolumn op NPO-Radio 1:
,,Gewetenloze huisjesmelkers, wachtlijsten langer dan een rol wc-papier: de woningnood moet aangepakt worden. Neem als regering je verantwoordelijkheid. Haal die burgers van de straat af.”
Ellen Deckwitz
Grondclaims dwingen tot scherpe keuzes

,,Een miljoen nieuwe woningen (in 2030, red.), 37.000 hectare bos, zonneakkers en windmolens voor de energietransitie, distributiecentra, datacenters, nieuwe wegen en spoorlijnen. Allemaal voorbeelden van nieuwe ontwikkelingen die ruimte nodig hebben in het open landschap, ten koste van landbouwgrond.”, schrijft René Bouwmeester in agrarisch vakblad Nieuwe Oogst op 22 februari 2020 als reactie op de presentatie van de plannen van Milieu en Wonen-minister Stientje van Veldhoven om de woningnood versneld aan te pakken. Hij belicht vanuit agrarisch perspectief nagenoeg alle transitievraagstukken in: ‘Grondclaims dwingen tot scherpe keuzes‘.
‘Nederland is toe aan nieuwe manier van landinrichting’

Freelance journalist en tekstschrijver Ida Hylkema doet dat ook, in Melk van het Noorden, een magazine voor melkveehouders in Noord-Nederland. In ‘Nederland is toe aan nieuwe manier van landinrichting‘, een artikel gepubliceerd in Agrarisch Magazine 2021 dat vanaf 30 december 2020 bij melkveehouders en akkerbouwers in Noord-Nederland is verspreid, passeren een belangrijk aantal prominenten uit de (noordelijke) landbouw- en landschapswereld de revue. Ze buigen zich in een ‘Kunst en Landschap-in-notendop’-artikel, over het complexe ruimtelijke vraagstuk, waarin integraliteit, gebiedsgerichtheid, verdienmodellen en -mogelijkheden voor (jonge) boeren, maar ook nadrukkelijk de rol van de consument in de landinrichtingsveranderopgave besproken wordt.
,,We moeten de boer naast voedselproducent ook gaan zien als producent van maatschappelijke diensten. Daarbij kun je denken aan vormen van waterbeheer, akkerrandenbeheer, maar ook het vasthouden van CO₂ in de bodem. Deze maatschappelijke diensten vragen om een cultuuromslag in de landbouw en in de maatschappij. Die moet je met de jonge boeren en de consumenten zien te maken. Deze nieuwe manier van denken is een belangrijk item voor de komende tijd.”
Peter de Ruyter, landschapsarchitect
Hylkema wijst daarbij ter illustratie op het ‘Nationaal Landschap’ de Noordelijke Friese Wouden, waar volgens haar al jaren bewezen wordt dat (bijna 800) boeren en burgers in staat zijn zelf hun landschap te behouden en onderhouden. De Noardlike Fryske Wâlden is (overigens) één van de karakteristieke Nederlandse landschappen waaraan door de toeristische sector in 2021 een ode wordt gebracht.
Nederland is toe aan nieuwe manier van landinrichting
Ida Hylkema, Melk van het Noorden, 30 december 2020
Nederland in 2060: het wordt passen en meten

Terwijl het coronavirus Covid-19 sinds de laatste weken van maart 2020 nagenoeg alle wereldburgers bedreigend in haar greep heeft- ze zijn op instigatie van hun leiders vanuit immuniteitsoverwegingen teruggedrongen in hun onderkomens – tracht Bas Knoop, journalist Financieel Dagblad, hen – ik beperk me tot het Nederlands lezerspubliek – te verleiden tot een blik op de ruimtelijke ordening in relatie tot de energietransitie en de omvangrijke klimaatopgave van Nederland tot aan het jaar 2060. Je moet maar durven.
In ‘Nederland in 2060: het wordt passen en meten‘ verwoordt hij in een notendop en in helder proza de complexe (met elkaar samenhangende) transities waar Nederland de komende jaren, c.q. decennia, voor staat.
”We hebben geen woningbouw nodig, maar steden- en landschapsbouw”

,,De afgelopen maanden zijn er vanuit verschillende richtingen initiatieven en scenario’s voor de toekomst van Nederland over het land uitgestrooid”, schrijven landschapsarchitecten Ben Kuipers en Jan Janse op 7 mei 2020 in Gebiedsontwikkeling.nu, dat zichzelf afficheert als platform voor kennis, nieuws en opinie.
Het schrijversduo pleit in ‘We hebben geen woningbouw nodig, maar steden- en landschapsbouw‘ voor een overkoepelende aanpak, resulterend in een manifest, zodat Nederland meer is dan een optelsom van losse projecten. Mooie scherpe analyse met goed onderbouwde integrale visie met ontwerpkracht als basis. Aanrader! Kunst en Landschap is bezig met het verzamelen van ‘glazen bol’-publicaties met toekomstvisies en -scenario’s. Als de tijd rijp bevonden wordt komen deze in een aparte blogbijdrage aan de orde.
Ruimte! Ruimte! Ruimte! Wie bepaalt welke plannen voorrang hebben als de openbare ruimte op is?
Nederland heeft een lange geschiedenis van ruimtelijke ordening en zorgvuldige planning van onze openbare ruimte. Deze traditie kreeg na de oorlog vaste – en dwingende – vorm door opeenvolgende nota’s Ruimtelijke Ordening, te beginnen met de Nota Westen des Lands in 1958, de decentralisatie aan het begin van deze eeuw en nu weer meer landelijke ‘sturing’ door middel van de Nationale Omgevingsvisie.
Dit decennium barst in ons kleine Nederland de strijd om de ruimte los. Zo luidt de aankondiging van een nieuwe reeks van Pakhuis de Zwijger over de toekomstige inrichting van ons land. Op 26 oktober 2020 ging ‘Ruimte! Ruimte! Ruimte!‘ van start. Ik neem de eerste aflevering hieronder voor je op, de volgende afleveringen uit deze reeks kun je terugkijken via een speciale afspeellijst op het YouTube-kanaal van Kunst en Landschap.
Hebben we voldoende ruimte voor de één miljoen geplande woningen? Voor klimaat-adaptatie, voor de opwekking van duurzame energie, voor landbouw en natuur, voor de circulaire industrie? En voor de bereikbaarheid van onze steden, voor nieuwe logistieke hubs, voor snelfietspaden en voor spelende kinderen? Hoe houden we onze leefomgeving prettig, veilig en gezond en welk plan heeft straks prioriteit bij ruimtegebrek? Bekijk hier de eerste aflevering met (in volgorde van optreden) Floris Alkemade, Floor Milikowski, Desirée Uitzetter en Lyongo Juliana. Moderator: Servaz van Berkum.
‘Brede wooncoalitie gaat woningtekort aanpakken en woonklimaat verbeteren’
Meer nieuwbouw, betaalbare woningen, leefbare wijken en zorg voor bewoners, dat wil een brede coalitie van partijen, actief op het terrein van wonen, bouwen, zorg en welzijn, bereiken met een breed gedragen plan voor ‘het wonen voor de komende 10 jaar’. Samen met het volgend Kabinet willen de partijen met de Actieagenda Wonen, waarin allerlei voorstellen en afspraken zijn vastgelegd, snel aan de slag. Er moeten immers in die tijd zo’n miljoen huizen gebouwd worden, zodat er volgens hen ‘meer betaalbare huur- en koopwoningen beschikbaar komen’: ‘bouwen, bouwen, bouwen‘. De Actieagenda werd op 18 februari 2021, een maand voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2021, overhandigd aan Tweede Kamerleden.
‘Minder woningnood: jazeker. Maar juist daarom ook: meer stedenbouw!’
Kwantiteit, de druk van de grote aantallen, domineert het politieke debat, schrijft Joks Janssen, de kersverse ‘Professor of Practice ‘Brede welvaart in de regio’’, op 15 maart – de eerste van de drie stembusdagen die in 2021 vanwege het Coronavirus voor de Tweede Kamerverkiezingen zijn ingeruimd – in zijn NRP-column, ‘Minder woningnood, meer stedenbouw‘. Ook hij kent het door ABF Research berekende huidige woningtekort van 330.000 woningen dat ‘als een donkere wolk boven de haperende woningmarkt hangt’.
Maar hij stelt dat het benadrukken daarvan ‘tegelijkertijd werkt als een heldere doelstelling voor aanstormende politici – van links tot rechts – die daadkracht willen tonen’. Hij hekelt daarnaast het ‘bouwen, bouwen, bouwen’-mantra, het (snel) buiten de bestaande gebieden bouwen en het gebrek aan aandacht voor de kwalitatieve woningvraag.
,,Kwantiteit, de druk van de grote aantallen, domineert het politieke debat. Dat werkt in meerdere opzichten sectoraal simplisme in de hand.”
Joks Janssen, NRP
Wat Janssen het meest opvalt is dat de woningbouwopgave in de Actieagenda Wonen niet of nauwelijks verbonden wordt met de andere grote ruimtelijke opgaven waar Nederland voor staat. Als gevolg van de klimaatverandering is duurzame verstedelijking volgens hem de echte uitdaging. Meer stedenbouw, dus.
,,Als geen ander is de stedenbouwkundige discipline in staat om vanuit een integrale blik op stad (en dorp) te kijken wat nodig is.”
Joks Janssen, NRP
Column Joks Janssen: Minder woningnood, meer stedenbouw
Joks Janssen, NRP, 15 maart 2021
Complexe puzzel woningtekort niet snel op te lossen
De ambitie van politici om per jaar flink meer woningen te bouwen is niet realistisch. Dat zegt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een nieuw rapport: Wonen na de verkiezingen; het woningtekort wordt in de regio opgelost, dat op 12 april 2021 – informateur Herman Tjeenk Willink heeft zijn eerste informatierondje koud achter de rug – het licht zag. De problemen op de woningmarkt zijn volgens het PBL te complex voor simpele oplossingen.
Tijdens de formatie zal het zeker ook gaan over de wooncrisis. Want de nood is hoog. De notitie ‘Wonen na de verkiezingen‘ zet de vraag naar woningen in perspectief: waar bevindt het woningentekort zich precies, en wat voor soort woningen zijn gewenst? Voortbouwend op de eerdere analyse, de Analyse Leefomgevingseffecten Verkiezingsprogramma’s (ALV), geeft deze notitie enkele voorstellen voor oplossingsrichtingen voor het woningbouwprobleem die bij de formatie een rol zouden kunnen spelen.
Joyce Boverhuis zette ‘Wonen na de verkiezingen‘ voor EenVandaag – en voor jou – handzaam en in een notendop voor je op een rijtje. Ze wijst je daarbij op de drie mogelijke richtingen die het PBL in het rapport adviseert:
- help de regio’s om tot woningbouw te komen;
- innoveer de bouwsector en
- hervorm en verduurzaam de woningmarkt.
Advies aan nieuw te vormen kabinet: denk niet te makkelijk over het snel bijbouwen van nieuwe woningen
Joyce Boverhuis, EenVandaag, 12 april 2021
EIB: ‘Om voor 2030 een miljoen nieuwe woningen te realiseren, moet Nederland meer bouwen in groene gebieden buiten steden’
Ondanks de (vele) relativerende geluiden over aantallen (te bouwen) woningen, ‘sectoraal simplisme’ bij het wegwerken van tekorten, komt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), een onderzoeksbureau voor toegepaste economische analyse, dat zowel in opdracht als op eigen initiatief onderzoek verricht voor marktpartijen en overheid, op 7 juni 2021 met veel bombarie met een in hun ogen ‘panklare oplossing’ voor de wooncrisis: om voor 2030 een miljoen nieuwe woningen te realiseren, moet Nederland meer bouwen in groene gebieden buiten steden.
In een begeleidend schrijven: ‘Waar kunnen 1 miljoen woningen worden gebouwd?‘, bij de die dag verschenen studie ‘Ruimtelijke ordening en bouwlocaties‘ van het onafhankelijke en wetenschappelijke instituut voor economische en sociale vraagstukken over de bouw en gebouwde omgeving, legt het uit dat – met de plannen die nu op tafel liggen bij een door hen geselecteerd zevental provincies met de grootste druk op de woningmarkt – de 10 miljoen nieuwe woningen bij lange na niet gehaald wordt; het blijft volgens hen steken op 585.000 tot 2030.
‘Bouwlobby levert met veel bombarie schijnbare ‘oplossing’ voor de wooncrisis maar frustreert oplossingen’
Buitenstedelijk bouwen is niet de enige uitweg en de bouwlobby frustreert goede oplossingen, zeggen Cees-Jan Pen, Joks Janssen en Sjors de Vries in het Eindhovens Dagblad op 18 juni 2021. (Het zelfde opiniestuk – met een andere ‘kop’ – werd diezelfde dag overigens ook gepubliceerd in Leeuwarder Courant: ‘Polder volbouwen is een achterhaald idee: laten we realistischer en creatiever met het woningvraagstuk aan de slag gaan‘.
Zij (re)ageren daarmee (op) tegen het EIB-voorstel. In de meeste regio’s zijn er volgens hen genoeg bouwplannen om aan een gematigd groeiende woningvraag te kunnen beantwoorden. Zij trekken de panklare ‘oplossing’ voor de wooncrisis dan ook nadrukkelijk in twijfel. Sterker: het rapport zit volgens het drietal vol misleidende analyses en valse beloften.
,,De bouwlobby lijkt de crisis vooral te willen gebruiken om de politiek te bewegen meer stenen te mogen stapelen in de weilanden.”
Cees-Jan Pen, Joks Janssen en Sjors de Vries
Bouwlobby levert met veel bombarie schijnbare ‘oplossing’ voor de wooncrisis maar frustreert oplossingen
Cees-Jan Pen, Joks Janssen en Sjors de Vries, Eindhovens Dagblad, 18 juni 2021
‘Naoorlogse wijken hebben genoeg ruimte voor honderdduizenden extra woningen’
Als woningcorporaties geld en ruimte krijgen om meer te bouwen, kunnen ze in tien jaar tijd tussen de 500.000 en 700.000 huizen aan de voorraad toevoegen. Dat blijkt uit onderzoek ‘Ruimte Zat in de stad’ van KAW architecten, een bureau van ‘onderzoekers en adviseurs met oog voor mens en samenleving’, dat de potentie van naoorlogse wijken in kaart bracht.
De resultaten bieden een andere kijk op de discussie die momenteel wordt gevoerd over ‘bouwen in het groen’ of ‘inbreiding in de stad’, zo stelt Stefan ten Teije in het Algemeen Dagblad van 12 juli 2021. Hij bespreekt het KAW-onderzoek aan de hand van het hierboven beschreven rapport van Het Economisch Instituut voor de Bouw, dat aanstuurde op het ontwikkelen van gebieden buiten bestaande dorpen en steden. Ook gaat hij in op het aandringen van de Tweede Kamer, met name door VVD en CDA, op nieuwe Vinex-locaties in weilanden.
Ten Tije spreekt met KAW-directeur en architect Reimar von Meding, die vindt dat er juist genoeg ruimte is in de steden en dorpen zelf. Het overgrote deel van de totaal geraamde behoefte van zo’n 1 miljoen huizen tot 2030 zouden volgens hem snel gebouwd kunnen worden in wijken uit de periode 1950-1980. Dat stelt zijn bureau aan de hand van door hen uitgevoerd data- en ontwerponderzoek.
,,Er zijn intelligentere oplossingen dan de weilanden volbouwen. Het verbeteren van bestaande wijken is in mindere mate een commercieel dan maatschappelijk belang. De vraag hoe we mensen betaalbaar kunnen laten wonen, is op de achtergrond geraakt. Daar moet juist de aandacht naartoe.”
Reimar von Meding, directeur en architect KAW (LinkedIn, 12 juli 2021)
‘Naoorlogse wijken hebben genoeg ruimte voor honderdduizenden extra woningen’
Stefan ten Teije, Algemeen Dagblad, 12 juli 2021
.
,,Er is Ruimte Zat in de bestaande Stad. Ruimte die je kunt gebruiken voor veel meer woningen. Wij deden uitgebreid onderzoek naar de capaciteit van bestaande wijken. Alleen al woningbouwcorporaties kunnen met de juiste strategie de komende 10 jaar 60.000 woningen jaarlijks toevoegen binnen het eigen bezit. Het positieve bijeffect: stadswijken die aandacht nodig hebben kunnen zo een grote impuls krijgen.”
KAW architecten
Downloadpagina onderzoek ‘Ruimte Zat in de stad’
Onderzoeksteam KAW architecten, juni 2021
Webinar Ruimte Zat in de stad – woningnood of woonnood?
Op 13 oktober 2021 vindt een KAW-webinar plaats over Ruimte Zat in de stad. Onderzoeker en dataspecialist Jeroen Drewes en Reimar von Meding laten je online kennismaken met alle ins- en outs van het onderzoek.
Daarnaast lichten ze een tip van sluier op middels een sneak-preview van het vervolgonderzoek. Rijksadviseur Wouter Veldhuis – zijn visie op toekomstig wonen in de stad of daarbuiten behandel ik hieronder – is gevraagd te reflecteren op het nieuwe drieledige KAW-onderzoek. Ook worden vragen van webinar-deelnemers beantwoord.
‘Als pompstations en parkeervlaktes verdwijnen, is er ruimte genoeg voor nieuwbouw in de stad’
Ruimte genoeg in de steden voor nieuwbouw, zegt Reimar von Meding tegen journalist Hanne Obbink, die hem voor Trouw interviewt naar aanleiding van het vervolgonderzoek van Ruimte Zat in de stad: ‘Als pompstations en parkeervlaktes verdwijnen, is er ruimte genoeg voor nieuwbouw in de stad‘.
‘Kijk eens naar al die wijkwinkelcentra met die asfaltvlakten eromheen. Of naar verouderde verzorgings- en verpleeghuizen. Of naar al die tankstations die nu nog veel ruimte innemen, maar straks overbodig zijn. Speel in op veranderingen die toch al gaande zijn in de steden, dan is er nog ruimte genoeg voor zeker 200.000 nieuwe woningen. Dat is de boodschap uit nieuw onderzoek van KAW-architecten, dat aanhaakt bij een lang lopende discussie.’
Voor de één miljoen huizen die politieke partijen graag voor 2030 willen bouwen, is genoeg ruimte in naoorlogse wijken, in verouderde winkelcentra of op de plek van tankstations in steden, tekent ook Stefan ten Teije op, voor NU.nl:
Nog eens 200.000 huizen zijn te bouwen in onder meer oude winkelcentra
Stefan ten Teije, NU.nl, 14 oktober 2021
‘Als we maar ‘meebewegen’ met wat toch al gaande is’
Nederland heeft veel nieuwe woningen nodig, dat wordt door bijna niemand betwist. Maar over de vraag waar die moeten komen, lopen de meningen uiteen, zegt presentatieduo Mieke van der Weij en Peter de Bie in het programma ‘Nieuwsweekend‘ op 16 oktober 2021. Reimar von Meding is te gast in de Radio1-studio en geeft (aan een breed gehoor!) uitleg over het vervolgonderzoek van Ruimte Zat in de stad.
Rijksadviseur: ‘Eengezinswoningen in het groen, daar hebben we er genoeg van’
Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving Wouter Veldhuis betwijfelt of er wel één miljoen woningen moeten worden gebouwd en noemt de renovatie-uitdaging van zeven miljoen woningen groter. Dat meldt Stadszaken ‘bij monde’ van Ronald Bruins op 23 september 2021. Veldhuis wijst de constateringen van ‘de bouwlobby’ dat we een derde deel van de benodigde betaalbare woningen in de groene ruimtes moeten bouwen pertinent af. ‘Eengezinswoningen in het groen, daar hebben we er genoeg van’, zegt hij. ‘Bouw meer voor senioren en starters, dan komt de noodzakelijke verhuisbeweging op gang.’
,,Mijn stelling is dat we beter moeten nadenken – een visie moeten hebben – op de woningbouw voor de komende honderd jaar. Waar hebben we, gezien de demografische ontwikkeling en de bestaande bouw, behoefte aan?”
Wouter Veldhuis, Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving
‘Geen paniek, we gaan 1 miljoen woningen bouwen’
‘Bouwen, bouwen, bouwen’ wordt er langs de zijlijn geschreeuwd sinds de politiek ontdekt heeft dat er 1 miljoen woningen bij moeten komen in Nederland. Wilde plannen borrelen op maar al die paniek is overbodig, tweet Harvey Otten op 26 oktober 2021. Otten is architect. Hij ontwerpt en begeleidt de bouw van particuliere woningen, appartementen, scholen, winkels en werkt aan transformaties in steden en dorpen.
.
Als hij de staat van de Nederlandse politiek psychologisch zou moeten duiden dan is het ‘manisch-depressief’. ‘Er worden zo’n 70.000 woningen per jaar gebouwd, zo stelt hij, en dat is voor nu genoeg. Niemand durft te zeggen dat met een beetje geduld die eengezins-woningen zeker vrijkomen‘:
,,Naast die 70.000 nieuwbouwwoningen komen er nog eens ruim 20.000 woningen bij door transformatie en splitsing. We hebben volgens de prognoses 1,16 miljoen extra woningen nodig voor 2035. In het huidige bouwtempo redden we dat makkelijk.“
Harvey Otten, architect
Ook Otten hekelt het Economisch Instituut voor de Bouw, dat bouwlobby voert met cijfers uit door henzelf verrichte woonvoorkeuronderzoeken waarbij de huidige verhuisbeweginingen worden geprojecteerd op de toekomst‘. Daaruit blijkt dat de meeste Nederlanders een ruim huis met een tuin willen.
,,Logisch, er zijn nu ook veel huizen met een tuin. We barsten van de eengezinswoningen. Het is een advies als dat van een luie makelaar die je aanraadt hetzelfde huis te ontwerpen als wat hij zojuist om de hoek verkocht heeft.“
Harvey Otten, architect
We moeten ons volgens Harvey Otten dan ook niet laten afleiden door de haast van de politiek:
,,Jarenlang bouwden we teveel eengezinswoningen. Een paar jaar wat extra nieuwbouwappartementen trekt de verhouding in balans. Een groot deel van de locaties ligt klaar, daar hoeven geen polders voor opgekocht en opgehoogd te worden. Rustig doorbouwen, 70.000 nieuwbouwwoningen per jaar, nog wat transformaties, splitsingen en optoppingen erbij en we gaan die miljoen woningen makkelijk halen!“
Harvey Otten, architect
Geen paniek, we gaan 1 miljoen woningen bouwen
Harvey Otten, oktober 2021
‘Richt de bouwstrategie op krimp’
‘Architect met een mening’, zo omschrijft Harvey Otten zichzelf. Die mening uit hij onder meer in blogs op zijn website harveyotten.nl en op Andere Tijden Architectuur. “Het is logisch dat architecten zich mengen in het maatschappelijk debat,” zegt hij tegen (een van) ‘de drie mannen’ van het online platform Urban-Innovators. “Ons werk heeft impact op de leefomgeving, of het nu een huis, een kantoor, een wijk of een plein is. Het is meer dan een tekening.”
Urban-Innovators stelt zichzelf één belangrijk doel: kennis delen en vraagstukken oplossen binnen bouwend en civiel Nederland. Op 29 oktober 2021 publiceert het platform een profielschets van Harvey Otten, waaruit nadrukkelijk ‘een mening’ over een te volgen bouwstrategie valt op te maken: ‘Richt de bouwstrategie op krimp‘.
,,We moeten stoppen met paniekvoetbal over de woningbouw-opgave in Nederland. In plaats daarvan moeten we ons richten op de langlopende trends: verstedelijking en krimp in de buitengebieden. Tot 2030 één miljoen woningen in het weiland bouwen is geen goed idee.”
Harvey Otten, architect
Gooi de naoorlogse wijken op de schop en je krijgt er een miljoen woningen bij, zegt deze architect
Ook NRC mengt zich in de discussie over waar nu het slimst gebouwd kan of moet worden, en of dat met innoverende verdichting, of met huizen stapelen in het groen – bouwen in het weiland – zijn beslag moet krijgen. Johan Nebbeling bespreekt het KAW-rapport Ruimte Zat in de stad op 29 november 2021 aan de hand van een aantal praktische voorbeelden en beziet of een fikse renovatie van naoorlogse wijken met corporatiewoningen uitkomst kan bieden. De Rotterdamse jarenzestigwijk Het Lage Land bijvoorbeeld.
,,Bouw je in naoorlogse wijken, dan is bouwen in het groen – waar iedereen het over heeft – helemaal niet nodig”, benadrukt KAW-architect Reimar von Meding. Het landelijke tekort bedraagt op dit moment rond de 280.000 woningen, zo berekende het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) deze zomer. Voor Von Meding is duidelijk waar de kansen liggen.
Zo niet voor Friso de Zeeuw, emeritus hoogleraar gebiedsontwikkeling aan de TU Delft; die vindt de ideeën van KAW luchtfietserij. De Zeeuw wijst daarbij op de (veelal uit de kring van ‘groenbouwers’ gehoorde, maar mijns inziens achterhaalde) praktische bezwaren: te duur, en het is moeilijker om in bestaande wijken te bouwen.
,,Het klopt dat de stad nog ruimte biedt. Maar je kunt en moet er niet alles in willen proppen. Het is niet het ei van Columbus. Bouwen in het groen blijft noodzakelijk.”
Friso de Zeeuw, emeritus hoogleraar gebiedsontwikkeling
Het drietal trekt Het Lage Land in – de wijk werd ontworpen door Lotte Stam-Beese, zo’n beetje de oermoeder van de Nederlandse wederopbouwarchitectuur – en ontmoeten de 81-jarige Hildegard van Baardewijk-Stahl, die er als jonge moeder een heerlijke tijd heeft gehad. ,,De huizen waren ruim en mooi en de kinderen konden overal spelen. Ik heb zulke mooie herinneringen!”
Von Meding hoort het glimlachend aan. Als ze haar weg heeft vervolgd, bevestigt hij: „Het Lage Land was ooit de perfecte woonomgeving voor de kinderrijke gezinnen waarvoor dit soort wijken werd ontworpen.” Maar, voegt hij er aan toe: wat toen werkte, werkt nu niet meer:
„De samenleving is veranderd en dit soort wijken sluit daar niet meer op aan. Er zijn tegenwoordig bijvoorbeeld veel meer een- en tweegezinshuishoudens dan gezinnen met kinderen en voor hen is veel te weinig woonruimte beschikbaar. Daarbij: ook de naoorlogse wijken moeten klimaatbestendig worden.”
Reimar von Meding, directeur en architect KAW
Gooi de naoorlogse wijken op de schop en je krijgt er een miljoen woningen bij, zegt deze architect
Johan Nebbeling, NRC, 29 november 2021
Rijksadviseur: “Versterk bestaande steden en dorpen”
In een opiniestuk in Gebiedsontwikkeling.nu schrijft columnist (en Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving) Wouter Veldhuis (een week voordat bovenstaand NRC-artikel verscheen) dat de roep om snel veel woningen te bouwen op uitleglocaties (in de wei, red.), veel te gemakkelijk is. Niet doen, zegt Veldhuis, er is binnen de bebouwde kom nog voldoende ruimte.
En, als door een adder gebeten: ,,gebruik het overvloedige geld (de huidige onbeperkte beschikbaarheid van investeringskapitaal, red.) als stevige rugwind voor het versterken en verbeteren van de vitaliteit in onze dorpen, buurten en wijken.” Hij ziet het framen van het ‘noodzakelijk’ geachte bouwen in het groen als een ‘financiële storm die onze steden, dorpen, landbouwgronden, uiterwaarden en landschappen bedreigt‘.
,,Met rode vlekken in de hals wordt de boodschap op ieder podium verkondigd: de overheid moet de beperkingen op bouwen in het buitengebied laten varen, alleen dan kunnen de bouwers de woningnood oplossen!”
Wouter Veldhuis, Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving
In tegenstelling tot de sceptici die bouwen in het buitengebied als enige kansrijke oplossing zien durft Veldhuis in zijn column zelfs – zonder schroom – de titel van het zeer overtuigende onderzoek van KAW te parafraseren: er is ‘Ruimte Zat in de Stad!‘
“Versterk bestaande steden en dorpen”
Wouter Veldhuis, Gebiedsontwikkeling.nu (column), 23 november 2021
‘Hoe wonen ineens een probleem werd’
,,De wooncrisis was er niet ineens, maar dient zich al jaren aan. We wilden er alleen niet over nadenken. Sterke column van @ivandevegte, directeur van de Fries Cultureel Planbureau.“ Dat tweet journalist Floor Milikowski, vergezeld gaand van de gekopieerde versie van een column van Ingrid van de Vegte uit het Fries Dagblad (van 12 juli 2021, red.) op 27 oktober 2021.
Ik neem die column om meer dan een reden hieronder integraal op, zodat ook niet-abonnees er kennis van kunnen nemen. Te belangrijk – op deze plek – om te missen. Twee keer klikken voor het best(e) (leesbare) resultaat.
Wat gaan we waar bouwen? Voor wie, en hoe dan? De complexe opgave voor de nieuwe minister Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Op 15 december 2021 werd het Coalitieakkoord tussen VVD, D66, CDA en ChristenUnie gepresenteerd. Het Kabinet Rutte IV telt straks 29 bewindspersonen: 20 ministers en 9 staatssecretarissen. Er worden geen nieuwe ministeries in het leven geroepen, maar er komen wel nieuwe ministersposten bij. Een van die posten is toegewezen aan ex-minister VWS, Volksgezondheid Welzijn en Sport, in het Kabinet Rutte III: Hugo de Jonge. Hij zal zich ontfermen over de nieuwe ministerspost VRO, Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Vele wenkbrauwen gingen omhoog – De Jonge heeft immers geen relevante ervaring op dit gebied en ontbeert vakspecifieke kennis. Daarnaast valt De Jonge met zijn ministerspost onder het ministerie van BZK, Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties.
“Er komt geen eigen ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Er komt alleen een bewindspersoon die dat als portefeuille heeft”, zegt Sociaal Geograaf Floor Milikowski in het radioprogramma ‘Met het Oog op Morgen‘ op 3 januari 2022. ,,De Jonge krijgt er geen eigen ambtenaarsapparaat bij. Hij zal het heel erg moeten doen met ambtenaren van andere afdelingen.” Milikowski is dan ook niet zeker of Hugo de Jonge wel de juiste persoon is op Ruimtelijke Ordening.
,,Als je kijkt naar zijn houding richting corona met z’n ‘prikken, prikken, prikken’ en je weet dat de bouwlobby actief opereert richting politiek met het ‘bouwen, bouwen, bouwen’-mantra, dan ben ik bang dat hij de neiging gaat hebben om te eendimensionaal naar het woonprobleem te gaan kijken.”
Floor Milikowski, Sociaal Geograaf
Ruimtelijke ordening vraagt uiteraard een bredere blik – meer dan het alleen oplossen van de wooncrisis. Die mening is ook ABN Amro Hoofdeconoom Sandra Phlippen toegedaan, ze is iets optimistischer – ziet dat er veel geld wordt gereserveerd door het aankomend Kabinet, al worden die hoge bedragen pas aan het einde van de regeerperiode uitgegeven.
Nieuw College van Rijksadviseurs: ‘De tweeëntwintigste eeuw begint nu’
Stedenbouwkundige en architect Wouter Veldhuis maakt, evenals landschapsarchitect Jannemarie de Jonge met ingang van december 2020 deel uit van het ‘nieuwe’ College van Rijksadviseurs. Zij volgen Berno Strootman en Daan Zandbelt op, die sinds september 2016 de functies van Rijksadviseurs hebben vervuld. Francesco Veenstra is sinds 1 september 2021 Rijksbouwmeester en als zodanig voorzitter van het College van Rijksadviseurs.
Francesco Veenstra: ‘We moeten samen bewuste keuzes maken, moedige keuzes’
Marieke Giele was benieuwd naar de plannen voor de komende jaren en vroeg eind september 2021 voor magazine de Architect de kersverse Rijksbouwmeester naar zijn ambities.
,,Alles wat we nu doen, zal impact hebben op de hele lange termijn. Daar moeten we ons bewust van zijn.”
Francesco Veenstra, Rijksbouwmeester
Het totaal aan claims is vele malen groter dan de beschikbare ruimte die we hebben in ons land, zegt Veenstra. Dat betekent dat we samen bewuste keuzes moeten maken, moedige keuzes. Of het nu om klimaatverandering gaat, de stikstofcrisis of woningnood: het zijn allemaal complexe opgaven die we in samenhang moeten beschouwen.
Ze leggen stuk voor stuk een claim op de ruimte in ons land in de vorm van woningen en wegen, stallen en akkers, zonneparken en windmolens, datacenters en distributiedozen. Om nu goede beslissingen te nemen over onze leefomgeving, moeten we weten waar we naartoe willen. Hoe ziet Nederland er in de toekomst uit? ,,De tweeëntwintigste eeuw begint nu!”
Op 23 september was Veenstra te gast in het BNR-radioprogramma ‘De top van Nederland’. Het demissionaire kabinet wil de komende tien jaar een miljard euro besteden aan huizen, gaat dit genoeg zijn? Is dat een druppel op een gloeiende plaat, of stelt dat iets meer voor? Die vragen legt Thomas van Zijl in een uitgebreid gesprek voor aan Francesco Veenstra.
Rijksbouwmeester Francesco Veenstra – met een ‘helikopterview’ de toekomst te lijf
Op 12 januari 2022 is de Franceso Veenstra te gast in het Radio1-programma ‘Kunststof’. Presentator Jellie Brouwer neemt je mee in een meer dan vijftig minuten durende uitzending waarin Veenstra’s carrièreverloop, van jongensdroom – helikopterpiloot – tot architect, en nu dus Rijksbouwmeester, besproken wordt. Veenstra volgde zijn opleiding onder andere aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst. Belangrijke projecten van zijn hand zijn de Library of Birmingham, Stadskantoor en stationshal Delft, Kaap Skil op Texel en cultuurcomplex Home in Manchester.
Nederland wordt steeds lelijker, maar is de ‘verdozing’ wel te stoppen?
Terug naar ‘verdozing‘. Op 13 december (2019) zette Robbert Blokland, verslaggever van Nu.nl, in zijn (goed onderbouwde) artikel ‘Nederland wordt steeds lelijker, maar is de ‘verdozing’ wel te stoppen?‘ de zaak – for the time being – aardig op een rijtje.
,,Het is al bijna te laat, waarschuwen experts. Het aantal distributiecentra in Nederland is de afgelopen vijf jaar met 25 tot 43 procent toegenomen.”
Robbert Blokland
Zaken op een rijtje zettend; ik heb een interessante pagina ‘ontdekt’. Klik hier, of op onderstaande foto van het toekomstig Jumbo-‘filiaal‘ dat binnenkort in Bleiswijk moet verrijzen, om te zien dat de bouw- en vastgoedwereld niet stilzit. Op deze pagina vinden updates (bijna) dagelijks plaats.
Dat de bouw- en vastgoedwereld de activiteiten van het College van Rijksadviseurs (en de Stec-Groep) met ‘argusogen’ volgt blijkt uit een rapportage van Bas Dijkhuizen, die voor hetzelfde Logistiek.nl, de grootste website voor logistiek-professionals in Nederland, op 30 december 2019 de ‘verdozingsdiscussie-2019‘ zorgvuldig en vanuit ‘hun’ perspectief in beeld bracht.
Alarm om verdozing van het Nederlands landschap!
,,Het ontbreekt overheden op dit moment soms aan een duidelijke toekomstvisie over het Nederlandse landschap.”
Berno Strootman, Rijksadviseur.
De toename van het zogeheten (X)XL-vastgoed gaat zorgwekkend hard en de enorme distributie- en opslagcentra worden daarnaast ook steeds groter. De eerder genoemde landschapsarchitect en Rijksadviseur Berno Strootman vindt dat er snel iets moet gebeuren en sloeg op 25 december 2019 in De Stentor alarm in ‘Alarm om ‘verdozing’ van het Nederlandse landschap: er komt per dag dik 8 hectare bij‘.
Kennelijk moet het volgens hem niet alleen ‘minder, compacter, geconcentreerder en multifunctioneler’, maar moet de (ongestuurde en ongecontroleerde) verdozing ook sneller een halt worden toegeroepen.
.
,,Stop met het geven van voorrang aan lokale economische belangen op de korte termijn.”
Berno Strootman, Rijksadviseur.
Zijn roep vond snel gehoor. De Tweede Kamer heeft nog voor de jaarwisseling met een grote meerderheid een motie van Eppo Bruins (ChristenUnie) en Mustafa Amhaouch (CDA) aangenomen waarin de ‘ongewenste verdozing‘ moet worden afgeremd – aan banden worden gelegd.
‘Zet een stop op nieuwe locaties voor grote distributiecentra’
Er moet een einde komen aan de ongebreidelde groei van grote logistieke hallen, zegt de kersverse Rijksadviseur Wouter Veldhuis op 13 oktober 2021 (!) in Het Financieele Dagblad. Hij wil daarom nieuwe gronduitgiftes voor deze ‘blokkendozen’ bevriezen. Hij spreekt van ‘een wildwest’ en ‘een goldrush’ op de markt voor logistiek vastgoed. ‘Willen we wel de parkeerplaats van goederen van Europa zijn?’
De stop zou volgens Veldhuis een jaar tot anderhalf jaar moeten duren. ‘In die periode moet de rijksoverheid duidelijke afspraken maken met de provincies. Per regio afspraken maken gaat sneller dan landelijke regels invoeren.’
Wouter Veldhuis: ‘Stop met pleisters plakken en kom met nieuwe visie op economische hoofdstructuur’
De ongebreidelde vraag naar ruimte voor distri-butiecentra, stroomvretende data-distributie en de transitie naar een circulaire economie vraagt om een nieuwe visie voor de economische hoofd-structuur van Nederland. Dat stelt Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving Wouter Veldhuis, in Stadszaken op 8 november 2021. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) moet daarin volgens hem het voortouw nemen, in nauwe samenwerking met de andere ‘ruimtelijke’ departementen. Regie op het gebruik van de schaarste ruimte kan wat hem betreft over twee schijven: landelijk voor ruimtevragers die zich bewegen op de Europese economische hoofstructuur, regionaal om te voorkomen dat gemeenten elkaar uitspelen.
,,Ik heb mij in het Financieel Dagblad tegen de verdozing uitgesproken. Dat was géén pleidooi tegen logistiek. We willen dat steden duurzamer en aantrekkelijker worden. Dan moet je ook nadenken over logistieke stromen.“
Wouter Veldhuis, Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving
(Wouter Veldhuis is hoofdspreker op het zestiende BT Event op 10 november 2021 in Eindhoven, ‘hét congres voor iedereen die werkt aan de toekomst van Nederlandse werklocaties’.)
Bewoners keren zich in actiecomité tegen gemeente
Voor ‘Actiecomité CA58.nl‘, dat zich keerde tegen plannen van de gemeente Roosendaal, die vergunning verleende aan vastgoedontwikkelaar Logistics Capital Partners (LCP) voor één van de grootste distributiecentra (‘Campus A58‘, 115.000 vierkante meter) in logistieke hotspot West-Brabant, kwam de motie te laat. Dat diezelfde gemeente het niet zo nauw neemt met reguliere inspraakmogelijkheden voor bewoners blijkt uit een bijdrage van eerdergenoemde Bas Dijkhuizen (Logistiek.nl) van 8 januari jongstleden.
‘De Monitor’: Hoe stoppen we de verdozing van Nederland?
De Monitor is een onderzoeksjournalistiek platform van de KRO-NCRV. Ze onderzoeken maatschappelijke kwesties met behulp van de kennis, ervaringen en input van het publiek. ‘Een eigentijdse vorm van journalistiek: crowdsourcing‘, zo luidt de slogan waarmee de redactie je aanzet tot het geven van tips om misstanden en systeemfouten aan het licht te brengen. De Monitor snijdt maatschappelijke thema’s aan als zorg, werk, veiligheid, onderwijs, duurzaamheid en wonen. De eerste uitzending van het nieuwe decennium stond in het teken van verdozing. Op 6 januari 2020 werd kijkers de vraag voorgelegd: ‘Hoe stoppen we de verdozing van Nederland?’
Door op onderstaande foto (!) te klikken – ik heb de video bewust niet ‘ingesloten’ – wordt je niet alleen naar de uitzending geleid, je vindt er tevens veel achtergrondinformatie die betrekking heeft op hun onderzoek en reportage. Kijk, en oordeel zelf!
Verdozingsdiscussie staat op scherp!
Nadat begin juni vorig jaar Rijksadviseur Berno Strootman voor het verschijnen van hun ‘verdozingsadvies’ tijdens een rondetafelgesprek ‘Logistiek van Vastgoedmarkt‘ op de Provada alvast een voorschot nam door te pleiten voor een rem op de blokkendozen in het Nederlands landschap, en het maatschappelijk verzet ertegen en de media-aandacht ervoor toeneemt, vond ook Peter de Weerd, editor bij Vakmedianet, het tijd voor een terug- en vooruitblik. Op 29 januari 2020 kondigde hij een nieuw online (digi)magazine van ‘Logistiek.nl‘ aan, met daarin visies, nieuws, trends en ontwikkelingen speciaal gericht op vastgoed, ‘verdozing’ in het bijzonder. Hij stelde daarbij enerzijds dat ‘meer regie en clustering van dc’s gewenst is, maar vroeg zich anderzijds af of dit ook gaat lukken?‘. Hoe dan ook, de verdozingsdiscussie staat op scherp!
,,Ondanks de weerstand zal ook dit jaar de vraag naar ruimte voor de bouw van deze distributiecentra van meer dan 50.000 vierkante meter in met name de belangrijkste logistieke hotspots aanhouden.”
Peter de Weerd, Vakmedianet
Recordaantal nieuwe XXL-distributiecentra in 2019
Vanaf 11 februari 2020 staat die discussie inderdaad op scherp: ,,Nog niet eerder werden er zoveel XXL-distributiecentra in Nederland gebouwd. In 2019 openden negentien megadistributiecentra hun deuren en werden er nog eens twaalf aangekondigd. (Totaal 31 van de 100 sinds 2013, met 12.400 te verwachten arbeidsplaatsen; 400 per dc dus (red.)). Het zet de discussie over de ‘verdozing van het landschap’ verder op scherp, stelt Buck Consultants International (BCI)“, zo meldde LogistiekProfs in: ‘Record nieuwe XXL-distributiecentra zet discussie op scherp‘.
René Buck, ceo bij BCI, die in juni ook aan het bovengenoemde rondetafelgesprek deelnam, zette daarmee de ‘tegenaanval’ in. Buck baseert zijn repliek daarbij op mede door BCI gedaan onderzoek in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het BCI wil dat er een Nationale Taskforce wordt aangesteld die de problematiek op drie niveau’s moet gaan aanpakken.
Dat BCI en de logistiekwereld de discussie serieus neemt – anticiperend op het ‘aan banden gelegd worden door Den Haag’ – blijkt uit een door Spryg Real Estate Academy georganiseerde ‘Logistiekdag 2020, Warehousing & Logistieke hotspots‘ in het Agora Theater op 12 februari in Lelystad, waarop ‘De verdozing van Nederland‘ ‘s middags op het programma stond.
‘Logistiek vastgoed’ kan niet langer wegduiken voor de heersende onvrede
Er werden tijdens dit congres harde noten gekraakt en er klonken veel verongelijkte woorden. Het College van Rijksadviseurs werd door Jeroen Lokerse, ceo van Cushman & Wakefield Nederland, feitelijke onwaarheden aangewreven en haar onderzoek werd door hem op sommige punten zelfs in twijfel getrokken. Lees hier het verslag ‘Logistiek vastgoedsector: ‘niet wegkijken bij verdozingdiscussie’ van het congres door Bas Dijkhuizen (Logistiek.nl).
Krokodillentranen, temeer omdat de ‘vastgoedman’ (B.D., red.) zich voor meer dan 90 procent kan vinden in de eindconclusies van het (CRa)-rapport. Bovendien zegt hij, bij een discussie van deze omvang, groot voorstander te zijn van centrale regie door de overheid om tot een nieuw instrumentarium bij de landschappelijke invulling van distributiecentra te komen.
Dagvoorzitter Wim Eringfeld, directeur van de Stec Groep, benadrukte in zijn eindconclusie van ‘Logistiek Vastgoed 2020‘, dat de logistiek-vastgoedsector snel – de motie ligt er immers – met een antwoord moet komen op de verdozingdiscussie. En gaf een wijze raad vooraf:
,,In de verdediging schieten haalt niet veel uit omdat het merendeel van het publiek dan denkt ‘daar heb je die vastgoedjongens weer’ en het is logisch dat zij die positie innemen.”
Wim Eringfeld
Verdozing provincie Utrecht neemt toe; effect van online koopgedrag
,,Het landschap is van iedereen en aantasting doet pijn.”, schreef eerder Trouw-journalist Joop Bouma, daarmee refererend aan Jantien de Boer‘s ‘landschapspijn’. En die pijn wordt zo langzamerhand gevoeld – ook door burgers in en om Utrecht, een van de (distributie en logistieke) hotspots van ons land.
De provincie Utrecht heeft er in de afgelopen vier jaar zeventien distributiecentra bijgekregen met een gezamenlijk vloeroppervlak van bijna 395.000 vierkante meter. En die groei zet door, want de komende twee jaar wordt nog eens 186 duizend vierkante meter verwacht.
In bovenstaande video draagt landschapsarchitect en creatief adviseur Ruimte Marc Nolden een aantal suggesties aan voor alternatieve invullingen van de dozen. In een uitgebreid verslag van Dounia Tourabi, verslaggeefster van RTV Utrecht, komen alle aspecten van de verdozingsproblematiek aan de orde – inclusief die van ons eigen online koopgedrag: ‘‘Verdozing’ van de provincie Utrecht neemt toe: ‘Dit is het effect van ons online koopgedrag’‘.
,,Dit is het effect van online koopgedrag. Het landschap is een spiegel van onze cultuur. Die dozen zijn wij. Ik ben daar niet blij of trots op, maar het hoort wel bij deze tijd. Als we het anders willen, moeten we de winkelstraten in.”
Marc Nolden
Benut de kansen voor de herontwikkeling van brownfields
Veel nieuwe logistieke panden worden gebouwd ‘in de wei’, de zogenoemde greenfields, op nieuwe bedrijfskavels aan de rand van de stad, goed ontsloten en vrij van ingewikkelde procedures. Het maatschappelijke debat richt zich met name hierop: landschapsvervuiling en verloedering van de bestaande bedrijventerreinen.
Logistieke herontwikkeling van de zogenaamde brownfields, bestaande bedrijventerreinen binnen de stedelijke agglomeratie, gebeurt, mooie voorbeelden uitgezonderd, nog maar mondjesmaat, zo stellen Hub Ploem en Evert-Jan de Kort, beide werkzaam bij economisch advies- en onderzoeksbureau Stec Groep, in Logistiek.nl op 6 maart 2020. In ‘Benut de kansen voor de herontwikkeling van brownfields‘ houden zij een vurig pleidooi voor herontwikkeling van deze brownfields en wijzen daarbij op een vijftal randvoorwaarden waaronder die – volgens hen – zou moeten plaatsvinden.
De verdozing van Nederland, hoe nu verder?
,,Het onderzoek waarin het College van Rijksadviseurs (CRa) de regering oproept om de verdozing van Nederland aan banden te leggen, zorgde voor een stortvloed aan reacties en zette de maatschappelijke discussie verder op scherp. Ondanks dat de logistiek (vastgoed)sector en het College verschillende standpunten innemen, bestaat er draagvlak voor de conclusies uit het ‘verdozingsonderzoek’.
Het is nu dus zaak om vervolgstappen te maken”, zegt Logistiek-journalist Bas Dijkhuizen op 25 maart 2020. Alle betrokkenen zullen volgens hem vanaf nu met ideeën en oplossingsrichtingen moeten komen waar eenieder mee verder kan. Lees hier zijn artikel ‘De verdozing van Nederland, hoe nu verder? – PODCAST‘, of klik op de illustratie hieronder voor de podcast.
Logistiek landschap van de toekomst: Design Challenge ‘Out of the Box‘
,,We moeten nieuwe, kwalitatieve eisen stellen aan de logistieke complexen en bedrijventerreinen van Nederland. Hoe precies, dat is de grote vraag!”. Dat stelt de Vereniging Deltametropool, dat samen met CAST, het Centrum voor Architectuur en Stedenbouw Tilburg e.o., Kunstloc Brabant en de Landschapstriënnale eind 2019 de Design Challenge ‘Out of the Box‘ organiseerde.
Om het debat daarover een nieuwe impuls te geven zijn vier ontwerpteams aan de slag gegaan om een hun visie op het logistiek landschap van de toekomst te formuleren en visualiseren. Ik doe gewoon een keertje lekker gek, en neem ze alle vier op:
Op 21 augustus (19:30 uur) organiseerde CAST een presentatie- en debatavond als opening van de expositie ‘Out of the Box‘ in de (prachtige) LocHal. De ontwerpers lichtten daar hun visie en ideeën toe. Nadien vond reflectie plaats met onder andere Berend de Vries, wethouder gemeente Tilburg, Jeroen Smarius, directielid van de Provincie Noord-Brabant en Luc de Vries, programmamanager binnen het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het programma was live te volgen via de Facebookpagina van Omroep Tilburg. Hier de YouTube-variant:
Het wordt tijd voor harde eisen aan nieuwe distributiecentra
Voor Cees-Jan Pen was na deze ‘Out of the Box‘-avond vooral helder ‘dat het huidige bestelsysteem van consumenten gewoon niet meer houdbaar is’:
,,Het beeld van een van de ontwerpers van een wijk met dagelijkse parade van busjes die onze besteleconomie in stand moet houden, was confronterend.”
Cees-Jan Pen
Tijdens het debat vielen termen als onhoudbaar, gedragsverandering, marktfalen en wegwerpeconomie.
,,Ons economisch systeem is niet toekomstbestendig. Er zal landelijk echt iets moeten gebeuren om alle kosten door te berekenen van het gratis bezorgen, retourneren en de bijkomende overlast en verspilling.”
Cees-Jan Pen
Pen vindt dan ook dat we eisen moeten gaan stellen en dat er snelheid met de regie gemaakt moet worden.
,,Het is niet meer van deze tijd dat er geen harde eisen worden gesteld rond het te vaak ontbreken van zonnecollectoren op de enorme daken van distributiecentra, een fatsoenlijke landschappelijke inpassing en duurzaam bouwen van de hallen.”
Cees-Jan Pen
,,De huidige manier van planning van distributiecentra is niet meer van deze tijd en frustreert de gewenste ruimtelijke verduurzaming en zorgen over landschappelijke waarden.” Cees-Jan Pen vindt het dan ook tijd voor serieuze eisen aan distributiecentra. Lees hier zijn ‘noodkreet’ in ‘Vastgoedmarkt.nl‘ op 28 augustus 2020:
‘Het wordt tijd voor harde eisen aan nieuwe distributiecentra‘.
1,5 miljoen pakketten per dag: internet levert chaos op in de straten van New York
Terwijl in Nederland, met name in de (groot)stedelijke gebieden, de problemen rond onze online aankopen zachtjesaan zichtbaar worden, buigen zich in Amerika heden ten dage reeds diverse beroepsgroepen over oplossingen voor files op wegen en straten, verkeersveiligheid en vervuiling, om aan de drang naar gemak van de Amerikaanse burger tegemoet te komen. Een anticiperend pleidooi voor (overheids)regie in deze lijkt me – voor ons land – meer dan gerechtvaardigd.
Lees hier de longread van Matthew Haag en Winnie Hu: ‘1.5 Million Packages a Day: The Internet Brings Chaos to N.Y. Streets‘ (New York Times, 27/28 oktober 2019)
Dozen, dozen en nóg meer dozen
Terwijl in New York anderhalf miljoen pakjes per dag worden bezorgd – een verdrievoudiging in acht jaar tijd, volgens The New York Times – komen er over vijf jaar zo’n 250.000 pakketten per dag Amsterdam binnen, voorspelt Walther Ploos van Amstel, lector stadslogistiek aan de HvA. Voor steden overal, zeker voor oude binnensteden als die van Amsterdam, maar ook voor nieuwe wijken wordt de vraag steeds prangender: waar laten we de dozen – eerst de volle, en daarna de lege? Lees hier over de ‘verwildering’ van de hoofdstad, maar ook over de ‘wilde plannen’ om die (op een duurzame manier) tegen te gaan: ‘Dozen, dozen en nóg meer dozen‘ (Tracy Metz, NRC, 9 oktober 2020).
‘Sorry We Missed You’
‘Sorry We Missed You‘ heet de indringende film uit 2019 van regisseur Ken Loach over het leven van een paskjesbezorger, en wat dat werk met hem en zijn gezin doet. ,,Je werkt niet vóór ons, je werkt mét ons,” zegt de baas van de opslagplaats als hij hem aanneemt. Het duurt niet lang voordat de bezorger, schitterend gespeeld door Kris Hitchen, leert wat dat betekent: you’re on your own. De baas, en de ‘gun’, de scanner die minutieus de prestaties van de bezorger registreert, kennen geen genade. Hij is ‘eigen baas’ maar raakt verstrikt in de moderne vicieuze cirkel van de gig economy. Bekijk hier de trailer:
‘Aantal webwinkels dat verdwijnt, is groter dan aantal fysieke winkels dat faalt’
De bouw- en vastgoedwereld is dus volop in beweging om te anticiperen op het koopgedrag van de consument van de toekomst, dat van jou en mij. Er wordt door verschillende partijen druk (en fors) geïnvesteerd om ons – letterlijk, door één muisklik – op onze wenken te bedienen. Voor twaalf uur besteld, dezelfde dag in huis! Dat vinden we inmiddels normaal – gemak dient de mens.
Dat kon men zich zo’n 25 jaar geleden, toen het internet nog in kinderschoenen stond, maar moeilijk voorstellen. Toch is dat in relatief korte tijd veranderd. Kijk hieronder naar een fragment uit ‘Sonja op Zaterdag‘, een – toen nog – VARA-praatprogramma, waar internet-entrepeneur Maurice de Hond geïnterviewd wordt naar aanleiding van zijn boek ‘Dankzij de Snelheid van het Licht‘.
Bekommeren we ons nog wel om de plaatselijke middenstand, waarom vallen er keer op keer grote warenhuizen om, en hoe zien onze binnensteden er in 2030 uit? Verslaggever Herman Stil van het Dagblad van het Noorden liet twee retailexperts aan het woord: winkel-deskundige en zelfbenoemd shopfan Hans van Tellingen (Strabo), en e-commercepionier Wijnand Jongen, voorman van de webbranche en inmiddels ook voorzitter van de Europese brancheorganisatie van webwinkeliers. Jongen is overigens medeauteur van het boek ‘25 jaar online winkelen in Nederland‘.
Lees hier: ‘De strijd tussen winkel en web: ‘Aantal webwinkels dat verdwijnt, is groter dan aantal fysieke winkels dat faalt’, 23 januari 2020, DvhN.
De fysieke winkel zal overleven!
Trendwatcher Cate Trotter, spreker op ‘RetailTrends-event Stores That Wow‘, weet het zeker: de fysieke winkel zal overleven. De Britse trendwatcher spreekt zelfs van een ‘Renaissance of physical retail’. Welke rol speelt de stenen winkel in de toekomst en welke bedrijven zijn volgens haar ‘futureproof’? Lees hier: ‘De toekomst van de fysieke winkel volgens trendwatcher Cate Trotter’, RetailNews, 3 februari 2020.
Voor 23.59 besteld, morgen in huis. Hoe dan?
Het online shoppen en de consequenties ervan is ook doorgedrongen tot de burelen van De Correspondent in hun ‘zoektocht naar oplossingen voor de kwesties van deze tijd’. Op 6 februari twitterde het privacyvriendelijke en advertentievrije online magazine:
,,Jarenlang weigerde correspondent Emy Demkes online te shoppen. Ze wist niet precies wat de gevolgen van al die miljoenen pakketjes zijn, maar echt goed voor mens en natuur leek het haar niet. Nu wil ze weten hoe het exact zit. Dus klikte ze op ‘bestel nu’.”
Tweet De Correspondent (4 februari 2020)
Emy Demkes is correspondent-Kleding bij het online tijdschrift en heeft de laatste jaren veel gepubliceerd over de keerzijde van ‘fast fashion‘, waarbij alles draait om steeds sneller en goedkoper produceren, met grote negatieve gevolgen voor mens en milieu. Eén belangrijk aspect gaf ze tot nu toe nog niet veel aandacht: de enorme groei van online kleding kopen.
Ze ging (en gaat) op onderzoek en besloot een en ander in een wat breder jasje te steken: wat is de impact van online (kleding) shoppen op mens en milieu? Klik op de still van de animatie hieronder (gemaakt door Vera van de Seyp voor De Correspondent) om deelgenoot te worden van het eerste deel van haar zoektocht in: ‘Voor 23.59 besteld, morgen in huis. Hoe dan?‘.
De Correspondent bedrijft journalistiek in samenwerking met haar leden. Demkes doet onderaan haar artikel een oproep aan haar lezers om haar te helpen bij het vervolg van haar speurwerk. Ook jij kunt haar daarbij (wellicht) van dienst zijn.
Online shoppen wordt een stuk duurzamer als de bezorging wat langer mag duren
,,Sinds de coronacrisis shoppen we meer online. Logisch, want het is een makkelijke en veilige manier van winkelen” zegt Emy Demkes in een ‘vervolgartikel’. In haar zoektocht naar oplossingen voor een duurzamere manier van online shoppen spreekt Demkes Heleen Buldeo Rai, die promotieonderzoek deed naar de ecologische impact van het zogenoemde ‘omnichannel retail‘. Wat kunnen consumenten en webshops doen om de milieu-impact te verkleinen?
Online shoppen wordt een stuk duurzamer als de bezorging wat langer mag duren
Emy Demkes, De Correspondent, 20 november 2020
.
Nederlander hecht aan fysieke winkels, maar kopen we er straks nog?
,,Nederlanders zijn zeer gehecht aan fysieke winkels en een levendige winkelstraat in de buurt of gemeente en zouden dit met pijn in het hart zien verdwijnen. De kans dat fysieke winkels het in de nabije toekomst erg moeilijk gaan krijgen is echter groot”, aldus een onderzoek dat I&O Research, onderzoeksbureau voor overheid en non-profit, in samenwerking met INretail, de brancheorganisatie van retailers in non-food, in de eerste maanden van de coronacrisis uitvoerde.
,,Een groot deel van de consumenten die een leegloop uit de winkelstraten zouden betreuren zal daar zelf debet aan zijn. Bovendien zou de coronacrisis wel eens kunnen werken als katalysator in de omslag van fysieke naar online aankopen.”
I&O Research
De onderzoeksresultaten (publicatiedatum 25 mei 2020) vind je hier: ‘Nederlander hecht aan fysieke winkels, maar kopen we er straks nog?‘
Blijvende verschuiving van fysiek naar online verkoop?
“Voor de coronacrisis werd zo’n 20 procent van alle aankopen van consumentenproducten online gedaan en 80 procent fysiek, maar die verhouding is behoorlijk aan het verschuiven. Waar we de komende jaren naartoe gaan is de grote vraag. Het is aannemelijk dat de coronacrisis de transitie naar online op korte termijn versnelt, ten koste van fysieke locaties”, zegt Henk Hofstede, sector banker retail bij ABN AMRO. Hofstede adviseert mkb-bedrijven over actuele trends – ook online:
‘Zo wordt jouw online verkoopkanaal een succes‘ (rtl-nieuws, 20 augustus 2020).
‘Online shoppen went niet: Friezen blijven na corona verknocht aan vertrouwde ‘stenen’ winkels’
Ongeveer een jaar na de eerste lockdown maakt Rutger van der Meij voor de Leeuwarder Courant de balans op voor het (te verwachten) Friese koopgedrag: Friezen geven zich na de coronacrisis niet definitief over aan online shoppen.
Ruim de helft van de Friezen die sinds het uitbreken van het virus vaker dingen online aanschaffen, verwacht dat ze dit minder gaan doen zodra de winkels weer volledig zijn geopend. Minder dan een derde (30 procent) zegt blijvend meer online te kopen.
Dit blijkt uit een representatief onderzoek van Enigma Research naar het winkelgedrag in coronatijd, gehouden onder 500 Friezen in alle leeftijdscategorieën. De helft van hen is tijdens de lockdown vaker uitgeweken naar webshops.
Online shoppen went niet: Friezen blijven na corona verknocht aan vertrouwde ‘stenen’ winkels
Rutger van der Meij, Leeuwarder Courant, 17 april 2021
VPRO Tegenlicht: ‘Op volle retouren’
VPRO Tegenlicht registreerde in de uitzending van 27 september 2020 wat er met ons retourpakket gebeurt vanaf het moment dat we het overdragen aan de post. Zijn we als consument doorgeslagen in het klakkeloos bestellen en terugsturen van producten? Schatten we diensten als transport nog op waarde? Wat gebeurt er eigenlijk met al die geretourneerde pakketten en wat is het échte prijskaartje van ons retourgedrag?
De Tegenlichters verkenden de schaduwkanten van e-commerce en volgden het traject dat start bij de afdeling ‘Retouren‘. Zet je schrap:
Een frituurpan vol vet, gedragen kleding en volle stofzuigers: bij de retourafdeling kom je het allemaal tegen
Nog diezelfde dag deed Renate van der Bas in een tv-column voor Trouw verslag van haar bevindingen: ,,Zin om weer eens vol verbijstering het hoofd te schudden? Bezie de aflevering ‘Op Volle Retouren‘ van VPRO’s ‘Tegenlicht‘. Het ging zondagavond over onze ongebreidelde koop- en gemakzucht.”
Een frituurpan vol vet, gedragen kleding en volle stofzuigers: bij de retourafdeling kom je het allemaal tegen
Renate van der Bas, Trouw (Tv-column), 27 september 2020
Miljoenen producten die worden geretourneerd worden vernietigd omdat dat goedkoper is dan ze opnieuw aan te bieden
Onlinegigant Amazon vernietigt elk jaar miljoenen onverkochte artikelen, producten die vaak nieuw en ongebruikt zijn, zo onthult Richard Pallot voor ITV News op 22 juni 2021. (Undercover) beelden verzameld door de nieuwszender tonen verspilling op meganiveau. Pallot deed zijn onderzoek bij slechts één van de 24 fulfilmentcentra die Amazon momenteel in het Verenigd Koninkrijk exploiteert. Het kan dus nog gekker!
Gratis geretourneerde kleding gaat zo de prullenbak in. Zonde van de jurk of trui, én het is milieuvervuilend, schrijft Heleen Bastiaanse voor Trouw op 16 augustus 2021. Wat doen webshops om het retourproces te verduurzamen en hoe kan de consument zelf een online kledingmiskoop voorkomen, vraagt ze zich af.
Het Schotse ‘Dunfermline-onderzoek‘ heeft inmiddels ook Nederland op zijn grondvesten doen schudden. Niet in de laatste plaats, omdat het Amazon-destructiemagazijn (in Dunfermline, red.) op nog geen 70 kilometer van Glasgow ligt, waar het VK in november gastheer is (samen met Italië, red.) van de grootste en wellicht meest urgente klimaatconferentie ooit. Daarover is overigens een special voor Kunst en Landschap in voorbereiding. Gaat ‘vuurwerk’ worden, vrees ik.
‘Weg met de winkelstraat’
Dik een jaar na de eerste Covid-19-golf, maart 2021, staat ons een derde te wachten. Een maandenlange lockdown en avondklok doen smachten naar versoepeling van maatregelen: ‘lekker winkelen’ (funshoppen), terrassen weer open, ‘gezellig onder de mensen zijn’.
Wat betekent de zware slag die de lockdown aan de detailhandel, de retail en horeca toebrengt voor de inrichting van steden? Dat vraagt Tracy Metz zich af in: ‘Weg met de winkelstraat‘ in het NRC. Ze ziet in de pandemie een aanleiding voor een transformatie. Die dringt zich volgens haar (al langer) op, maar hoe gaat die, voorbij de ellende, er dan uit zien?
,,De samenleving verandert, maar de detailhandel blijft hetzelfde. Dat moet anders. Laat de overheid voorwaarden stellen aan financiële steun.”
Tracy Metz, directeur John Adams Institute
Metz sprak onder meer met Cees-Jan Pen, lector ‘De ondernemende regio’ aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven. Die viel haar bij:
„Het werd tijd. De binnensteden zijn te lang door de retail gegijzeld. De veranderingen in de samenleving zijn aan de retailsector voorbijgegaan, die is daar heel passief in geweest.”
Cees-Jan Pen, lector ‘De ondernemende regio’
Weg met de winkelstraat
Tracy Metz, NRC, 19 maart 2021
Kabinet investeert 100 miljoen euro in realiseren toekomstbestendige winkelgebieden en in vitale binnensteden
De retail in winkelgebieden in binnensteden en kernen staat sterk onder druk met structurele leegstand tot gevolg. De oplopende leegstand maakt binnensteden snel minder aantrekkelijk, waarbij verloedering op de loer ligt en een neerwaartse spiraal dreigt. De Corona-crisis versterkt en versnelt deze ontwikkelingen.
Met de ‘Contouren aanpak herstructurering van winkelgebieden in binnensteden en kernen‘ investeert het kabinet 100 miljoen euro in het realiseren van toekomstbestendige winkelgebieden en in vitale binnensteden. Dat staat in de Kamerbrief (van 12 mei 2021) van staatssecretaris EZK, Monica Keijzer.
Nieuwe functies en investeringen in ruimtelijke kwaliteit moeten zorgen voor een nieuwe economische en sociale basis. Gemeenten, samen met lokale private partijen, worden daartoe gestimuleerd delen van hun winkelgebied gebiedsgericht en integraal aan te pakken, door ze te ondersteunen met kennis en door ze financieel te ondersteunen. De – mogelijk ook Noordelijke – projecten die hieruit voortkomen moeten gaan dienen als showcases voor andere gemeenten en andere lokale partijen. De opgedane kennis en ervaring zal actief worden opgehaald en verbreid.
In deze brief worden de contouren van deze aanpak geschetst en wordt ingegaan op de bijbehorende regeling. De situatie in onze binnensteden vraagt om een urgente aanpak, zo schrijft de staatssecretaris: ,,Door de regeling snel te openen kunnen nog dit jaar de eerste beschikkingen worden afgegeven en kunnen de eerste gemeenten met hun partners snel aan de slag.” Dat liet ik me geen twee keer zeggen.
‘Winkelleegstand eruit, maakindustrie erin’
De winkelleegstand in de grootste Nederlandse binnensteden loopt sneller op dan verwacht, blijkt uit onderzoek van het FD. In Utrecht is de leegstand in korte tijd verdubbeld. Ook in Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven gaat het snel. Volgens stadsbestuurders ligt verloedering van de bekendere winkelstraten op de loer. Om huurders over de streep te trekken, verlagen sommige pandeigenaren de huren bij het afsluiten van nieuwe contracten. Zo pleit het Bureau Stedelijke planning voor een terugkomst van de maakindustrie en bouwen sommige steden winkels om tot woningen, schrijft Liza Jansen, redacteur bij LinkedIn, op 15 juni 2021.
Stedenbouwkundigen pleiten al langer voor een nieuwe indeling van het stadscentrum. Ze vinden dat de gemeenschap het uitgangspunt moet vormen bij het ontwerpen van stadscentra. Het moeten plekken zijn waar mensen niet alleen winkelen, maar ook werken, hun vrije tijd doorbrengen en slapen. Het ombouwen van winkels tot woningen kan een eerste stap zijn om deze verandering in gang te zetten. Sommige steden zijn hier al mee begonnen, zoals Eindhoven. Ook groeit het aantal gemeenten dat subsidies verstrekt om burgers te stimuleren boven een winkel te gaan wonen, zoals Amsterdam, Leiden of Sittard.
Terwijl de maakindustrie groeit en steeds vaker lokaal actief is, verkeren de verkopende winkels in zwaar weer. Combineer die twee daarom, stellen Valérie Noordink en Ellen Scholten van Bureau Stedelijke planning voor. Dat biedt volgens hen kansen voor zowel het centrum als de nieuwe woon-werkgebieden van de stad.
Klik op de illustratie hieronder voor hun uitgebreide reportage langs grote steden in Nederland tot aan het bedrijf Rickshaw Bagworks in San Francisco, een fabrikant van op maat gemaakte tassen waar men tassen kan kopen en laten repareren, eigen materialen kan kiezen en tegelijkertijd kan zien hoe de producten worden gemaakt. Beleving en het verhaal achter de producten spelen hier een grote rol.
‘Pakketbezorgers rennen zich rot in een race die ze nooit kunnen winnen’
De traditioneel drukke decembermaand, voor zowel de retail als post- en pakketbezorging, leverde met een tweede Corona-lockdown een nieuwe golf aan internetbestellingen op. Pakketbezorgers moeten een tandje bijzetten en elke dag voor minder geld harder werken – een andere schaduwzijde van e commerce. Al jaren is bekend wat er mis is in de branche, maar er verandert bijna niks, schrijft Emy Demkes in De Correspondent. Ze vraagt zich af hoe pakketbezorging wél gezond kan worden?
Pakketbezorgers rennen zich rot in een race die ze nooit kunnen winnen
Emy Demkes, De Correspondent, 18 december 2020
‘Iedereen die klaagt over de onverantwoorde werkomstandigheden kan een trap onder zijn hol krijgen’
En dan ineens wordt het online shoppen bijna bittere ‘noodzaak’. Vanaf maart 2020 had het Coronavirus Nederland (onvermijdelijk) in haar greep – gerichtte lock downs van instellingen en bedrijven, contactberoepsverboden, en werden we gemaand tot een anderhalve-meter-regiem. Stay home, stay safe, en vertrouwen op solidariteit en saamhorigheid. Boodschappen doen? Zo veel als mogelijk online!
Ik ga het in dit verband niet hebben over de mensonterende en – mede door het Coronavirus – levensbedreigende arbeidsomstandigheden van het gros van de medewerkers van distributiecentra, Amazon in het bijzonder, daar zijn boeken en tijdschriften over vol geschreven en, al of niet under cover, reportages over gemaakt – waar ook ter wereld.
Platform Kunst en Landschap heeft de pretentie verandering, de transities die op ons afkomen, te willen verbeelden, het gelooft in de kracht van (radicale) verbeelding. Ik wil bovenstaande graag illustreren aan de hand van een ‘Foto van de Dag‘ van journalist, programmamaker en presentator Chris Kijne, die hij, zoals de titel doet vermoeden, elke dag voorziet van een prozaïsch bijschrift – op Facebook en Instagram.
De kracht die uitgaat van deze vorm van ‘fotojournalistiek’ bewonder ik zeer. Kijne gebruikt, met een fotografische blik, een (meestal door een ander gemaakt) beeld, dat om een of andere reden indruk op hem maakt(e), om jou er (anders, of beter) naar te laten kijken – te zien. Dat, gelardeerd met en ondersteund door sterk verhalend tonend proza, maakt hem in mijn ogen, in optima forma, tot beeldend kunstenaar – en – daardoor – potentieel ‘ambassadeur van Kunst en Landschap’. Vanzelfsprekend heb ik hem om permissie gevraagd de Foto van de Dag van 2 mei hier op te nemen; Kijne: ‘By all means..‘
,,Foto van de Dag: Het is, meer nog dan dat treurige meisje, dat er neergezet lijkt, want ze houdt vast heel veel van haar vader en houdt ook met volle overtuiging de mededeling op dat hij geen verwaarloosbaar persoon is, voor zover ze zelf precies die mededeling begrijpt, want dit lijkt me nu precies zo’n tekst die moeder heeft geviltstift, wat dit soort protest altijd wat ongemakkelijk maakt, maar afgezien daarvan dus, is het meer de omgeving die de troosteloosheid van het tafereel in volle hevigheid tot je door laat dringen. Want godallemachtig, wat gaapt er een peilloze leegte in dit decor van slordige betonblokken, gore lappen, Heras-hekwerk en groen bouwplastic. En ga eens na: hoeveel van dit soort liefdeloze plekken kennen we niet? De talloze bouwputten, die industrieterreinen langs de snelweg, de zonder enig decorum neergekwakte symbolen van onze groei-economie, hoe talrijk zijn ze niet? De plek in kwestie is een toegang tot wat in deze dagen wel het brandpunt lijkt van alles wat er mis is aan onze wereld. Het lieve kind met haar aandoenlijk gele legging demonstreert voor haar vader, employee van Amazon op Staten Island. En het protest betreft de werkomstandigheden in het distributiecentrum waar op dit moment, dankzij het corona-ding, de arbeid geleverd wordt die Jeff Bezos nog weer een paar miljardjes extra laat aftikken. Want Amazon gaat als een tierelier. En iedereen die klaagt over de onverantwoorde werkomstandigheden kan een trap onder zijn hol krijgen van Jeff. Want dat is onze wereld, die door het corona-ding zo genadeloos in het licht wordt gezet. Lelijk, liefdeloos, alleen gericht op winstmaximalisatie, met dank aan de gemakzucht van ons, consumenten. Ten koste van alles, onder alle omstandigheden.
Een wereld die het verdient te verdwijnen. (Foto: Lucas Jackson/ Reuters)”
Chris Kijne
‘De prijs van gratis bezorging’
Als één branche dankzij de coronacrisis floreert, dan is het wel de pakketbezorging, stelt Volkskrant-redacteur Marieke de Ruiter op17 september 2021. Ze dook in de wereld van gebutste dieselbusjes, onderonderaannemers en sorteercentra. Nederlanders bestelden in 2020 maar liefst 778 miljoen pakketten, 35 procent meer dan het jaar daarvoor. ‘De bezorgers groeiden in hun oranje-blauwe en rood-gele uniformen uit tot frontsoldaten, de laatste levenslijn voor onvermoeibare consumptiedrift’, zo omschrijft De Ruiter haar PostNL-reportage poëtisch: ‘De prijs van gratis bezorging‘
‘Wie zich ergert aan de ‘verdozing’ van Nederland, kan het beste bij zichzelf beginnen’
De afgelopen decennia is er een enorme opkomst van distributiecentra aan de randen van steden en dorpen, die strijden met woonwijken en natuur om de schaarse ruimte. De opkomst van logistiek vastgoed zal voorlopig doorzetten, zegt een team van redacteuren van NRC, maar hóe sterk, dat blijft afhankelijk van ons eigen bestelgedrag. Immers, een pakketje dat via een webwinkel aan huis wordt geleverd, doorloopt veel meer schakels dan een product dat in grotere hoeveelheden aan winkels wordt geleverd. Wie zich ergert aan de hallen, kan dus volgens hen het beste bij zichzelf beginnen.
NRC onderzocht (publicatie 7 januari 2022) in een zeven artikelen tellende special over verdozing waar die opmars vandaan komt, wie er werken in de dozen, wie eraan verdient en hoe gedrag van consumenten een belangrijke factor is. En zouden ze ook mooier kunnen?
Impact transitievraagstukken op beheer en inrichting fysieke leefomgeving is groot
Verdozing van ons landschap is niet de enige zorg de adviesorganen (College van Rijksadviseurs en het Planbureau voor de Leefomgeving) richting betrokken ministeries en bewindslieden uitspreken. In breder verband wijzen zij op de impact die mondiale en nationale trends en ontwikkelingen hebben op het beheer en de inrichting van de fysieke leefomgeving.
Er komen veel transitievraagstukken op ons (landschap) af op het gebied van energie, natuur, voedsel en landbouw, water, klimaat, mobiliteit, migratie en verstedelijking, ook in sectoren als zorg, onderwijs, cultuur, toerisme en erfgoed. Circulariteit en duurzaamheid zijn daarbij veelal uitgangspunt of wordt nagestreefd.
Om die vraagstukken (enigszins) het hoofd te kunnen bieden hoop ik met Kunst en Landschap een organisatie in het leven te roepen die burgers, boeren en buitenlui in Noord Nederland op verbeeldende wijze (uit)zicht geeft op een hoopvolle toekomst. Middels een multimediaal expertise-, organisatie-, productie- en journalistiek platform, Dat klinkt knap ingewikkeld – en dat is het ook – maar lees gerust verder. Ik kom er op terug.
Winnaars en verliezers van de energietransitie; zijn inwoners en lokale bestuurders opgewassen tegen multinationals?
Bij verdozing gaan de gedachten snel uit naar de Boldotcom’s en Amazons van deze wereld, maar er dreigt nog meer wanstaltigs op ‘ons’ (ook in Noord Nederland) af te komen. Ik illustreer dat graag aan de hand van een prachtig geschreven ‘longread’ van NRC-journalisten Merijn Rengers en Carola Houtekamer die in het kader van de energietransitie wezen op de werkwijze en praktijk(en) van multinationals, energiereuzen, -boeren en -cowboys die met grote omhalen van greenwashing lokale en provinciale bestuurders weten te interesseren – misleiden – voor hun projecten, en waarbij de uiteindelijke rekening bij de burger wordt neergelegd:
Gebroken beloftes: hoe de Wieringermeerpolder dichtslibde met windturbines en datacentra
Merijn Rengers en Carola Houtekamer, NRC, 5 juni 2020
Van graanschuur van Nederland naar hotspot voor datacenters: de Wieringermeer, ‘de polder die nooit stilstaat’
Oorspronkelijk is het nooit de bedoeling geweest, zegt Rein Koolen, historicus en inwoner van de Wieringermeerpolder. Het is totaal iets anders geworden; de glastuinbouw was op zichzelf al iets vreemds voor onze polder en daar kwam later ook nog eens een bedrijventerrein bij met datacenters en windturbines. Maar ja, ‘er werken wel ontzettend veel mensen en naast de werkgelegenheid gaat het voor de gemeente met zijn leges en OZB (Onroerendezaak-belasting, red.) natuurlijk om heel veel geld.’
De Wieringermeer is in twintig jaar tijd onherkenbaar veranderd. De NH Nieuws-documentaire hieronder geeft een mooi inkijkje in de ontwikkeling ervan, vanaf de (eerste) inpoldering tot aan de winter van 2020. Ook de (in het hierboven besproken artikel) VVD-wethouder voor Economische Zaken in de gemeente Hollands Kroon, Theo Meskers, komt daarin aan het woord: ‘Van graanschuur van Nederland naar hotspot voor datacenters: de Wieringermeer‘.
‘Van ijsbergsla naar data. Grondpolitiek in de polder’
Een nog mooiere, bovenal ruimere blik op het landgebruik van de Wieringermeer, biedt Marten Kuijpers je met een prachtig essayistisch artikel in Archined, een onafhankelijke en kritische online community based website over stedenbouw, architectuur en landschapsarchitectuur: ‘Van ijsbergsla naar data. Grondpolitiek in de polder‘ (8 maart 2021).
Hoezeer met de nieuwe activiteiten ook een abrupte breuk met de geschiedenis lijkt te ontstaan, zo zegt Kuijpers, in feite is het slechts een volgende stap in een voortdurend proces van intensivering van het grondgebruik dat de polder vanaf het begin heeft gekenmerkt. Alleen is nu de bodem zelf losgelaten en fungeert het enkel nog als grondvlak.
,,Met het loskomen van de grond zijn de nieuwe economische activiteiten ook zichtbaarder geworden, en dat stuit op steeds meer verzet.”
Marten Kuijpers, senior researcher bij Het Nieuwe Instituut
Provincie Noord-Holland begint handhavingsprocedure tegen ‘illegaal’ datacenter van Microsoft
De economische ‘activiteit’ in de Wieringermeer speelt zich dan weliswaar veelal af binnen de muren van de datacenters, het verzet tegen de ‘omhulsels’ is er niet minder om. Burgers, boeren en tuinders, maar ook de provincie Noord-Holland roert zich (meer en meer). Die laatste, in die mate, dat zij ertoe overging een handhavingsprocedure te starten tegen een (nieuw te bouwen) datacenter van Microsoft. Het College van Gedeputeerde Staten is van mening dat zij bevoegd gezag is voor de gehele (Wabo-) Omgevingsvergunning (zowel milieu/oprichting als bouw) voor het datacenter. De Bestuursrechter zal er zich nog voor de zomer van 2021 over buigen.
Noord-Holland begint procedure tegen datacenter van Microsoft
NOS Nieuws, 3 maart 2021
Zondag met Lubach: ‘Nederland als harde schijf’
,,Vattenfall heeft vandaag (30 september 2020, red.) het grootste Nederlandse windpark op land geopend. Het voormalige windpark Wieringermeer werd tijdens de opening officieel omgedoopt tot Prinses Ariane Windpark en bestaat uit 82 windmolens. Het windpark wekt voldoende elektriciteit op om 370.000 huishoudens van groene stroom te voorzien”, zo luidt de tekst op de webpagina van Vattenfall.
Arjen Lubach en zijn team las deze annonce ook, verifieerde een en ander, en presenteerde – op geheel eigen wijze – zijn onderzoeksgegevens op 11 oktober in de uitzending: ‘Zondag met Lubach: Nederland als harde schijf‘. Zet je schrap!
Vattenfall reageert op kritiek omwonenden
Ruben Lindenberg, projectdirecteur Vattenfall, de eigenaar van het windmolenpark, reageert voor de camera van NU.nl op de kritiek van omwonenden – ook, op geheel eigen wijze.
‘Gesjoemel met windmolensubsidie’
,,Windmolenparken schieten als paddenstoelen de grond uit en de politiek lijkt zich met de dag meer te beseffen dat het draagvlak daarvoor van wezenlijk belang is. En dus wordt de omwonenden niet alleen de lasten, maar ook de lusten beloofd. Totdat er hier in de Wieringermeerpolder ineens grote datacentra van Microsoft en Google kwamen, die nu de goede sier maken met groene stroom, terwijl de omwonenden achterblijven met de dagelijkse lasten. Windmolens ter verbetering van de wereld, of is het regelrechte symboolpolitiek?” Dit is Rutger Castricum, met de Hofbar:
‘Hagelslagbeleid rond windmolens en zonneweides sloopt het landschap’
Bij de plaatsing van windturbines en zonneweides ontbreekt coördinatie. Daardoor verrommelt het landschap. Dat zegt Friso de Zeeuw, adviseur gebiedsontwikkeling en emeritus hoogleraar gebiedsontwikkeling aan de TU Delft in een opiniestuk in Trouw (21 oktober 2020). Hij noemt daarin een paar voorbeelden – Wieringen incluis – waar in het kader van de Regionale Energiestrategieën (RES) megawindmolens worden gepland, die heftige discussies oproepen, of op ‘talloze plekken zelfs kleine burgeroorlogen’ doen ontstaan. Hij pleit in dit stuk dan ook nadrukkelijk voor een ‘time out’:
,,Met het louter ‘toetsen’ van de RES-plannen komen we er niet. Dit is het moment voor een time-out. Haal de RES nu uit handen van de energiefreaks. Maak de totale landschappelijke impact inzichtelijk. Het zal aanleiding geven tot een stevig maatschappelijk debat.”
Friso de Zeeuw
Hagelslagbeleid rond windmolens en zonneweides sloopt het landschap
Friso de Zeeuw, Trouw, 21 oktober 2020
.
In het opiniestuk in Trouw duidt De Zeeuw op de volgens hem ‘super-decentrale planvorming die een hagelslag van windmolens en zonneweides veroorzaakt, en die heel wat kleinschalige, typisch Nederlandse landschappen ernstig aantast’. In een iets eerdere en uitgebreide versie, gepubliceerd in Stadszaken (8 oktober 2020), richt hij zijn (zeer kritische) pijlen op de politiek-bestuurlijke besluitvorming over de RESsen en roept op tot het inzichtelijk maken van de totale landschappelijke impact.
,,Herbezinning en vergaande aanpassing van de windmolen- en zonneweide-plannen ligt voor de hand. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gewaald. We moeten ‘Parijs’ halen. Ja, maar dat mag niet leiden tot sloop van het Nederlandse landschap.”
Friso de Zeeuw
Houd de sloop van ons landschap tegen
Friso de Zeeuw, Stadszaken, 8 oktober
.
‘Wees voorzichtig met het volleggen van weides met zonnepanelen.’
Zonneparken: als Rijksadviseur voor het Landschap Berno Strootman ergens een hekel aan heeft, dan is het daar wel aan, tekent Mac van Dinther op, in de Volkskrant van 24 november 2020. Daar zijn tal van argumenten voor, maar een van de belangrijkste is volgens Strootman toch wel het esthetische: ‘Ze zijn zo lelijk, die zwarte vlekken in het landschap. Het ziet er niet uit.’. Ik neem Van Dinther’s artikel hier op vanwege de metafoor ‘één grote hagelslag’ in relatie tot zonneweides. Verderop in dit blogboek zul je het (opnieuw) in breder (ruimtelijk) verband besproken zien. Je kunt het ook nu alvast lezen: ‘Gezocht: een minister van Ruimte (met macht en geld!)‘.
‘Investeerders zonnepanelen azen op boerengrond’
Een wildgroei aan zonnevelden op landbouwgrond. Het is de grote vrees van Jan Rotmans, hoogleraar Klimaat aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij hoort van boeren in de regio – die het weer van collega’s horen, met name uit het noorden van het land! – dat ze soms wel drie keer in de week benaderd worden door, vaak buitenlandse, investeerders die hoge bedragen bieden voor hun grond, om ze daarna vol te leggen met zonnepanelen. Hij vindt dat dat moet stoppen blijkens onderstaande tweet op 16 december 2020:
,,Er zijn agrariërs die 3 x per week gebeld worden door investeerders of ze hun grond ter beschikking willen stellen voor zonnepanelen, voor een prijs waar ze geen voedsel voor kunnen verbouwen. 75% van de zonneparken is in handen van buitenlandse investeerders. Stop deze waanzin!”
Jan Rotmans, tweet 16 december 2020
Rotmans pleit dan ook voor regelgeving vanuit de overheid, want:
,,die investeerder bieden bedragen die boeren op een gegeven moment niet meer kunnen weigeren. Ik heb altijd gezegd: eerst zonnepanelen op de daken, dan op gevels, bij wegen en spoorlijnen en dan pas op de grond.”
Jan Rotmans
‘Buitenlandse investeerders gaan er vandoor met miljoenensubsidies én winst van zonneparken’
,,Er is een explosieve toename van zonneparken die vrijwel allemaal in handen komen van buitenlandse investeerders”, zegt Rotmans zo’n drie weken later tegen onderzoeksjournalist Paolo Laconi, die voor het AD uitgebreid onderzoek doet naar Nederlandse wind- en zonneparken. Uit dit onderzoek blijkt dat van de 33 grootste zonneparken inmiddels 79 procent in buitenlandse handen is. Daarmee verdwijnt maximaal 889 miljoen euro aan subsidiegeld naar het buitenland. Projectontwikkelaars en investeringsfondsen uit met name Duitsland, China, Engeland en Scandinavië bouwen zonneparken op Nederlandse grond en kopen ze op grote schaal op.
Er staan inmiddels 126 kleine en grote zonneparken op Nederlandse bodem, van 375 liggen er concrete plannen en is subsidie toegekend. Terwijl windparken vooral gebouwd worden door een selecte groep energiereuzen, zoals Vattenfall, Essent, RWE, Eneco en Pure Energie, zit de markt voor zonneparken veel grilliger in elkaar. Aangetrokken door de miljarden euro’s subsidies die de Nederlandse overheid verstrekt (via de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE)), duiken tientallen projectontwikkelaars overal in het land op. Dat schrijft Laconi in een ontluisterende reportage, die wordt ondersteund met videobeelden en interactieve infographics.
Voor Jan Rotmans is duidelijk dat het zo niet langer gaat. Het (inmiddels demissionaire) Kabinet moet in actie komen, en snel ook!
,,Er moet acuut regelgeving komen die het voor energie-coöperaties vergemakkelijkt om zonneparken te ontwikkelen. Anders dreigt wildgroei en profiteren vooral grote buitenlandse investeerders van onze energietransitie. Dat kan niet de bedoeling zijn.’’
Jan Rotmans
Buitenlandse investeerders gaan er vandoor met miljoenensubsidies én winst van zonneparken
Paolo Laconi, AD, 16 januari 2021
Kamer schrikt van opkopen zonneparken door buitenlandse bedrijven: ‘Bijzonder onwenselijk’
Rotmans‘ waarschuwende woorden en het artikel van Paolo Laconi maakten dat het ‘geschrokken’ CDA-Kamerlid Agnes Mulder nog dezelfde dag Kamervragen stelde. Ze wil dat het Kabinet actie onderneemt en vraagt minister Cora van Nieuwenhuizen (de opvolger van de afgetreden Wiebes (EZK)) met voorstellen te komen die ervoor zorgen dat niet nóg meer zonneparken aan het buitenland worden verkocht, maar juist lokaal worden opgezet.
Kamer schrikt van opkopen zonneparken door buitenlandse bedrijven: ‘Bijzonder onwenselijk’
Paolo Laconi, AD, 17 januari 2021
.
De Statenfractie van het CDA van de provincie Groningen maakt zich (ook) zorgen over het opkopen van lokaal geïnitieerde zonneparken door grote, buitenlandse investeerders, die vervolgens subsidiegelden wegsluizen naar het buitenland. Tom Veenstra schrijft in een bericht van omroeporganisatie OOGTV dat de fractie van het provinciebestuur wil weten in hoeverre deze problematiek in Groningen speelt. Veenstra meldt ook dat het CDA het ‘bijzonder onwenselijk’ vindt dat het opkopen van zonneparken door deze buitenlandse investeerders ‘er ook nog eens toe leidt dat belangrijke zaken zoals bewonersparticipatie, financieel meeprofiteren door de omgeving en een goede ruimtelijke inpassing in gevaar komen.’
Zorgen bij CDA over dominantie buitenlandse investeerders in Groningse zonneparken
Tom Veenstra, Omroeporganisatie OOGTV, 5 februari 2021
‘Stop met zonneparken en leg zonnepanelen op daken’
Stop met het bouwen van zonneparken en zet in op zonnepanelen op daken. Daarvoor pleit Wouter Veldhuis, de kersverse Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving. Op slechts tien procent van de bedrijfsdaken in Nederland liggen nu zonnepanelen. Journalist Hein Hansen polste voor Nieuwsuur een aantal reacties op de ‘controversiële’ uitlatingen van ‘s lands prille adviseur, die na een paar weken ‘inlezen’ de tijd klaarblijkelijk rijp vond om van het ‘startblok’ te schieten.
“Miljarden euro’s subsidie gaan naar de zonneparken. Dat moet zo snel mogelijk naar de daken”
Wouter Veldhuis, Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving
Dat ook hoogleraar energietransitie Jan Rotmans daarvoor pleit, zal gezien zijn betoog in de artikelen hierboven geen verassing zijn. Volgens Rotmans is er in Nederland 2,5 miljard vierkante meter ‘hard oppervlak’ – bedrijfsdaken, woningdaken en bijvoorbeeld op gebouwen in havencomplexen. Wat te denken van het dak van het Hilversumse Media Park?
,,Met slechts de helft van die 2,5 miljard vierkante meter hard oppervlak kan Nederland de klimaatdoelstelling halen.”
Jan Rotmans, hoogleraar energietransitie
Zonneparken in weilanden zijn sneller en makkelijker (geconcentreerder) te realiseren dan op (versnipperde) daken – en daarmee goedkoper. Tel daarbij de verleiding van de boer op om hectares van zijn landbouwgrond ter beschikking te stellen, en het ‘plaatje’ is compleet. Dan hebben we het overigens nog niet over het verlies aan biodiversiteit, waar de eerder genoemde Friso van der Zee, ecoloog aan de Universiteit Wageningen, onderzoek aan deed.
Er wordt momenteel gewerkt aan een wetswijziging waarmee gemeenten dakeigenaren kunnen dwingen om panelen te plaatsen, stelt Hansen, maar de verwachting is echter dat die nog zeker een jaar op zich laat wachten.
‘Stop met zonneparken en leg zonnepanelen op daken’
Hein Hansen, NOS Nieuwsuur, 18 februari 2021
(Juridische) mogelijkheden gemeenten om zonnepanelen op industriële daken te verplichten met ingang van Omgevingswet: (vooralsnog) 1 juli 2022
Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties meldde in het voorjaar van 2020 in het kader van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) dat gemeenten de mogelijkheid zouden krijgen om zonnepanelen op daken van nieuwe distributiecentra te verplichten.
Het ministerie voegde de daad bij het woord en startte met consultatie van het concept ‘Besluit tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) in verband met duurzaam gebruik van daken’. De consultatie duurde tot en met 5 februari 2021. De wijziging van het Bbl zal naar verwachting tegelijk met de Omgevingswet in werking treden, zoals dat er nu uitziet – de startdatum is herhaaldelijk uitgesteld – per 1 juli 2022. De Omgevingswet biedt namelijk de juridische grondslagen voor het stellen van regels aan het duurzaam gebruik van bouwwerken. In een toelichting op de wijziging van het Bbl schrijft het ministerie de regie doelbewust bij gemeenten te leggen.
De minister wil daken niet onbenut laten, omdat de ruimte in Nederland toch al schaars is. Nu kan het nog gebeuren dat naast een nieuw bedrijfsgebouw of logistiek centrum een zonnepark is aangelegd, terwijl het dak van het bedrijfspand onbenut blijft. Gemeenten kunnen hierbij straks met maatwerk ingrijpen, zo is de gedachte.
Hiermee wil de minister ook invulling geven aan de Zonneladder. Deze eerder gelanceerde voorkeursvolgorde voor instrumenten stimuleert al zonnedaken. Ook provincies zijn op dergelijk beleid overgegaan en werpen hogere drempels op voor gemeenten om zonneparken toe te staan.
Bedrijven kunnen in plaats van zonnepanelen ook kiezen voor een groen dak in het kader van klimaatadaptatie. Daken met sedum of ander groen kunnen tijdelijk regenwater opvangen bij extreme wateroverlast. Bovendien bevordert de begroeiing van daken de biodiversiteit.
Gebouweigenaren mogen zelf bepalen of ze de opgewekte zonnestroom ter plekke gebruiken of aan het net terugleveren. Ook kunnen ze ervoor kiezen een derde partij, denk aan een energiecoöperatie, in te schakelen om hun duurzame pv-dak in te richten en te exploiteren. En daar dreigt het mis te gaan.
Kink in de kabel! Wat lever je nou terug? Nou…niks!
Plannen voor zonneweides stuiten regelmatig op verzet, melden de onderzoeksjournalisten van Pointer in het kader van hun onderzoek ‘Klimaatconflict in de polder’; zeker omdat de daken van bedrijfspanden in de omgeving nogal eens leeg blijven. Slechts twaalf procent van de bedrijfsdaken ligt op dit moment vol met zonnepanelen en om de klimaatdoelen te halen, moeten dat er veel meer worden. Moeten ondernemers gedwongen worden om hun dak te verduurzamen of lost dat het probleem niet op? Welwillende bedrijven lopen namelijk ook nu al aan tegen obstakels bij hun verduurzamingsplannen, zoals een overbelast stroomnet.
De grond in Nederland is schaars, dus daken benutten, zou je zeggen. Er liggen op dit moment al meer dan 100 zonneweides in ons land, en contracten voor honderden zonneparken op landbouwgrond en natuurgebieden (!) voor de komende jaren zijn getekend. De Pointer-journalisten krijgen daarover veel reacties binnen – uit alle hoeken van het land.
Een van hen is Maarten van Hoof, fruitteler in Olland, een dorp in de Nederlandse gemeente Meierijstad in de provincie Noord-Brabant. Olland telt ca. 1100 inwoners en omvat naast het dorp ook het gehucht Houthem. Pal tegenover zijn bedrijf is een grote zonneweide gepland, deels in handen van buitenlandse investeerders. Van Hoof is daar niet blij mee, beroept zich op de Zonneladder, en vindt dat de grond een agrarische bestemming moet houden. Wat gaat er mis? Teun van de Keuken toog naar het zuiden en sprak met hem. Daarnaast sprak Pointer – in dit verband zeer voor de hand liggend – met hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans.
‘TNO: Rijk moet meer sturen op keuze locaties zonne-energie’
Er moet een zorgvuldiger afweging komen waar en in welke vorm grootschalige zonne-energie wordt opgewekt. Daarvoor pleit onderzoeksorganisatie TNO in een onlangs verschenen rapport, zegt Heleen Ekker, redacteur ‘Klimaat en Energie’ voor NOS Nieuws op 7 maart 2021. Ook zij gaat in op de losgebarstte discussie over de plek waar en de hoedanigheid waarin de talloze zonneparken en panelen moeten verrijzen in ons ruimtegebrekkige landje.
Conclusie: het Rijk zal meer moeten sturen op de keuze voor zonne-energielocaties. ,,Want als de keuze van met name zonneparken op de grond aan de markt wordt overgelaten, zal het draagvlak voor zonne-energie onder druk komen te staan.” Er is in Nederland volgens het TNO-rapport overigens potentie om twintig keer zo veel zonne-energie op te wekken als er nu is. Maar dat kan volgens de innovatoren op een betere manier dan nu gebeurt.
TNO: Rijk moet meer sturen op keuze locaties zonne-energie
Heleen Ekker, NOS Nieuws, 7 maart 2021
‘Zonpositief: zonne-energie op weg naar impact’
,,Zonne-energie is onmisbaar voor een duurzaam energiesysteem, maar de bezwaren tegen sommige toepassingsvormen nemen sterk toe. Dat staat haaks op het draagvlak dat juist nodig is voor snelheid en grootschaligheid om klimaatdoelen te halen. TNO is ervan overtuigd dat zonne-energie veel aantrekkelijke, onbekende en onbenutte mogelijkheden heeft. Daarbij gaat het niet alleen om lage kosten, maar ook om een hoge maatschappelijke waarde: landschappelijk, ecologisch en economisch.” Zo luidt de inleiding van het voorwoord van de whitepaper ‘Zonpositief: zonne-energie op weg naar impact‘ van TNO, dat om de klimaatdoelstellingen te realiseren, nadrukkelijk inzet op zonne-energie. De paper zag op 3 maart 2021 het licht.
‘TNO: ‘Vergroot draagvlak voor zonne-energie met innovaties”
Dat is goed nieuws voor de Regionale Energiestrategieën (RES), zo meldt het persbericht, want zonne-energie kan dus veelzijdiger worden ingezet dan gedacht.
TNO: ‘Vergroot draagvlak voor zonne-energie met innovaties’
TNO Nieuws (persbericht), 3 maart 2021
.
Zonpositief: zonne-energie op weg naar impact
Wim Sinke, Wiep Folkerts en Arthur Weeber, TNO, maart 2021
Nederland verrommelt. En daar kan alleen Nederland iets aan doen, niet de gemeente Rijssen of Sappemeer
Nederland moet groener. Maar moet het ook lelijker, dat vraagt Hans Nijenhuis, hoofdredacteur AD en collega-journalist van Paolo Laconi, zich af in een bijschrift bij zijn artikel dat je hieronder aantreft en waarin hij op Linkedin naar verwees. Hij beschrijft in zijn ‘Commentaar’ hoe ‘een mooi idee – elke gemeente regelt zelf hoe groene energie wordt opgewekt – in de praktijk uitpakt: rampzalig’.
,,We zijn ons landschap aan het verpesten met lukraak verspreide windmolens en zonneparken. Met een beetje pech keren omwonenden, en dat is straks bijna iedereen die niet in de de stad woont, zich zo tegen de energietransitie. Maar het is nog niet te laat om in te grijpen.”
Hans Nijenhuis
Nederland verrommelt. En daar kan alleen Nederland iets aan doen, niet de gemeente Rijssen of Sappemeer
Hans Nijenhuis, AD, 17 januari 2021
Energietransitie is best leuk, wanneer je het slim aanpakt!
‘Er ontbreekt een overkoepelende visie en een kader’, zegt Adjunct Hoogleraar Ruimtelijke Planning Christian Zuidema in een vraaggesprek met een van de medewerkers van de nieuwsredactie van de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Maar liefst 30 regio’s dienen elk een Regionale Energie Strategie (RES) op te stellen, maar dat zijn vaak niet meer dan verzamelingen van bestaande initiatieven. Vaak is het geen strategische visie op hoe energietransitie samen met opgaven als mobiliteit, landbouw of de woningmarkt moet worden opgepakt. Echt integraal werken is nu eenmaal moeilijk. Veel overheden blijven meer dan eens vast zitten in regels en verordeningen en elke sector richt zich op haar eigen belang. Maar breder denken is noodzakelijk. Energietransitie is nu eenmaal een integraal fenomeen. Een krachtige visie kan daarbij wel degelijk helpen.’
,,Energietransitie kan burgers ook wat geven, maar dan moet je het wel slim aanpakken. Waarbij het basisidee is dat de voordelen daar landen waar men nu de nadelen ervaart.”
Christian Zuidema
Energietransitie is best leuk, wanneer je het slim aanpakt!
Nieuwsberichten, Rijksuniversiteit Groningen, 12 januari 2021
‘Het paradijs op aarde begint in Nederland (met de energietransitie)’
In een tijd waarin rampen en crises de waan van de dag bepalen, is het misschien een beetje moeilijk voor te stellen. Maar volgens duurzaam ondernemer Ruud Koornstra, is het écht waar: het paradijs op aarde – een radicaal andere wereld zonder schaarste en power-to-the-people – ligt binnen handbereik. Koornstra is de Nationale Energiecommissaris, coördinator-SDG7, voorzitter van het koplopersgilde bij MVO Nederland en voorvechter voor een betere wereld voor iedereen.
Op 23 april lanceerde hij ‘Het paradijs op aarde begint in Nederland (met de energie-transitie)‘, een 1,5 uur durende documentaire waarmee hij, samen met zijn dochter Roos (als cameravrouw en regisseur), Nederland wil overtuigen van de haalbaarheid van een dergelijke aangename samenleving. Een keur aan ondernemers, wetenschappers en bestuurders komen daarin aan het woord. Op de MVO-site ‘DuurzaamOndernemen.nl‘ vind je een uitgebreide voorbeschouwing. Uiteraard kun je deze (lange, en uiterst bevlogen) film terugkijken op een moment dat het jouw uitkomt via het YouTube-kanaal van Kunst en Landschap.
En weg is het landschap, in één generatie, met dank aan de megadozen
De roep om landelijke regie en de discussie over hoe ons land ‘slim’ ruimtelijk te ordenen beheerst de media meer dan ooit. Eind januari 2021 deed ook landschapsarchitect Adriaan Geuze – voor Groningen geen onbekende, gezien zijn ‘recente’ betrokkenheid als ‘ideeënverzamelaar’ bij Toukomst, een NPG-programma waarbij grootse plannen voor de toekomst van Groningen onderzocht worden – een (stevige) duit in het zakje. Hij maakt zich zorgen over de sluipende manier waarop het prachtige Nederlandse cultuurlandschap ‘verramsjt’. Is de nieuwe, datagedreven besteleconomie te verzoenen met ons landschap? Geuze denkt van wel, mits er een paar duidelijke spelregels worden afgesproken. Eén:
,,Nooit op vruchtbare landbouwgrond: die is voor aardappels, en tarwe. Beter dan in de Wieringermeer wordt de bodem niet, daar is het al fout gegaan.”
Adriaan Geuze
En veel belangrijker nog:
,,De ruimtevretende sectoren – energie, landbouw, distributie, datacenters, grootschalige woningbouw – kun je niet overlaten aan gemeenten en provincies. Dat moet je landelijk regelen, net als de waterhuishouding, snelwegen en zware industrie.”
Adriaan Geuze
Nederland gedraagt zich volgens Geuze op het gebied van ruimtelijke ordening als een chihuahua: die weet ook niet dat-ie klein is. ,,Waarom laat je anders toe dat in zo’n schaars, dichtbevolkt land gebouwen ontstaan met een vloeroppervlak van soms tientallen hectares, plat als een pannenkoek?” Wybo Algra vatte het gesprek dat hij had met Adriaan Geuze fraai samen in een ‘alarmerend’ artikel: ‘En weg is het landschap, in één generatie, met dank aan de megadozen‘ (Trouw, 22 januari 2021). Ik hoop dat de ‘boodschap’ bij de noordelijke bestuurders en politici aankomt.
En weg is het landschap, in één generatie, met dank aan de megadozen
Wybo Algra, Trouw, 22 januari 2021
Wat is de toekomst van datacenters in Nederland?
In bovenstaand artikel van Wybo Algra wordt gesproken over zogeheten hyperscales – de enorme datacenters van Google en Microsoft worden daarbij als voorbeeld genoemd. Er zijn verschillende typen datacentra – niet elk centrum ‘kan’ op elke plek, of heeft om verschillende redenen de voorkeur van de exploitant. Als je weet welk ‘type’ datacentrum het betreft, begrijp je ook beter welke locatiebeslissingen men maakt. Op basis van een voorspelling van ING meldt de eerste spreker, Maurice Kuipers, dat het dataverkeer de komende tien jaar gaat vertwintigvoudigen: meer videostreaming, mobiele apparaten, opslag, 5G, Internet of Things (IoT) en cloud computing.
Hoe dat zit en welke toekomst we mogelijkerwijs tegemoet gaan met datacenters in ons land wordt uitgelegd op het webinar ‘Toekomst van datacenters in Nederland‘, dat op 10 juni 2020 georganiseerd werd door Buck Consultants International en Vastgoedmarkt. Servaas van der Laan, hoofdredacteur van Vastgoedmarkt, modereert. Aanrader voor (overijverige) bestuurders en politici – en andere vooruitdenkers natuurlijk.
‘De polder wordt als wingewest verkocht aan databedrijven, hoog tijd dat het parlement ingrijpt’
Martijntje Smits is zo’n vooruitdenker. Als frequent spreker, schrijver en columnist voedt ze graag ‘de ‘grooves’ van het publieke debat over nieuwe wetenschap en technologie met frisse en doordachte perspectieven’, zo luidt de profielomschrijving op Linkedin. Op 13 februari 2021 schrijft ze een prachtig essay voor Trouw over ‘de vervaarlijk oprukkende kolonisering van de polder door de grote databedrijven, die er ook nog eens bijna alle opgewekte groene elektriciteit opslorpen. Of: wat de hamburger gemeen heeft met datacenter en hoe door Nederland als ‘Digital Gateway to Europe’ de schaarse grond en energie worden verkocht voor spiegeltjes en kraaltjes.’ – haar introductie van het artikel op datzelfde Linkedin. Ze vindt het ‘hoog tijd dat het parlement ingrijpt’. Waarom maken we van datacenters geen nutsbedrijven?
De polder wordt als wingewest verkocht aan databedrijven, hoog tijd dat het parlement ingrijpt
Martijntje Smits, Trouw, 13 februari 2021
‘De cloud laat ons water verdampen. Wie zorgt dat er straks nog genoeg is?’
De ‘techreuzen der aarde’ slurpen niet alleen veel electriciteit op, om de datacenters te koelen laten ze ook nog eens grote hoeveelheden koelwater verdampen. In een deel van de gevallen komt dat water zelfs uit de drinkwaterleiding. Maar ook als het om koeling met ‘gewoon’ oppervlaktewater gaat, kan dat een probleem vormen. Nederland kampt ‘s zomers namelijk – door klimaatverandering in toenemende mate – steeds vaker met watertekorten. Waterschappen en provincies maken zich dan ook ernstig zorgen.
In onderstaande longread van Daniël van Kessel, die hij apetrots – zijn eerste – voor Follow the Money (FTM) schreef, lees je hoe die watervraag in droge zomers een probleem kan veroorzaken. En hoe een gebrek aan sturing vanuit de overheid er – samen met de concurrentiestrijd tussen gemeentes om het ‘binnenhalen’ van techbedrijven – voor zorgt dat (vooralsnog) een oplossing uitblijft.
Van Kessel en het FTM-team sprak met ambtenaren van waterschappen en provincies, drinkwaterbedrijven, (water)juristen en een hoogleraar hydrologie. Ook las hij bestemmingsplannen, vergunningaanvragen en rapporten om na te gaan in hoeverre de koelwatervraag van grote datacenters bekend is en wat overheden doen om dit in goede banen te leiden.
‘De cloud laat ons water verdampen. Wie zorgt dat er straks nog genoeg is?’
Daniël van Kessel, Follow the Money, 1 april 2021
.
(Nb. Uiteraard vind je dit FTM-artikel van Daniël van Kessel ook terug in het april-maandoverzicht van de klimaat-, water en zeespiegelstijging-special van Kunst en Landschap.)
Pakhuis de Zwijger start verkenning datacenters in kader van programmareeks ‘Ruimte! Ruimte! Ruimte!’
Beeldbellen, online gamen, internetten en livestreamen is – te meer door het Coronavirus – onderdeel van ons dagelijkse leven en datacenters voorzien ons in deze behoefte. Met de opmars van 5G, zelfrijdende auto’s en slimme technologie zal ons datagebruik exponentieel toenemen – veel extra datacenters zijn hiervoor nodig.
Op 14 april 2021 start Pakhuis de Zwijger een verkennende aflevering over datacenters in het kader van de programmareeks ‘Ruimte! Ruimte! Ruimte!‘. Ik houd deze prachtige reeks (sinds de start in het najaar van 2020) goed in de gaten. En, je hebt geluk, je kunt de gemiste afleveringen terugkijken via een speciale playlist van het YouTube-kanaal van Kunst en Landschap. Terzake:
Wat gebeurt er nu eigenlijk in een datacenter? Waarom hebben we ze nodig, en waaruit bestaat de ruimtelijke opgave om deze megadozen een ‘juiste’, weloverwogen plek in ons (Noord) Nederlandse landschap te geven? Welke critera spelen daarbij een rol?
‘Internetgigant wil datacenter bouwen in Appingedam’
Komt Google, Microsoft of Apple naar Appingedam? Eén van de grote techbedrijven heeft vergevorderde plannen voor een nieuw datacentrum op bedrijven-terrein Fivelpoort. Dat meldt Martin Drent op 1 september 2021 op RTV Noord. Om welke internetgigant het gaat, kan Martijn Doornbosch van projectontwikkelaar DPM nog niet zeggen.
.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsdelta is op voorhand enthousiast over het plan, het houdt op donderdag 16 september een digitale info-avond over het plan.
,,Het datacenter zorgt voor directe en indirecte werkgelegenheid en geeft een boost aan het ict-onderwijs in deze regio.”
Annalies Usmany, wethouder (Lokaal Belang Eemsdelta)
Een deel van de omwonenden is bepaald niet blij met de plannen voor een datacenter in Appingedam. Ze vinden dat hun uitzicht wordt verpest en zijn bang voor geluidsoverlast en waardedaling van hun huizen. De bewoners kunnen nog tot en met 30 september op het plan reageren. Tijdens de info-avond liet een aantal van hen weten in ieder geval bezwaar te gaan maken. Men denkt al na over juridische stappen.
,,We gaan zeker een bezwaar indienen en proberen het plan tegen te houden. Als het moet tot aan de Raad van State aan toe”
‘Leren van een datacentrum in Zeewolde – komen tot intelligente gebouwen met duurzame oplossingen voor de lange termijn’
De gemeente Zeewolde heeft vergevorderde plannen voor de bouw van het derde hyperscale datacenter van Nederland. Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is deels eigenaar van de gronden waarop het datacenter is gepland. De gemeente Zeewolde heeft, samen met de provincie Flevoland, het Rijk verzocht drie percelen (met een gezamenlijk oppervlakte van 84 hectare) te verkopen voor de bouw van het datacenter. Het RVB heeft deze gronden momenteel verpacht voor agrarisch gebruik.
College van Rijksadviseurs vindt locatie Zeewolde voor hyperscale datacentrum ‘minder geschikt’
Dat staat in de inleiding van het rapport Leren van een datacentrum in Zeewolde van het College van Rijksadviseurs. Het RVB heeft het College van Rijkadviseurs (CRa) gevraagd om te adviseren over de casus in Zeewolde.
Het College benadrukt in het rapport dat het realiseren van datacentra een nationale opgave is. Door het clusteren van deze centra op een beperkt aantal locaties kan Nederland verspilling van schaarse ruimte en verrommeling van het landschap voorkomen. Zij vindt de locatie in Zeewolde vanuit dat perspectief ‘minder geschikt’: het is niet geclusterd en het wordt gerealiseerd op goede landbouwgrond. Het College van Rijksadviseurs benoemt dit – ‘ondanks dat de locatie in Zeewolde is vastgesteld’ – als: zodat we ervan kunnen leren. Het rapport zag in juli 2021 het licht.
Leren van een datacentrum in Zeewolde
Advies over een hyperscale datacenter op gronden van het Rijk
Uitgave van het College van Rijksadviseurs:
Floris Alkemade (Rijksbouwmeester), Jannemarie de Jonge (Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving) en Wouter Veldhuis (Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving);
Tekst:
Jannemarie de Jonge en Miriam Ram;
Juli 2021
Stichting DataTruc komt in verweer tegen plannen hyperscale datacenter in Zeewolde
Hoewel het College van Rijksadviseurs in haar rapport (slechts) melding maakt van drie RVB-percelen ter grootte van 84 hectare beslaat het totale hyperscale-project zo’n 166 hectare. Ter illustratie: dat zijn zo’n 250 voetbalvelden, zegt de in de haast in het leven geroepen stichting DataTruc Zeewolde. De stichting maakte haar bezwaren op 6 april 2021 met indiening van een zienswijze bij de gemeente Zeewolde kenbaar.
Daarnaast zijn er plannen voor een cluster datacenters van maximaal 150 hectare groot vlakbij Almere. Daarvoor is een stuk land in beeld langs de snelwegen A6 en A27. Het gaat om grond van de gemeente Zeewolde in het gebied Oosterwold. Denkt men hiermee aan het clusterargument (CRa) te kunnen voldoen?
Lokale Omroep Zeewolde maakte over het hyperscale datacenter-project een aantal televisie uitzendingen. Verslaggever Jan van de Beek ging voor de eerste aflevering in gesprek met de betrokken wethouder Egge Jan de Jonge van de gemeente Zeewolde. Ook sprak Van de Beek met Anne Marie van Raalte, die als burger enorm bezorgd is over hetgeen in haar ‘achtertuin’ staat te gebeuren.
ChristenUnie wil ‘brede discussie’ voeren over wenselijkheid komst hyperscale datacenter
Op 2 september 2021 komt de gemeenteraad van Zeewolde bijeen om te bespreken of de komst van een datacenter naar Zeewolde wenselijk is. Het ‘debat’ werd gehouden tijdens een ‘openbare informatieve raadsvergadering over datacentra in het algemeen’, op verzoek van de ChristenUnie. De partij wil ‘een brede discussie’ voeren over de wenselijkheid van de komst van een hyperscale datacenter. Dat leidde uiteraard tot een volle publieke tribune.
Burgemeester Gerrit Jan Gorter geeft eerst uitleg over de speciale status van de vergadering. Daarna volgt ‘verweer’ van een drietal insprekers, en 16 van de 19 gemeenteraadleden komen aan het woord. Inspreker Sipke Veenstra bijt het spits af.
,,De planning voor bespreking van het bestemmingsplan voor het datacenter op het Trekkersveld is gewijzigd”, meldt de lokale Omroep Zeewolde op 29 september. “De raad had hiervoor vergaderingen gepland op 13 oktober en 4 november 2021. Dit schuift nu op naar eind van het jaar. Precieze data volgen later.”
‘College Zeewolde positief over komst groot datacenter van Facebook’
Als het aan het college van Zeewolde ligt komt Facebook (Meta), dat 166 hectare landbouwgrond kocht, met een megadatacenter naar de Flevopolder, schrijven onderzoeksjournalisten Merijn Rengers en Carola Houtekamer in NRC op 24 november 2021 – ‘s middags, na de persconferentie van het college van Burgemeester en Wethouders van Zeewolde om elf uur ‘s ochtends in The Opera House, de theaterzaal achter grand café The Lux, over de bouw van een hyperscale datacenter op industrieterrein Trekkersveld.
Ditmaal geen longread van het schrijversduo – zoals vorig jaar – over de werkwijze en praktijk(en) van multinationals om lokale en provinciale bestuurders te interesseren – misleiden, zo je wilt – voor hun projecten, en ‘waarbij de uiteindelijke rekening bij de burger wordt neergelegd’. Een meer uitgebreide versie over het datacenter in Zeewolde verschijnt ongetwijfeld voor 16 december, de dag dat de gemeenteraad van Zeewolde – ‘moet instemmen’.
Veel debat met burgers voor die voor hen belangrijke dag is er niet geweest. Ook informatie over welke multinational ‘het jongste dorp van Nederland’ zal gaan overwoekeren werd lang geheim gehouden. Tot 24 november dus. Gaat Zeewolde zich opmaken voor Meta? Mijn grootste zorg laat zich het best illustreren aan de hand van de conclusie uit het artikel van Merijn Rengers en Carola Houtekamer:
,,Dat niet de landelijke politiek, maar één van de kleinere gemeenten van Nederland moet beslissen over de ingrijpende komst van een groot datacenter, is het gevolg van de decentralisatie van de ruimtelijke ordening.“
Merijn Rengers en Carola Houtekamer, NRC, 24 november 2021
College Zeewolde positief over komst groot datacenter van Facebook
Merijn Rengers en Carola Houtekamer, NRC, 24 november 2021
Omroep Flevoland volgt ontwikkelingen hyperscale datacenter Zeewolde op de voet
Naast de Lokale Omroep Zeewolde volgt ook Omroep Flevoland het hyperscale-project op de voet met uitgebreide (video)reportages. Ik heb de video’s van beide omroepen plus aan het project gerelateerde video’s van derden – dat zijn er inmiddels meer dan vijftig! – in een speciale afspeellijst op het YouTube–kanaal van Kunst en Landschap voor je op een rijtje gezet, in: ‘Hyperscale Datacenter Zeewolde (Trekkersveld)‘. Een compilatie van zo’n twee jaar reuring in groeigemeente Zeewolde, die (in 2021) 22.879 inwoners telt.
Kijk hier alvast naar twee reportages van Omroep Flevoland over – als het aan het college ligt – de komst van Facebook-moederbedrijf Meta naar Zeewolde en de condities waaronder dat gestalte moet krijgen.
‘Facebook vs. Zeewolde: hoe lokale politici moeten beslissen over een landelijke kwestie’
Sneller dan ik verwachtte kwamen NRC-journalisten Rengers en Houtekamer inderdaad met een uitgebreide reportage waarin ze het ‘naar de polder dirigeren’ van het hyperscale datacenter-Zeewolde van miljardenbedrijf Facebook hekelden. Erger: ‘een handvol lokale deeltijdpolitici moet een besluit nemen dat landelijke gevolgen heeft voor het stroomverbruik en hoogspanningsnet, daarmee nadrukkelijk verwijzend naar (de gevolgen van) decentralisatie (van de ruimtelijke ordening).
Gemeenteraadslid Erik van de Beld van de ChristenUnie wil helemaal niet over het datacentrum stemmen. „Ik zit naast mijn gewone baan hier in de gemeenteraad”, zegt hij aan de telefoon. „Hoe kan ik nou in die tien uur in de week die hiervoor staat over zo’n enorm project oordelen?”
Facebook vs. Zeewolde: hoe lokale politici moeten beslissen over een landelijke kwestie
Merijn Rengers en Carola Houtekamer, NRC, 26 november 2021
‘De Champions League komt een potje spelen tegen lokale amateurs uit de polder’
‘Datacenters misschien toch niet zo’n goed idee’
Waarom wil Nederland deze ‘energieslurpende monsteropslagruimtes’ die ons landschap ontsieren, met afmetingen tot – in dit geval – wel 250 voetbalvelden groot, in de schaarse Nederlandse ruimte, zo graag hebben? Dat vragen presentatoren Peter de Bie en Mieke van der Weij aan onderzoeksjournalist Mirjam van der Puijl van het Noord-Hollands Dagblad in het radioprogramma Nieuwsweekend op 27 november 2021. Van der Puijl kreeg een inkijkje in de documenten van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en reconstrueerde de komst van de big tech datacentra naar Nederland.
‘Lobby Microsoft en Google was misleidend. Jarenlang hengelde het Rijk naar datacentra, maar het stroomnetwerk kan ze nauwelijks aan’
De explosieve groei van het aantal datacentra in Nederland is de afgelopen jaren volop gestimuleerd door een actieve internationale lobby van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), melden Mike Muller en Mirjam van der Puijl in het Haarlems Dagblad op 10 november 2021. ,,Nu de energieslurpende centra er eenmaal zijn en gewone bedrijven van het stroomnet dreigen te verstoten, krabben overheden zich achter de oren.“
Uit documenten die de Telegraaf en deze krant na een Wob-verzoek in handen kregen, komt naar voren dat beleidsmakers zich de afgelopen jaren dikwijls baseerden op informatie van techbedrijven zelf, die door eigen ambtenaren in twijfel wordt getrokken. Ministerie-medewerkers waarschuwen intern dat het ontbreekt aan een goed doorwrochte strategie, waardoor onder andere problemen op het energienetwerk voorkomen kunnen worden.
Uit die vele pagina’s blijkt ook, zo schrijven Muller en Van der Puijl, dat EZK al jaren actief internationaal beleid voert om grote multinationals als Facebook en Google naar onze polders te halen. Nog in 2019 stippelt EZK samen met Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) een ’Routekaart in 10 stappen tot 2030’ uit voor de datacentra.
De Routekaart 2030 geeft aan hoe de (sterk op de Randstad leunende! – de ‘drie belangrijkste economische regio’s’ van Nederland, red.) Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS) richting wil geven aan een betere ruimtelijk afstemming voor vestiging en clustering van datacenters in Nederland, inclusief de beschikbaarheid van huidige (en toekomstige) energienetwerken. Die strategie stelt onder meer:
,,Bestaande hyperscale locaties Middenmeer en Eemshaven dienen verder gefaciliteerd te worden in hun uitbreiding en opgenomen in data- energie- en warmtenetwerken.“
Uit: Ruimtelijke Strategie Datacenters – Routekaart 2030 voor de groei van datacenters in Nederland
Dat datacentra in heel het land energie slurpen en dit problemen geeft op het stroomnet, wordt opgemerkt als ’kritische succesfactor’, staat in stukken. Hoe en door wie dat moet worden opgelost, blijft onvermeld. Uit de documenten blijkt ook dat overheden hun ’datacentrahonger’ deels baseerden op documenten die van bedrijven zelf afkomstig zijn of door een lobbyorganisatie zijn geschreven.
,,Uit honderden WOB-documenten blijkt dat het ministerie al jaren grote techbedrijven geen stobreed in de weg legt om de Nederlandse polders te annexeren met hun ‘datablokken-dozen’“, schrijft GerBen van ‘t Hek, adjunct-hoofdredacteur Haarlems Dagblad, in een snoeiharde column ‘Pretpark Google’ in de gelijknamige krant. Twee keer klikken voor het best(e) (leesbare) resultaat.
Wat wordt de toekomst van DATACENTERS in Nederland? De roep om TRANSPARANTIE en eerlijke afwegingen wordt steeds luider!
Overal in Nederland verrijzen steeds meer gigantische datacentra, ondanks groeiende lokale weerstand. In de Wieringermeerpolder beginnen multinationals zelfs al zonder vergunningen met bouwen, zo luidt de inleiding van de datacenterspecial van Kunst en Landschap.
De Gemeente Zeewolde, een groeigemeente met zo’n 23.000 inwoners, heeft – ondanks sterk ontraden van het College van Rijksadviseurs – vergevorderde plannen voor de bouw van het derde ‘hyperscale’ datacenter van Nederland. In Groningen raakten ze in het late voorjaar van 2021 in de ban van Google, met vriendjespolitiek tot gevolg. De Nieuwsuur-uitzending en longreads van verslaggever Bas Haan hierover deden veel stof opwaaien. Sinds kort staat zelfs de Gemeente Appingedam op de nominatie voor een hyperscale datacenter. Wie is er eigenlijk verantwoordelijk? Wat wordt er allemaal gebouwd? Who’s in charge?
Klik op de illustratie hieronder om naar de datacenterspecial te gaan. De mogelijke komst van het Meta- (Facebook-) datacenter naar Zeewolde staat daarbij centraal.
‘Wat Doet Dat Daar? Geen reclame in het landschap’
Steeds meer en grotere distributiecentra, een toenemend aantal windturbines op land, en telkens weer nieuwe en opblinkende zonneweides doemen in het landschap op. Ook langs de snelweg doet ‘de vrije markt’ meer en meer een beroep op ons acceptatievermogen. Uit onderzoek van het College van Rijksadviseurs blijkt dat honderd analoge reclamemasten dreigen te worden omgebouwd tot digitale zendmasten die hun boodschappen afvuren op passanten; dag en nacht! Op 23 oktober 2020 adviseerde het College de ministers van Binnenlands Zaken en van Infrastructuur en Milieu dan ook een verbod uit te vaardigen op nieuwe reclamedragers in de snelwegzone. Het Advies (en de poster) kun je hier downloaden.
,,Grootste wetgevingsoperatie sinds de invoering van de Grondwet in 1848″
De vraagstukken zijn groot en veelal met elkaar verweven. Daartoe werd – en wordt – een nieuwe wet opgesteld, de Omgevingswet. Dit proces werd in gang gezet tijdens het kabinet-Rutte II, dat ook taken decentraliseerde als de arbeidsparticipatie, jeugdzorg en langdurige zorg. Bij de aankondiging van de Omgevingswet in 2014 sprak Melanie Schultz van Haegen (VVD), toen Minister van Infrastructuur, van „de grootste wetgevingsoperatie sinds de vernieuwing van de Grondwet in 1848”.
NOVI, de Nationale Omgevingsvisie, rijksvisie voor een duurzame fysieke leefomgeving
De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) komt voort uit die (nieuwe) Omgevingswet, de wet die naar verwachting vanaf 2022 (in bovenstaand filmpje 2021; mede door het Coronavirus is het vizier nu gericht op 1 juli 2022) alle wetgeving rond de ruimtelijke ordening en leefomgeving moet vervangen, decentraliseren en digitaliseren. Het Rijk werkt hiervoor samen met provincies, gemeenten, maatschappelijke organisaties, bedrijven en inwoners.
Ruimte voor samenspraak; een half jaar publiek debat over de ontwerp-NOVI
Nadat de overheid in juni 2019 trots haar ontwerp-NOVI presenteerde, en met de onlangs aangenomen Invoeringswet Omgevingswet, vond diezelfde overheid het op 18 februari 2020 (een maand voor de Corona-uitbraak in Nederland, red.) een goed moment om terug te blikken in ‘Ruimte voor samenspraak; een half jaar publiek debat over de ontwerp-NOVI‘. Voor de duidelijkheid: de ontwerp-NOVI is de uitkomst van een uitgebreid proces van overleg en kennisdeling tussen ministeries onderling en tussen het Rijk en andere overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers.
Omgevingswet: ‘bureaucratisch wonder’ zwaar onder vuur
Nu, vijf jaar na dato, zien we dat de totstandkoming van de (definitieve) wet niet zonder slag of stoot gaat. Een aantal bestuurders en leveranciers die voor de uitvoering verantwoordelijk zijn, hebben reeds twijfels geuit of ze de klus wel aankunnen, zo schreven Jos Verlaan en Rik Rutten op 27 november 2019 in NRC: ‘Omgevingswet dreigt te stranden‘.
Over de haalbaarheidsdatum van de megawet waarin tientallen wetten op het gebied van ruimtelijke ordening worden samengevoegd, uitten diezelfde auteurs – en velen met dit duo – ernstige twijfels in: ‘Omgevingswet: ‘bureaucratisch wonder’ zwaar onder vuur‘ (NRC, 27 november 2019).
„We hebben er dertig jaar over gedaan om het Burgerlijk Wetboek om te schrijven in een Nieuw Burgerlijk Wetboek. En deze wetsbundel zou in vijf jaar zijn afgerond? Dat kan niet. Er ligt nu een monstrum aan wetsteksten waar straks niemand mee uit de voeten kan, ook rechters en advocaten niet.”
Peter Nicolaï, senator (PvdD)
Ook de Nationale Ombudsman liet zich – met nog een dik jaar te gaan – niet onbetuigd, hij vreest dat met deze wet burgers door de overheid buitenspel gezet (gaan) worden. Lees hier een interview dat diezelfde twee verslaggevers (NRC) op 11 december 2019 hadden met Ombudsman Reinier van Zutphen.
In Friesland vreest men voor verrommeling van het landschap als de Omgevingswet vanaf volgend jaar regels rond ruimtelijke plannen versimpelt. Friese ‘natuurclubs’ willen er een ‘landschapstoets’ instellen. Wat dat inhoudt lees je in een bijdrage van Jan Ybema in het Friesch Dagblad van 14 januari 2020.
”Het is een aangekondigd drama”, zegt Toine Heijmans in de Volkskrant in zijn verslaggeverscolumn van 13 januari 2020. ”Vijf jaar terug kregen de gemeenten de jeugdzorg, de thuiszorg en de participatiegedachte aangeleverd – dat mochten ze allemaal gaan doen voor minder geld. Een in moreel plastic verpakte bezuiniging bedacht door spreadsheetpolitici: het betaalt zich uit in begrotingstekorten van miljoenen. Eerst schroeven gemeenten de huizenbelasting omhoog of de toeristenbelasting, maar nu begint het echte afrekenen. Het is een versnipperde ramp, een aanslag op het sociale weefsel.”
De ruimtelijke ordeningstraditie van de Nederlandse politiek is verdwenen
,,Het probleem is dat de politiek de overheidsmacht die voor ruimtelijke ordening vereist is, heeft laten weglekken in het zwarte gat van de decentralisatie“, schrijft Marcel ten Hooven in De Groene Amsterdammer van 29 januari 2020. ,,De ordening van de schaarse ruimte in Nederland is nu in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van gemeenten. Wat ontbreekt is een hoger gezag dat de belangen afweegt die de gemeentegrenzen overstijgen, bijvoorbeeld die van economie en ecologie. Je kunt het ook zo zeggen: de politiek heeft de lagere overheden opgezadeld met een onmogelijke taak, waardoor de ruimtelijke ordening is gedegradeerd tot een kwestie van concurrentie tussen de gemeenten om bedrijventerreinen en woningbouwlocaties.”
Overheid moet regie (terug)nemen
Ten Hooven slaat daarmee de spijker op zijn kop. In zijn artikel, ‘Landschapspijn, het platteland behoeft weer een landelijke visie‘, belicht hij op voortreffelijke wijze de tanende rol van de overheid met betrekking tot omgevingsvraagstukken en -beleid, en dringt er bij hen nadrukkelijk op aan regie (terug) te nemen. Hij voelt zich daarbij gesteund door uitspraken van ‘ingewijden’ te citeren. De inleiding van zijn stuk is veelzeggend:
,,De intensieve landbouw verdreef de idylle uit het landschap. Elke wethouder kan een industrieterrein of distributiehal neerzetten. Door het verdwijnen van de landelijke regie is het landschap verramsjt.”
Marcel ten Hooven
Twee van die ingewijden zijn noordelingen: Harm Evert Waalkens, PvdA’er en bioboer uit Finsterwolde, en Hiska Ubels, opgegroeid in Westerdijkshorn en momenteel woonachtig in Glimmen.
Aan eerstgenoemde dank je de tussenkop van dit betoog, de tweede concludeert in haar op 30 januari 2020 verdedigde proefschrift ‘Novel forms of governance with high levels of civic self-reliance‘ dat er ook minder rooskleurige kanten aan burgerbetrokkenheid kleven. Herman Sandman van het Dagblad van het Noorden bericht er nog diezelfde dag over. Hans Marijnissen van Dagblad Trouw was er de volgende dag ook vroeg bij met: ‘Burgerbestuur is hip, maar niet altijd democratisch‘.
Column Christiaan Weijts
Kom terug, VROM!
,,Natuurlijk, ook met een decentrale janboel in de keuken komen we niet van de honger om. Maar iets van een menukaart en een mapje recepten zou helpen. Vooral nu alle brandende kwesties van dit pieplandje onderdeel blijken van een integrale puzzel, die maar om één ding draait: ruimtelijke ordening. Natuur, stikstof, wooncrisis, dreigende gettovorming: het zijn exact die oude VROM-domeinen.”
Wat Christiaan Weijts in zijn column ‘decentrale janboel in de keuken’ noemt wordt in veel (ook noordelijke) gemeenten aan den lijve ondervonden. In Groningen, Drenthe en Friesland zijn er op dit moment slechts zes gemeenten die niét hoefden te bezuinigen. De rest allemaal wel. Sommige zijn zelfs blut. Hoogeveen kondigde in de eerste week van februari (2020) bijvoorbeeld een uitgavenstop af, en hoopt daarmee te voorkomen dat zij onder toezicht van de provincie gesteld wordt.
De lege portemonnee van Hoogeveen en al die andere gemeenten staat in schril contrast met de inhoud van de schatkist in Den Haag, waarbij de overschotten natuurlijk te danken zijn aan economische groei, maar ook aan bezuinigingen. Bezuinigingen die onder andere gehaald worden door het overhevelen van rijkstaken naar de gemeenten. Op 8 februari vatte Erik Wijnholds, hoofdredacteur van het Dagblad van het Noorden, een en ander in een ‘Commentaar‘ als volgt samen:
,,De belabberde financiële staat van gemeenten toont aan dat er iets goed scheef zit. Het gaat niet aan om in Den Haag goeie sier te maken, terwijl elders voorzieningen verdwijnen en daarmee de leefbaarheid achteruitgaat.”
Erik Wijnholds
De lokale democratie stelt nog weinig voor als ‘Den Haag’ zo veel bepaalt
,,De gemeentepolitiek begint steeds meer trekken te vertonen van een marionettentheater, waarbij ‘Den Haag’ aan de touwtjes trekt. Hoe meer taken de landelijke overheid over de schutting van de gemeenten gooit, vol randvoorwaarden en vastgestelde budgetten, hoe minder controle wethouders en raadsleden hebben over hun bewegingen”, zegt Marjon Bolwijn in ‘De lokale democratie stelt nog weinig voor als ‘Den Haag’ zo veel bepaalt‘ in de Volkskrant van 16 februari 2020.
Ze sprak er een aantal in Assen, een gemeente waar het momenteel bestuurlijk niet zo lekker loopt. De afgelopen twee jaar stapten drie wethouders op en in het najaar zei de lokale partij Plop het college vaarwel. Assen telt relatief veel zorginstellingen en kampt mede door de tekorten in de jeugdzorg met een begrotingstekort van 11 miljoen euro. Sinds vorige maand staat het onder curatele van de provincie Drenthe. Ook dat nog.
Stadskanaal wil niet nóg eens bezuinigen op het sociale domein
Ten ‘einde raad’ besloot de gemeenteraad van Stadskanaal eind 2020 niet nog eens te bezuinigingen op het sociale domein. Het lintdorp kwam daarmee onder preventief toezicht van de provincie Groningen te staan. De afgelopen tien jaar heeft deze gemeente bijna 18 miljoen bezuinigd op haar begroting. ‘Benchmarking’ – een vergelijkend onderzoek waarbij de prestaties van organisaties, producten, diensten of programma’s op identieke wijze worden onderzocht en met elkaar worden vergeleken – moet uitkomst bieden, dat overigens ook geldt voor de gemeente Oldambt en de (nieuwe) gemeente Eemsdelta.
Provincie plaatst Stadskanaal onder preventief toezicht
Martijn Folkers, RTV Noord, 8 december 2020
.
Raad Stadskanaal weigert verder te bezuinigen
Hans Bekkers, Binnenlands Bestuur, 7 oktober 2020
.
‘Stadskanaal door de ondergrens – De analyse’ (van een ‘clusterfuck’)
De raad van Stadskanaal heeft eind 2020 een ongekende stap gezet. Hij heeft, na jaren bezuinigen, een niet-sluitende begroting vastgesteld. In gewone mensentaal: Stadskanaal gooit de kont tegen de krib en wil daarmee een gesprek op gang brengen over de gevolgen van de decentralisatie in het sociale domein op de financiële positie van gemeentes, in dit geval de gemeente Stadskanaal, als ‘case study’ voor een regionale gemeente. Ik vermoed…, een hele opluchting voor menig gemeente in (Noord) Nederland.
Hoe komt het toch dat gemeenten zoveel moeten bezuinigen? Met Janine Abbring als presentator gaat de gemeente Stadskanaal in gesprek over de miljoenentekorten
Luuk Sporrel, Dagblad van het Noorden, 31 januari 2021
.
Tegen die achtergrond organiseerde de gemeente Stadskanaal op 2 februari 2021 een online tafelgesprek met professor Caspar van den Berg (hoogleraar Global and Local Governance), professor Bettina Bock (hoogleraar Bevolkingsdaling en Leefbaarheid), professor Douwe Jan Elzinga (hoogleraar Staatsrecht, architect van de dualisering van het gemeentebestuur) en de Nationale Ombudsman, Reinier van Zutphen. Het tafelgesprek wordt geleid door Janine Abbring, die gaandeweg deze bijeenkomst tot de conclusie komt dat de decentralisaties in het sociaal domein geleid hebben tot een ‘clusterfuck’.
Nieuwe wet op decentraal bestuur moet interbestuurlijke verhoudingen weer in balans brengen
Met het georkestreerde ‘kont tegen de krib gooien’ van Stadskanaal, en met de inleidende ‘speech’ van commissaris van de Koning Groningen, René Paas, waarin gerefereerd wordt aan ‘Ongekend Onrecht’ – een vernietigend rapport over de toeslagenaffaire dat leidde tot het aftreden van het Kabinet Rutte III – werd de knuppel in het hoenderhok van het Rijk gegooid – dat is volgens de protesteerders nu aan zet.
,,Gemeenten in heel Nederland lopen leeg op de uitgaven voor het sociaal domein, waaronder de Wmo en jeugdzorg. De situatie is nijpend; het rijk kan zich er niet zomaar van afmaken en is nu aan zet. Als het rijk de andere kant opkijkt, is ook hier sprake van ‘ongekend onrecht’.”
René Paas, Commissaris van de Koning Groningen
Rijk moet noodlijdende gemeenten te hulp schieten
Yolanda de Koster, Binnenlands Bestuur, 3 februari 2021
.
Douwe Jan Elzinga schrijft voor de VNG, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Wet op Decentraal Bestuur. Deze moet de basis bieden voor een beter evenwicht in de bestuurlijke en financiële verhoudingen tussen de rijksoverheid, provincies en decentrale overheden. Een van de belangrijke uitgangspunten is een prominentere positie van de minister van BZK ten opzichte van de vakministers als het gaat om kabinetsbeleid met gevolgen voor decentrale overheden.
Van ‘clusterfuck’ tot Wet op Decentraal Bestuur
Douwe Jan Elzinga speelt momenteel een voorname rol bij de verbetering van de interbestuurlijke en financiële verhoudingen en versterking van de autonomie van gemeenten. Met zijn eerste ‘Proeve‘ voor een nieuwe wet op het decentraal bestuur, die hij ‘in opdracht’ van de VNG schreef, hoopt men – nog voor de kabinetsformatie – het tij te (kunnen) keren. Het is uniek dat de VNG een compleet wetsvoorstel presenteert, inclusief een regeling voor conflictbeslechting. Omdat dit ruim voor de kabinetsformatie is, kan de wet er volgens hen snel zijn, dat is volgens Elzinga vooral een kwestie van politieke wil.
,,Ik zou zeggen, voorjaar 2022. Laten we afspreken dat de Wet op Decentraal Bestuur voor de raadsverkiezingen van 16 maart 2022 in het Staatsblad staat.”
Douwe Jan Elzinga
Kunst en Landschap gaat de ontwikkelingen rondom decentrale financieringskwesties en de Wet op Decentraal Bestuur op de voet volgen en brengt je daarvan via een speciaal blogboek op de hoogte: ‘Van CLUSTERFUCK tot WET op DECENTRAAL BESTUUR; brengt de nieuwe wet de interbestuurlijke verhoudingen weer in BALANS?‘. Er zullen daar ongetwijfeld, op weg naar de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022, regelmatige updates verschijnen. Neem er maar eens een kijkje:
Ministerie hield rapport over falen ruimtelijke ordening tegen
Op zondag 9 februari 2020 kwamen Merijn Rengers en Jorg Leijten, redacteuren bij NRC, twee dagen voordat de Eerste Kamer over de invoering van de Omgevingswet stemde, met een wel zeer alarmerend bericht. Het geeft weer dat de transparantie met betrekking tot het tot standkomen van wetgeving over ruimtelijke ordening (in ‘Den Haag’) te wensen overlaat. Lees hier hun artikel: ‘Ministerie hield rapport over falen ruimtelijke ordening tegen‘.
Op 11 februari 2020 ging de kogel door de Eerste Kamer, zij stemde in met de Invoeringswet Omgevingswet. Gemeentelijke omgevingsplannen worden gebundeld. Provincies en waterschappen gaan werken met de regels in de Omgevings- en Waterschapsverordening. Daarnaast komen provincies, gemeenten en het Rijk met een omgevingsvisie met de lange termijnambities voor de leefomgeving.
Het kabinet verwachtte rond de zomer (van 2020) – een favoriet moment van politici om precaire zaken wereldkundig te maken – het besluit tot daardwerkelijke invoering van de Omgevingswet te kunnen nemen. Deze zou dan vanaf 1 januari 2021 van kracht zijn. De Kamer stelde wel als voorwaarde dat de wetgeving en het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) bij alle overheden voldoende is geïmplementeerd. De minister zegde toe de betrokken partijen maandelijks over de voortgang van deze implementatie te berichten.
Invoering Omgevingswet kost meer tijd dan verwacht
Het Coronavirus gooide bij deze ‘stevige implementatieopgave’ echter roet in het eten: ‘De invoering van de Omgevingswet kostte meer tijd dan verwacht’. Dat schrijft minister Stientje van Veldhoven voor Milieu en Wonen in een Nieuwsbericht aan de Eerste en Tweede Kamer op 1 april 2020. Covid-19 werd uiteindelijk ‘aangegrepen’ om de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet een jaar op te schorten. Op 20 mei 2020 maakte Minister Ollongren dat per Kamerbrief bekend: het wordt 1 januari 2022. Blijkens een bericht van Binnenlands Bestuur diezelfde dag, denk ik dat veel ‘uitvoerenden’ daar niet rouwig om zijn.
Uitstel Omgevingswet leidt nauwelijks tot minder achterstand bij gemeenten
,,Het uitstel van de Omgevingswet leidt nauwelijks tot minder achterstand bij gemeenten” meldt Martin Hendriksma, (eind)redacteur Ruimte en Milieu bij datzelfde Binnenlands Bestuur op 24 september 2020. ,,Nog altijd zegt de helft van hen niet op koers te liggen voor de invoering van de wet per 1 januari 2022.” Dat blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en I&O Research, waaraan 567 gemeenteambtenaren deelnamen.
Toch vindt (nog steeds) de helft van de ambtenaren de invoering van de wet een goede ontwikkeling. Vooral de ‘integrale gedachte’ van de wet wordt geprezen. Al zal het, reageert een van de geënquêteerden, ‘nog jaren en jaren duren en heel veel inspanning vergen voordat we in staat zijn te denken vanuit de fysieke leefomgeving in plaats van de hokjes RO, milieu, etc.’
Omgevingswet: helft gemeenten loopt achter
Martin Hendriksma, Binnenlands Bestuur, 24 september 2020
Ministerie hield grote zorgen over invoeren Omgevingswet achter
Het heeft er alle schijn van dat de minister het Coronavirus aangegrepen heeft om uitstel van invoering van de wet af te dwingen zonder eigen fouten te erkennen, tenminste als we de twee NRC-redacteuren Jos Verlaan en Rik Rutten moeten geloven in hun beweringen in:
‘Ministerie hield grote zorgen over invoering Omgevingswet achter.
,,Volgens betrokkenen bij de Omgevingswet kon ook het kabinet niet meer om uitstel heen, maar wilde het ministerie geen gezichtsverlies lijden.”
Jos Verlaan en Rik Rutten, NRC
Veel onzekerheid over Ruimtelijke Ordening bij gemeenten
,,De inwerkingtreding van de Omgevingswet komt dus wel heel dichtbij nu de Eerste Kamer de Invoeringswet Omgevingswet heeft aangenomen”, aldus de Stec Groep op 12 februari 2020. Uit een benchmark onder zo’n honderd gemeenten blijkt dat veel gemeenten vooral onzeker zijn of een goede implementatie van thema’s op het gebied van Ruimtelijke Ordening gaat lukken. Op basis van eigen verkenningen en innovatieprojecten geeft Stec Groep 10 tips voor een goede implementatie van de Omgevingswet. Betrokkenen kunnen ze hier aanvragen.
Webcollege ‘Omgevingswet in vogelvlucht’
Voor de VNG, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, was dit onder meer aanleiding om in de zomer van 2020 een webcollege te organiseren: ‘Omgevingswet in Vogelvlucht‘. Het gaat in op de basis van de Omgevingswet. De volgende onderwerpen komen daarin aan bod:
- Doel en opzet van de Omgevingswet
- Maatwerk, beleidsruimte en beleidsvrijheid
- Bestuurlijke afwegingsruimte en integraliteit
- De kerninstrumenten
- De Wet Kwaliteitsborging voor bouwen
- Participatie
- Het Digitaal Stelsel Omgevingswet
‘Aan de slag met de Omgevingswet’: gezamenlijk on the road met ‘Route 2022’
Op 14 januari 2021 ontving ik een nieuwsbrief van Aan de slag met de Omgevingswet. Het programma Aan de slag met de Omgevingswet is overigens een samenwerkingsverband van gemeenten (VNG), provincies (IPO), waterschappen (UvW) en het Rijk. Deze partners gaan samen de uitdaging aan om 390 gemeenten, 12 provincies, 22 waterschappen, 8 departementen en verschillende uitvoeringsorganisaties te ondersteunen bij de invoering van de Omgevingswet. Ook stimuleert en faciliteert het Programma interbestuurlijk en integraal werken. Daarnaast ondersteunt het maatschappelijke partners, initiatiefnemers en belanghebbenden om te kunnen werken met de wet. Dat doen ze door:
- te informeren over de bedoelingen van de wet
- hen bewust te maken van de gevolgen van de wet
- het ontwikkelen van een digitaal stelsel Omgevingswet zodat iedereen over dezelfde informatie over de fysieke leefomgeving kan beschikken.
Om me voor te bereiden op het werken aan en omgaan met de ‘gestandaardiseerde’ Omgevingswet, raadt Aan de slag met de Omgevingswet me in deze nieuwsbrief aan gebruik te maken van de roadmap ‘Route 2022’, als een kompas, zodat ik precies weet welke stappen en mijlpalen er de komende maanden (richting 1 januari 2022) gezet en bereikt kunnen worden.
Omgevingswet pas in werking als alle gemeenten zijn aangesloten en als alles goed werkt
Op 28 oktober 2020 diende de Raad van State het ‘Ontwerp Invoeringsbesluit Omgevingswet‘ in bij de Tweede Kamer. Dit ontwerpbesluit is één van de laatste onderdelen van het wetgevingstraject dat moet leiden tot de invoering van de Omgevingswet. De Raad van State heeft zorgen over het tijdig beschikbaar komen van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Met name over de voortgang van de implementatie van het nieuwe stelsel bij bestuursorganen. Inwerkingtreding van de Omgevingswet kan volgens De Raad dan ook pas aan de orde zijn als de betrokken overheden daar daadwerkelijk klaar voor zijn. Om te kunnen bepalen op welk moment de Wet in werking kan treden, dienen overheidsorganen dat (via monitoringsrapportages) inzichtelijk te maken. Lees hier de ‘Samenvatting advies ontwerp Invoeringsbesluit Omgevingswet‘ (Raad van State, 28 oktober 2020).
Ict-waakhond kraakt Omgevingswet opnieuw; wordt Rutte’s stokpaardje een ‘mislukking’?
‘De problemen voor de Omgevingswet blijven zich ophopen’, schrijft Rik Rutten in de NRC van 13 november 2020. ,,De situatie is nu zo nijpend dat het kabinet de ambities flink moet bijstellen om een algehele mislukking van de wet te voorkomen. Dat staat in een nieuw advies van de eigen ict-waakhond van de overheid, het Bureau Ict Toetsing (BIT).”
Trouw-redacteuren Bart Zuidervaart en Niels Markus bestempelden, na lezing van minister Ollongren’s Kamerbrief over de voortgang van de Omgevingswet – een reactie op het advies van het BIT en de tweede Gateway Review – de wet, ‘Rutte’s stokpaardje’, bij voorbaat al als een ‘mislukking’.
Ict-waakhond kraakt Omgevingswet opnieuw
Rik Rutten, NRC, 13 november 2020
.
De Omgevingswet: van Rutte’s stokpaardje tot mislukking
Bart Zuidervaart en Niels Markus, Trouw, 13 november 2020
.
De minister neemt de aanbevelingen over de ontwikkeling en implementatie van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) uit de twee rapporten onverkort over. Samen met de VNG en de andere bestuurlijke partners volgt zij de aanbevelingen op om tot een zorgvuldige invoering te komen. Het advies van het BIT om stevig vast te houden aan de datum van 1 januari 2022 voor invoering van de Omgevingswet moet haar, ook volgens de VNG ‘steun en focus’ geven. Wel leven zorgen bij gemeenten over de kosten van de invoering van de Omgevingswet. De VNG erkent deze zorgen en is hierover in gesprek met het ministerie.
‘De Omgevingswet is een vluggertje geworden en kent enorme risico’s’
Roeland van der Schaaf, wethouder RO/Wonen te Groningen, is er niet gerust op: met nog een jaar te gaan, druk op de huizenmarkt, Corona, stikstofproblemen en slechte ict, waarschuwt hij voor een ‘gevaarlijke en risicovolle situatie’. Over ‘de hoge uitvoeringskosten en de rechtsbescherming van burgers tegen een overambitieuze vastgoedsector’ is hij al helemaal niet te spreken. ‘De ruimtelijke kwaliteit is vogelvrij verklaard’. Nu de woningnood in Nederland zijn top heeft bereikt, is het volgens hem tijd voor bezinning.
,,We leven in onzekere tijden. Corona, stikstof, woningnood en marktdenken. Samen een giftige cocktail die ons perspectief op de toekomst vertroebelt.”
Roeland van der Schaaf
Ondanks de goede basisgedachten die achter de wet schuil gaan, acht hij de uitgangspunten achterhaald en mist hij integraliteit: ‘nieuwe onderwerpen als klimaat, gezondheid, energietransitie en stikstof zijn niet geïntegreerd’. Van der Schaaf kwalificeert de nieuwe wet als ‘naïef’ en pleit voor een ‘Omgevingswet die gemeenten het gereedschap en de financiële middelen geeft om aan hun steden en dorpen te (kunnen) blijven bouwen. Met behoud van kwaliteit’.
De Omgevingswet is een vluggertje geworden en kent enorme risico’s
Roeland van der Schaaf, Trouw (Opinie), 28 november 2020
‘Eerste Kamer kwelt Ollongren over Omgevingswet; nieuw uitstel dreigt’
,,En wéér dreigt uitstel voor de Omgevingswet, meldt Trouw: Senatoren vrezen dat het enorme project mislukt nu de ICT niet op orde blijkt en de kosten uit de klauwen dreigen te lopen.”
BNN Nieuwsradio, 11 januari 2021
‘Ruttes stokpaardje’, ‘vluggertje’, op het moment dat politici (en journalisten) in verkleinwoorden gaan spreken (en schrijven), is alertheid geboden. Helemaal, als het om ‘de grootste wetgevingsoperatie sinds 1848’ gaat, die moet leiden tot een Omgevingswet – de wet, waarin tientallen wetten en regels die nu nog de inrichting van het landschap bepalen, opgaan.
De invoering van de Omgevingswet is inmiddels drie keer uitgesteld – en opnieuw (januari 2021, red.) dreigt de invoeringsdatum van 1 januari 2022 te ‘optimistisch’ ingeschat. Althans als we de ‘zorgelijke’ geluiden van de Raad van State en verschillende fracties in de Eerste Kamer serieus nemen. Minister Ollongren hoopt deze zorgen nog in dezelfde maand per brief weg te kunnen nemen. ,,Daarna zal de Senaat de tijd willen nemen voor een debat en de finale afweging. Daarmee komt het plan van de minister in gevaar”, zeggen Niels Markus en Bart Zuidervaart in Trouw op 11 januari 2021.
Eerste Kamer kwelt Ollongren over Omgevingswet; nieuw uitstel dreigt
Niels Markus en Bart Zuidervaart, Trouw, 11 januari 2021
‘De Omgevingswet gaat volgens de Eerste Kamer tot chaos leiden’
De invoering van de Omgevingswet stuit op praktische bezwaren in gemeenten, schrijft Jos Verlaan in het NRC op 9 februari 2021. Bijna de helft van de wethouders – de direct verantwoordelijken voor de invoering van deze wet – wil uitstel of afstel. De Eerste Kamer vreest chaos in de uitvoering.
De Omgevingswet gaat volgens de Eerste Kamer tot chaos leiden
Jos Verlaan, NRC, 9 februari 2021
Ambtenarenvakblad ‘Binnenlands Bestuur’ noemt uitstel Omgevingswet onafwendbaar
Formeel moeten de decentrale koepels en de Eerste Kamer er nog in mei over besluiten, maar alles wijst op nieuw uitstel van de invoering van de Omgevingswet, meldt Martin Hendriksma in het ambtenarenvakblad Binnenlands Bestuur op 23 april 2021. In haar Kamerbrief noemt (demissionair) minister Ollongren (BZK) al twee alternatieve invoeringsdata: 1 april of 1 juli 2022.
De zes grootste Nederlandse gemeenten zijn bang dat de Omgevingswet tot onder andere nieuwe problemen in de bouw zal leiden, terwijl de wet juist bedoeld is om de ruimtelijke ordening eenvoudiger te maken – met minder harde regels, gedigitaliseerde procedures en met meer mogelijkheden voor burgers en bedrijven om zelf vergunningen te regelen. Tot die conclusie komen Jos Verlaan en Rik Rutten in NRC op diezelfde dag op basis van interne stukken.
Naast, dat het ‘Bouwen-Bouwen-Bouwen’-adagium – partijen van links tot rechts willen de woningnood aanpakken – in de knel komt, stelt de digitaliseringslag die gemaakt moet worden de minister voor (grote) problemen. Die laat zich goed uitleggen door Alfred Monterie in het computervakblad Computable.
De zorgen zijn bij het ministerie van Binnenlandse Zaken bekend, maar minister Kajsa Ollongren (D66) is volgens betrokkenen bang om het politieke momentum voor haar wet te verliezen, schrijven Verlaan en Rutten. ,,De Tweede Kamer is al akkoord, de Eerste Kamer bijna. Bij nieuwe tegenslagen zou het definitieve besluit waarschijnlijk pas door een volgend kabinet genomen kunnen worden.”
Inwerkingtreding Omgevingswet wordt opnieuw uitgesteld: tot 1 juli 2022
Die aanname werd bewaarheid. De inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt opnieuw uitgesteld. Dat hebben gemeenten, provincies, waterschappen en minister Ollongren woensdagmiddag 26 mei 2021 besloten. Overheden en uitvoeringsorganisaties krijgen een half jaar langer, tot 1 juli 2022, langer de tijd om een stabiel en goed werkend Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) te krijgen en ermee te oefenen.
Kwaliteitsborging
De latere inwerkingtreding van de Omgevingswet betekent dat de ‘Wet Kwaliteitsborging‘ voor het bouwen, die een deel van de verantwoordelijkheid van het toezicht op de bouw weghaalt bij gemeenten en neerlegt bij bouwers en opdrachtgevers, ook een halfjaar wordt uitgesteld.
‘Hoogleraar Co Verdaas: nieuw uitstel Omgevingswet gaat ten koste van uitvoeringskracht’
Is de Omgevingswet het bestuurlijke monster dat de ruimtelijke ordening van ons land zal schaden? Hoogleraar gebiedsontwikkeling Co Verdaas vindt van niet. Uitstel van de wet, dát zou de zaak pas kwaad doen, betoogt hij tijdens een deskundigenbijeenkomst Invoering Omgevingswet in de Eerste Kamer van 21 december 2021. Hij kwam niet om de Kamer te overtuigen, maar hoopte ‘vooral meer balans te brengen in de argumenten die de Eerste Kamer aangereikt krijgt om een besluit te nemen over het al dan niet invoeren van de Omgevingswet op 1 juli 2022’.
Hoogleraar Co Verdaas: nieuw uitstel Omgevingswet gaat ten koste van uitvoeringskracht
Co Verdaas, Gebiedsontwikkeling.nu, 27 december 2021
‘De Omgevingswet is een potentieel struikelblok voor minister De Jonge’
Op 10 januari 2022 is het kabinet-Rutte IV op Paleis Noordeinde beëdigd. Het nieuwe kabinet wordt gevormd door VVD, D66, CDA en ChristenUnie en bestaat uit 20 ministers en 9 staatssecretarissen. Hugo de Jonge (CDA) wordt Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO).
De Jonge verklaarde zich binnen een week na zijn aantreden onverkort voorstander van de Omgevingswet. ‘Die is potentieel een struikelblok voor hem’, zegt Jos Verlaan op 27 januari in NRC; ‘toch wil hij de wet zo snel mogelijk, nog deze zomer, in werking zien. Geen uitstel op uitstel, zoals onder zijn voorganger het geval was’.
De Jonge maakte zijn voornemen duidelijk bij zijn kennismakingsgesprek op het ministerie met de verantwoordelijke topambtenaren. Directeur-generaal Erik Jan van Kempen zat erbij. Net als projectdirecteur Cathelijn Peters, verantwoordelijk voor invoering van de wet. Hoewel het een besloten en vertrouwelijk overleg was, lekte zijn boodschap meteen uit. Binnen het ministerie en erbuiten, bijvoorbeeld op het blog van ict-journalist Bas Linders. Weg was de twijfel of de massale oppositie van lokale bestuurders, softwareleveranciers en ict-experts alle voorbereidingen teniet had gedaan. Volgens Verlaan was er een strategisch belang voor het lek.
Omgevingswet: nu doorpakken, uitstel of afstel?
31 maart 2021: eerste (online) NOVI-conferentie – ‘Van visie naar uitvoering’
Vanaf 10:00 uur ‘s ochtends vindt op woensdag 31 maart 2021 de eerste (online) conferentie over de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) plaats. Een jaarlijks te organiseren dag die alle Nederlanders die betrokken zijn bij de inrichting van de schaarse ruimte van ons land in staat moet stellen om bij elkaar te komen. Doel is om de Nationale Omgevingsvisie tot uitvoering te brengen en jaarlijks de voortgang met elkaar te bespreken. Op deze allereerste conferentie staan informeren en inspireren centraal.
Op deze online conferentie praten experts je bij over een mogelijk te varen koers en over de stappen die al zijn gezet. Tal van onderwerpen en inspirerende praktijkvoorbeelden ten aanzien van de fysieke leefomgeving passeren de revue. Uiteraard was er gelegenheid om (eigen) ervaringen uit te wisselen.
Het wordt een levendige online dag met een festivalopzet: er zijn virtuele tenten waar een variëteit aan sessies wordt aangeboden. Van talkshows tot verdiepende webinars, maar ook interactieve sessies, uitleg van de NOVI-instrumenten en vooral veel NOVI-praktijkvoorbeelden.
Heb je de digitale conferentiedag gemist? Geen nood, je kunt de verschillende sessies van het festival terugkijken. aan de hand van een blokkenschema. Dit overzicht wordt steeds verder aangevuld met opnames en downloads. Treed binnen:
Tijdens deze conferentie is de ‘Monitor Landschap‘ gepresenteerd. Hiermee worden de veranderingen van het Nederlandse landschap (buiten de bebouwde kommen) getoond aan de hand van zes indicatoren.
Voor ieder van deze zes indicatoren toont de landschapsmonitor een landsdekkend beeld van ontwikkelingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van duurzaam beschikbare bronnen. De Monitor Landschap is gestart met de gegevens per 1 januari 2019 (nulmeting) en wordt jaarlijks bijgewerkt met nieuwe gegevens. De resultaten zijn beschikbaar als open data en voor iedereen vrij te (her-)gebruiken.
‘Til ruimtelijke ordening weer naar het rijk in één ministerie’
Een dag voordat de (‘dwarsliggende’) Eerste Kamer verder in gesprek gaat over de ingangsdatum van de Omgevingswet, verschijnt in het NRC een fraai opiniestuk van een ‘multidisciplinaire groep experts’ op het gebied van ruimtelijke ordening, aangevoerd door Cees Veerman, Adriaan Geuze en Christine Sijbesma, mede-ondertekend door nog een aantal buitenruimteprominenten.
Ze pleiten krachtig voor een terugkeer naar een samenhangend ruimtelijk rijksbeleid, waarin een visie op een duurzame leefomgeving leidend is voor het beleid van lagere overheden. De formulering van en de controle op uitvoering van zo’n visie mag niet worden gedelegeerd naar provincies en gemeenten. De nationale overheid moet volgens hen zelf weer de verantwoordelijkheid nemen voor grote beslissingen over de (schaarse) ruimte, met inachtneming van gezondheid, waterveiligheid, goed bewoonbare steden, landschappelijke en recreatieve kwaliteit en leefbaarheid van het landelijk gebied. Naast een Minister (van Ruimte, red.) zou volgens de groep opiniemakers een Landschapscommissaris moeten worden aangesteld om met voldoende budget de langetermijn-uitvoering te garanderen.
Voor een samenhangende ruimtelijke ordening is een op de uitvoering toegesneden wetgeving cruciaal, zo stellen ze, en twijfelen ze of de voorgenomen Omgevingswet daarvoor wel geschikt is. Sterker: ze vinden dat er aan deze wet in zijn huidige opzet een groot aantal bezwaren kleeft – en het ontbreekt de wet volgens hen aan verankering in een effectieve visie. Ze pleiten dan ook voor aanpassing van de Omgevingswet tot een instrument dat beter is toegerust voor de opgaven waarvoor Nederland zich anno 2021 gesteld ziet. Ik kan me daar hartgrondig in vinden.
Saillant detail: op 1 maart 2021 las ik in Binnenlands Bestuur dat minister Ollongren in een brief aan de Eerste Kamer vijf minimumcriteria heeft bepaald die noodzakelijk zijn voor een geslaagde invoering van de Omgevingswet. Ze kondigt daarin onderzoek aan naar alternatieve routes, mochten de decentrale overheden per 1 januari 2022 niet volledig aan haar eisen kunnen voldoen.
Til ruimtelijke ordening weer naar het rijk in één ministerie
Cees Veerman, Adriaan Geuze en Christine Sijbesma, NRC (Opinie), 3 maart 2021
Kabinet neemt meer regie op de inrichting van Nederland
Op 23 april 2020 kwam minister Ollongren (BZK), in aanvulling op de ontwerp-NOVI, met een brief aan de Tweede Kamer, waarin ze stelt dat er meer regie nodig is vanuit het Rijk om richting te geven aan de fysieke inrichting van Nederland. Zij vraagt daarin om meer fundamentele keuzes te maken om de oplopende druk op de leefomgeving te temperen.
Ze wil scherpere keuzes over de toekomstige ontwikkeling binnen het Stedelijk Netwerk Nederland, sturen op de vestiging van distributiecentra en werken aan een nationale strategie voor het landelijk gebied zodat alle regio’s optimaal benut worden.’ In ‘Kabinet neemt meer regie op de inrichting van Nederland‘ vind je een toelichting en de aanvullings–Kamerbrief ‘Regie en keuzes in het nationaal omgevingsbeleid (NOVI)‘.
Ter ‘verduidelijking’ van de brief schreef Emiel Reiding, directeur Nationale Omgevingsvisie (NOVI), diezelfde dag een column.
Kabinet stuurt op hogere eisen en sterke concentratie logistiek
In de tweede ‘coronavirusmaand’ heeft het kabinet dus bij monde van verantwoordelijk minister Ollongren gemeend knopen door te moeten hakken voor wat betreft onze toekomstige leefomgeving en de wetgeving daaromtrent. Begrijpelijk, het had op dat moment natuurlijk andere zaken aan het hoofd. Wat opvalt bij het kordate ‘ingrijpen’ is de specifieke aandacht die uitgaat naar de volumineuze vierkante distributiecentra, de dozen.
Vanuit tweeërlei hoek – geen onbekenden in de verdozingsdiscussie – werd daar op 29 en 30 april 2020 op gereageerd. De druk daarin is door het Covid-19-virus voor het kabinet wellicht wat van de ketel, maar de lucht is nog zeker niet geklaard.
Strengere regels voor XXL-distributiecentra
Logistiek.nl, Nieuws, 29 april 2020
.
Aanvulling NOVI: kabinet stuurt op hogere eisen en sterke concentratie logistiek
Erik Verheggen, interview Cees-Jan Pen en Merten Nefs, Stadszaken, 30 april 2020
.
‘Initiatiefgroep Lelylijn’ ziet na Kamerbrief perspectieven voor de Lelylijn
Omdat de minister ook wil werken aan een ‘nationale strategie voor het landelijk gebied zodat alle regio’s optimaal benut worden’, zag de begin 2020 in het leven geroepen Stichting Initiatiefgroep Lelylijn, die nauw samenwerkt met VNO-NCW Noord, haar kansen schoon. Na de keuze van het Kabinet, in te willen zetten op het verbeteren van de verbinding met alle landsdelen, berichtte de prille organisatie daarover onmiddellijk aan haar ‘supporters’ via hun kakelverse website.
Klik op het screenshot van hun pagina hieronder om alles te weten te komen over hun missie om een nieuwe spoorverbinding tussen het Noorden en de Randstad op de politieke agenda te krijgen. Je kunt dit initiatief – nadat je je hebt laten informeren over hun plannen – steunen, door je in te schrijven als ‘Vriend van de Lelylijn‘. Men beoogt een duurzame en structurele oplossing voor de infrastructuur van het Noorden.
Kamer wil minister van Vrom terug voor meer greep op woningbouw
De roep in de Kamer en de media (vanuit verschillende invalshoeken) om scherpere keuzes en meer regie van de overheid klonk in de maanden voor de brief van de minister luid:
Om iedereen richting 2021 ‘goed’ bij de les te houden, en om het woningtekort aan te pakken, dienden de Tweede Kamerleden Henk Nijboer (PvdA) en Erik Ronnes (CDA) een motie in voor een wedergeboorte van het ministerie van VROM, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
.
Deze werd op 3 maart 2020 door de Kamer aangenomen; zij hoopt met deze ‘hersteloperatie’ het Rijk meer greep te geven op woningbouwprojecten. Volkskrantjournalist Marc van den Eerenbeemt berichtte er nog diezelfde dag over: ‘Kamer wil minister van Vrom terug voor meer greep op woningbouw‘
Henk Nijboer (PvdA) en het jongbakken Tweede Kamerlid Julius Terpstra (CDA) dienden op 23 juni 2020 een aantal Kamervragen in om deze motie te ondersteunen. Minister Ollongren was in haar beantwoording van deze vragen op 26 augustus 2020 helder: heroprichting van een ministerie voor VROM kost veel tijd en geld en wordt een politiek formatiebesluit en een herintroductie van een Rijksplanologische Dienst acht ze ‘niet passend’ in en bij de NOVI.
Sprong vooruit door krachtig samenspel tussen Rijk en regio
,,Regio en Rijk hebben elkaar meer dan ooit nodig. Intensieve samenwerking is nodig om de grote opgaven van deze tijd – van stikstof tot klimaat, energie en woningbouw – aan te pakken”, blogden Cees-Jan Pen en Joks Janssen op 4 maart 2020 in het online magazine ‘Vastgoedmarkt‘.
Zij kozen dit medium voor hun ‘oproep’ hoogstwaarschijnlijk omdat de volgende dag bouwers, bestuurders en ontwerpers bijeenkwamen tijdens de Nationale Dialoog Bouwcultuur in Soesterberg. De twee – normaliter onafhankelijk van elkaar opererende – ‘veelschrijvers’ op Twitter en Linkedin, kwamen met een eensluidend en krachtig advies aan de regering (en een ieder die aan de complexe misère van de huidige ruimtelijke ordening wil ontkomen) dat moet leiden tot een nieuw ministerie: het ministerie voor de Leefomgeving!
In kort bestek ontrafelen beide heren vele (sectorale) discussies en pleiten ze voor een Rijksoverheid die sterker en strategischer stuurt op transitie, in een krachtig samenspel tussen Rijk en regio waarbij ook bedrijven en burgers aan tafel zitten. Pen en Janssen hopen met dit advies een eigentijds, 21ste eeuws antwoord te geven op de grote ruimtelijke uitdagingen waar we voor staan. Een must read!
‘Sprong vooruit door krachtig samenspel tussen Rijk en regio‘.
,,Intensieve samenwerking tussen overheid en samenleving, en tussen overheden onderling, is nodig om de grote opgaven van deze tijd – van stikstof tot klimaat, energie en woningbouw – aan te pakken. Dat begint met het organiseren van een meer samenhangende aanpak op rijksniveau en een duurzame lange termijnvisie op de ruimtelijke inrichting van ons land.”
Cees-Jan Pen en Joks Janssen
Het Rijk haalt ruimtelijk de teugels aan, maar wie gaat dat voelen?
,,Het kabinet gaat de teugels aanhalen bij landelijke opgaven als de woningbouw en energietransitie”, zo ‘waarschuwt’ Gemeente.nu, een landelijke website waar gemeentelijke instellingen en ambtenaren (sectoraal) geïnformeerd worden over actuele zaken, haar lezers. ,,Maar van een nieuwe centralisatiedrift is geen sprake. Gemeenten krijgen er juist bevoegdheden bij”, lijkt de geruststellende boodschap.
Redacteur Pieter van de Brand sprak met hoogleraar gebiedsontwikkeling Co Verdaas en (scheidend) directeur NOVI Emiel Reiding over de implicaties van de door minister Ollongren geproclameerde ‘onafwendbare rijkssturing’ voor gemeenten. Je leest het in: ‘Het Rijk haalt ruimtelijk de teugels aan, maar wie gaat dat voelen?‘, een reportage van Gemeente.nu van 18 mei 2020.
,,Dat er nu eindelijk een breuk met doelloos decentraliseren is gekomen, lag al jaren voor de hand. Eindelijk is er de erkenning dat het met bottom-up alleen niet lukt. Al lange tijd was duidelijk dat de regio’s er zelf niet uitkomen.”
Co Verdaas
Die boodschap lijkt te zijn aangekomen, blijkens een twitterbericht van ‘Overheid van Nu’ (@OverheidvanNu) van 4 juni 2021.
De regering gaat regie voeren, maar hoe dan?
De regering presenteerde op 11 september 2020; coronaperikelen deden ook dit moment opschuiven, het definitieve ontwerp van de Nationale Omgevingsvisie. De opgaven zijn ‘bekend’: een enorme woningbouwopgave, de energietransitie, mobiliteit en infrastructuur, ingrijpende veranderingen in het landelijk gebied en de ruimtelijke gevolgen van de economische ontwikkeling. Voor de uitvoering ervan wordt door velen regie van de rijksoverheid verondersteld – en gevraagd.
,,De regering wil ‘regie voeren’, maar de vraag is hoe dat dan moet”. vragen Co Verdaas en Friso de Zeeuw, hoogleraar respectievelijk emeritus hoogleraar Gebiedsontwikkeling van de TU Delft, zich af in Vastgoed Journaal op 13 juli van dat jaar, benieuwd naar hoe de regering de ambities waar gaat maken. Omdat zij ‘een parade van hele en halve afspraken tussen rijksoverheid, gemeenten en provincies’ zien, hebben ze een uitvoeringsconcept geformuleerd en aangeboden aan minister Ollongren. Zij komen tot de conclusie dat de rijksoverheid allereerst de nodige expertise in huis moet halen, onder meer op ruimtelijk-economisch terrein. In hun voorstel komen, binnen nationale kaders, ongeveer dertig Regionale InvesteringsAgenda’s (RIA’s) tot stand, met een tijdshorizon van 10 tot 20 jaar.
‘Na Wild West en sciencefiction op zoek naar de juiste film’
Op 2 juli, tijdens een online kennisbijeenkomst over de NOVI, georganiseerd door de SKG, de Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling (TU Delft), en Buck Consultants, nam minister Kajsa Ollongren (BZK) het eerste exemplaar van dit sturingsconcept voor de inrichting van Nederland uit handen van René Buck (Buck Consultants) in ontvangst: ‘Na Wild West en sciencefiction op zoek naar de juiste film’. Buck, die al eerder ter sprake kwam in de verdozingsdiscussie, stelt haar in onderstaand interview alvast een paar vragen en is benieuwd naar haar bevindingen:
‘Krachtenbundeling, dat is de truc’
Friso de Zeeuw en Co Verdaas willen met hun publicatie een serieuze aanzet geven voor een handelingsperspectief. Simpel gezegd: hoe kunnen die grote opgaven omgezet worden in concrete projecten? Joost Zonneveld, sinds 2020 hoofdredacteur bij de leerstoel Gebiedsontwikkeling (TU Delft), publiceerde op de dag van aanbieding van het sturingsconcept (2 juli) een dubbelinterview met de auteurs: ‘Co Verdaas en Friso de Zeeuw over ruimtelijke opgaven: “Krachtenbundeling, dat is de truc”‘.
Vraag de liefhebbers van wild west niet om de filmwereld te vernieuwen
Zo’n drie weken na overhandiging van het sturingsconcept publiceerde datzelfde platform voor kennis, nieuws en opinie, ‘GO-Gebiedsontwikkeling.nu‘, een bijdrage van adviseur maatschappelijke gebiedsontwikkeling en zichzelf ‘De Ruimtemaker’ noemende Frans Soeterbroek. Soeterbroek heeft zich gespecialiseerd in wat hij ‘samen stad en gemeenschap maken’ noemt. Hij vervlecht de werelden van omgevingsbeleid, stads- en gebiedsontwikkeling met die van democratische vernieuwing, collectieve intelligentie en sociaal kapitaal. Iets wat hij zelf ‘maatschappelijke gebiedsontwikkeling’ of ‘vermaatschappelijking van de ruimtelijke ordening’ noemt. Een kolfje naar de hand van Kunst en Landschap. Frans Soeterbroek las het concept en kwam met een eenduidig advies: ‘Friso en Co, ga echt eens wat andere films kijken.‘. Een ‘must read’.
(Nb. Kunst en Landschap heeft op dit moment een special over ‘Democratie en Het Nationale Burgerberaad’ in voorbereiding. Binnenkort verschijnt in het kader van de klimaatdiscussie een speciaal daaraan gewijd blogboek)
‘Gezocht: een minister van Ruimte (met macht en geld!)’
Hij kwam al eerder in dit blogboek voorbij: Rijksadviseur voor het Landschap Berno Strootman (zonneparken, red.). Achter Strootman’s afkeer voor zonneparken ‘in de wei’ gaat een diepere zorg schuil, zo betoogt Mac van Dinther op 24 november 2020 in de Volkskrant. Strootman ‘houdt zijn hart vast’. Hij pleit dan ook voor een ‘minister van Ruimte‘ (en dus niet een van (het sectorale) Wonen, red.), maar ‘wel een met macht en geld!’
Gezocht: een minister van Ruimte (met macht en geld!)
.
,,Een minister van Ruimte moet geen deelbelang dienen, maar alle belangen tegen elkaar afwegen: landbouw, infrastructuur, volkshuisvesting, natuur.”
Berno Strootman
College van Rijksadviseurs pleit voor ‘Een Minister van Ruimte’
Het artikel in de Volkskrant was de ‘opmaat’ naar het advies, zo niet noodkreet, richting het Kabinet: op dezelfde dag, 23 november 2020, werd het Advies ‘Een Minister van Ruimte‘ door het (voltallige) College van Rijksadviseurs aan het Kabinet aangeboden.
Het College pleit daarin voor een minister van Ruimte, een nieuwe bewindspersoon met een eigen mandaat en budget. Een minister die met een verbindend departement strategie koppelt aan uitvoeringskracht, in nauwe samenwerking met andere beleidsdepartementen en uitvoeringsorganisaties. Een zorgvuldige omgang met de schaarse ruimte in Nederland vraagt volgens het College om een minister met een krachtige positie ten opzichte van de sectorale departementen, om integraliteit desnoods te kunnen afdwingen. Bovendien dienen er volgens haar rijksbreed nieuwe kennis en vaardigheden te worden ontwikkeld en aangetrokken, die aansluiten op de grote vragen van deze tijd.
Om een en ander kracht bij te zetten lieten de drie Rijksadviseurs het Advies vergezeld gaan van de ‘Memo: Gefragmenteerd rijksbeleid kost samenleving geld‘, waarin ze met een aantal illustratieve voorbeelden tonen dat het gebrek aan samenhangend rijksbeleid de samenleving elk jaar miljarden euro’s kost.
‘Het Nederlandse landschap wordt steeds rommeliger’
Om het pleidooi voor een Minister van Ruimte ook bij het grote publiek onder de aandacht te brengen, toog Strootman – twee dagen voor zijn ‘vertrek’ als Rijksadviseur – naar de BNN/VARA-studio van het radioprogramma Vroege Vogels. In een soort ‘afscheidsrede’ vatte hij het werk van het College (van de afgelopen twee jaren) samen, aan de hand van het Panorama Nederland, een toekomstperspectief voor de ruimtelijke inrichting van ons land.
‘Het Nederlandse landschap wordt steeds rommeliger’
Vroege Vogels, 29 november 2020
Berno Strootman pleit tijdens informatierondes Mariëtte Hamer opnieuw voor een ‘Minister van Ruimte’
‘Het huidige beleid is te gefragmenteerd. Ministeries werken vooral sectoraal en bovendien is er veel gedecentraliseerd naar de provincies en de gemeenten, zegt de (dan voormalig rijksadviseur) Berno Strootman, tijdens moeizame informatierondes van een zwoegende Mariëtte Hamer in het meinummer (2021, red.) van het open magazine van Publiek Denken. ‘Voor veel opgaven leek rijksverantwoordelijkheid niet nodig. De tijd heeft ons daarin ongelijk gegeven’. Strootman pleit in dit opinieartikel nogmaals en nadrukkelijk voor een Minister van Ruimte.
,,Doordat centrale regie ontbreekt, maar ook door het ontbreken van een integrale langetermijnvisie en politieke wil, struikelen we van crisis naar crisis. […] Integraal beleid maken is ingewikkelder, maar leidt tot betere kwaliteit en is uiteindelijk goedkoper.”
Berno Strootman
Column Joks Janssen: Kintsugi in de polder
,,De publicatie (Een Minister van Ruimte, red.) vormt een passend sluitstuk van ruim vier jaar (2016-2020) consistent en op aansprekende wijze aandacht vragen voor de grote ruimtelijke opgaven die ons land gaan veranderen: van de woningbouwopgave tot de energietransitie, van het klimaatbestendig maken van onze delta tot de omslag naar kringlooplandbouw.” Dat zijn de lovende woorden van Joks Janssen van het PON-Telos en ‘Professor of Practice ‘Brede welvaart in de regio’’, richting de scheidend Rijksadviseurs in een prachtige column: ‘Kintsugi in de polder‘. Ik sluit me daar overigens geheel bij aan.
In feite probeert het CRa de organisatorische scherven van het ter ziele gegane VROM weer bijeen te rapen en te lijmen., zegt Janssen, daarmee verwijzend naar de titel van zijn column. Wil dat ministerie geen tandeloze tijger zijn, dan zal de ‘Kintsugi‘-techniek zich echter volgens hem niet moeten beperken tot de politieke werkelijkheid in Den Haag maar zich ook moeten ontfermen over de uitvoeringskracht in de regio. Wie lijmt met andere woorden de scherven van de ruimtelijke uitvoering tot een goud gerand geheel?
Column Joks Janssen: Kintsugi in de polder
Joks Janssen, NRP/PON-Telos, 21 december 2020
‘Zoveel spelers in het landschap, daarvoor is een commissaris nodig’; met enkel een nieuwe minister zijn we er niet
Ook Jan Willem Erisman, hoogleraar milieu en duurzaamheid aan de Universiteit Leiden en Cees Veerman, voormalig Minister van Landbouw en emeritus-hoogleraar aan de Tilburg University en de WUR in Wageningen, pleiten voor meer regie van de overheid. ‘Maar met enkel een nieuwe minister zijn we er niet’. De huidige problemen vergen volgens hen allereerst een langetermijnvisie en inzet vanuit de hele maatschappij. Het nieuwe kabinet moet die visie omarmen, de regie gaan voeren en de uitvoering in handen leggen van een landschapscommissaris zodat die voor de langetermijn geborgd is.
De rijksoverheid moet daarbij regionale doelen stellen, om stikstofdoelen te halen kan ze geld uit het stikstoffonds aanwenden, en ze kan gebruik maken van een ‘duurzaamheidsdashboard’, dat uitgaat van positieve effecten belonen en negatieve effecten beboeten, ter stimulering van duurzame landbouw. Visies, ministers en beleidsuitgangspunten zijn volgens de twee hard nodig, maar het organiseren van langjarige uitvoeringskracht vinden ze net zo belangrijk. Omdat het beleid meerdere ministeries raakt en de vereiste samenwerking om afstemming vraagt pleiten ze voor een krachtige, coördinerende minister.
,,We hebben al een deltacommissaris voor de waterproblematiek. We hebben er ook een nodig voor ons landelijk gebied: een landschapscommissaris met voldoende middelen en een langjarig mandaat om de uitvoering te garanderen.”
Jan Willem Erisman en Cees Veerman
Voorwaar een mooie visie op het landelijk gebied, die boeren in staat stelt over te gaan naar duurzame landbouw en die natuur en biodiversiteit kan doen herstellen.
Zoveel spelers in het landschap, daarvoor is een commissaris nodig
Jan Willem Erisman en Cees Veerman, Trouw (Opinie), 3 februari 2021
‘De verrommeling van het land vraagt om weerwoord’
,,De verrommeling van het landschap vraagt om weerwoord: kunnen stedenbouwers en architecten zich samen met politiek en publiek buigen over de kaart van Nederland?”, vraagt Paul Scheffer zich af in zijn column in de Volkskrant van 11 december 2020. Hij hekelt daarin het ‘schikken en plooien’, de ‘visie’loze en knagende leegte van de huidige democratische politiek met betrekking tot de inrichting van ons land: ‘er moet toch iets zijn voorbij het wikken en wegen, voorbij het crisis-management?’. Ook hij doet een appèl op herwaardering van ‘ruimtelijke ordening’ en refereert daarbij aan de lange traditie die Nederland op dat gebied kent in: ‘De verrommeling van het land vraagt om weerwoord‘.
‘Volg het klimaat en richt Nederland laag voor laag in’
Het ministerie van VROM terug? Centraliseer de ruimtelijke ordening niet om het centraliseren, zorg voor een strategie die klimaat centraal zet. Dat betogen Edwin Buitelaar, onderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en bijzonder hoogleraar grond- en vastgoedontwikkeling aan de Universiteit Utrecht (UU) en Maarten Hajer, hoogleraar Urban Futures aan diezelfde universiteit, in een opiniestuk in het NRC van 16 februari 2021. Een nieuw ruimtelijke-ordeningsbeleid heeft volgens hen vooral een nieuwe strategie nodig – het beleid van de afgelopen jaren was ‘slechts gericht op het accommoderen van wat zich aandiende’.
,,Goed beleid richt zich op een beperkt aantal strategische opgaven. De langetermijn moet daarbij nadrukkelijk voorop staan. Ondoordacht lokaal beleid van nu leidt vaak tot hogere kosten later, die dan vaak door de nationale overheid moeten worden gedragen.”
Edwin Buitelaar en Maarten Hajer.
Ruimtelijke ordening is de kunst het land zo in te richten dat we de beste uitgangsposities voor de samenleving, nu en straks, organiseren, zeggen ze. Ze baseren zich daarbij op eerder (1998) door de WRR, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, geformuleerde (vijf) doelen. Maar, daar is volgens hen één fundamenteel doel bijgekomen: klimaat-verandering. ‘Dat gaat de vorm en functionaliteit van ons land ingrijpend veranderen’.
Daarnaast moeten we volgens Buitelaar en Hajer de zogenoemde ‘lagenbenadering’ (uit: Ruimte met Toekomst, red.) weer gaan gebruiken. ,,Dat betekent dat we de ruimtelijke inrichting afstemmen op het fundament van ons land: de ondergrond. We moeten wel, want als we de deltadynamiek niet volgen, zakken we onvermijdelijk in de zompige ondergrond weg.”
Volg het klimaat en richt Nederland laag voor laag in
Edwin Buitelaar en Maarten Hajer, NRC, 16 februari 2021
‘Mooi zo’n Ministerie van Ruimte, maar of dat voldoende is?’
Die vraag werd op 3 maart 2021 voorgelegd door Marinus Biemans, wethouder in Deurne, Zuidoost-Brabant, in een opinieartikel in Binnenlands Bestuur. Hij refereert daarmee onomwonden aan het in het najaar van 2020 door het College van Rijksadviseurs bepleitte ‘Ministerie Ruimte’, waarvan je hierboven kennis hebt kunnen nemen. Onderaan zijn opiniestuk neemt Biemans nog twee links op die verwijzen naar pleidooien voor meer regie van de Rijksoverheid, centrale en integrale sturing. Die zijn zoals je ziet (ook) niet aan mijn aandacht ontsnapt.
Marinus Biemans beantwoordt zijn vraag zelf: ,,met alleen een versterking van de ruimtelijke ordening op het nationale niveau, met of zonder een ministerie, gaan we de grote transitieopgaven waar Nederland voor staat niet goed voor elkaar krijgen”, zo beweert hij stellig. Er is volgens hem méér nodig, ‘zeker in het landelijk gebied’. Hij roept dan ook de onderhandelaars voor een nieuwe coalitie op, om naast de gememoreerde pleidooien, ook de uitvoeringskracht bij gemeenten te versterken. Uiteraard worden daarbij de invoeringsproblematiek van de Omgevingswet, de eerdere decentralisaties van en bezuinigingen op het sociaal domein en financieringsperikelen rond de herijking van het Gemeentefonds genoemd. Dus, onderhandelaars:
Mooi zo’n Ministerie van Ruimte, maar of dat voldoende is?
Marinus Biemans, Binnenlands Bestuur (Opinie), 3 maart 2021
Nb. Dit artikel is ook opgenomen in de Kunst en Landschap-special ‘Van CLUSTERFUCK tot WET op DECENTRAAL BESTUUR; brengt de nieuwe wet de interbestuurlijke verhoudingen weer in BALANS?‘
‘Wat wordt de opdracht voor de nieuwe Minister van Ruimte?’
Over een ding lijkt iedereen het eens, het volgende kabinet heeft straks een ‘minister van Ruimte‘ (nodig, red.) Dat is de openingszin van de introductie van een nieuwe ‘Ruimte! Ruimte! Ruimte!‘-uitzending van Pakhuis de Zwijger. Over welke taakomschrijving deze minister straks meekrijgt is daarentegen geen overeenstemming. Richt deze minister zich straks op de verdere verstedelijking, op woningbouw, op het behoud van natuur en herstel van ecologie, op de voedselproductie, op klimaatverandering of op de bereikbaarheid van ons land?
Wordt dit ministerie een super-departement met vergaande bevoegdheden of wordt het een stempel- en coördinatiemachine? Samen met Jacqueline Cramer, Wouter Veldhuis, Evelien de Olde en David Hamers gaat programmamaker Servaz van Berkum op zoek naar de ideale taakopvatting voor de nieuwe minister van Ruimte. Wie dat allemaal zijn en verder info over plus bijlagen bij deze uitzending lees je hier.
‘Er ligt een dringende opdracht voor nieuwe minister van Ruimte’
De bottleneck van het ruimtelijk debat gaat niet om een tekort aan plannen. Wat belangrijk is, is de stroomlijning van de plannen en geldstromen. Dat zeggen Cees-Jan Pen en Jeroen Niemans in hun artikel op het opiniërende ‘Podium‘ van het Brabants Dagblad van 12 april 2021. ,,Het succes van de minister (van Ruimte, red.) ligt volgens hen grotendeels in handen van de decentrale overheden.” Ik neem het hieronder integraal voor je op:
‘Nederland dreigt één uitgesmeerde stad te worden’
Om de wooncrisis te beteugelen moet de regering weer aan het roer gaan staan, want dat gebeurt al decennia niet meer, zegt landschapsarchitect Adriaan Geuze tegen Marieke Sjerps, die hem interviewde voor HP/De Tijd (14 mei 2021). De gevolgen voor de ruimtelijke ordening zijn desastreus, aldus Geuze.
,,We raken het landschap van Nederland blijvend kwijt. Het wordt verkruimeld, vermorzeld en veronachtzaamd, en dit gebeurt in een moordend tempo. Wat er overblijft, zijn liefdeloze flarden van wat ooit een rijk cultuurlandschap was.”
Adriaan Geuze
Een belangrijke oorzaak van de onttakeling is, zo stelt hij, dat het rijk de regie over de ruimtelijke ordening uit handen heeft gegeven. Wethouders, lobbyisten en marktpartijen maken de dienst uit en regelen de zaken onderling. Ze maken het landschap te gelde, vanuit één belang en korte-termijnperspectief – iets dat hij overigens een typisch Nederlandse eigenschap vindt.
,,Nooit spreken we over wat voor land we willen zijn, en welke toekomst we met elkaar willen. In plaats hiervan is een dubieus parallel universum ontstaan, dat ver van de democratie af staat.”
Adriaan Geuze
Hij hekelt daarbij ‘de wereld van de grote milieu- en landbouw-organisaties, die allemaal een kantoor in Den Haag hebben’ – ook de vijf ‘klimaattafels’ die de ruimtelijke ordening op een vergelijkbare manier dicteren. Hoewel Geuze zich realiseert dat er een (groot) tekort aan woningen is, valt hem op dat alles wat de samenleving wil, op het landschap wordt afgewenteld. Het ongebreidelde geloof in ‘marktwerking’ ter oplossing van die problematiek deelt hij niet: ‘zorgvuldig nadenken en niet overhaasten. Eerst kijken wat de oorzaken van de huidige woningnood zijn, misschien kunnen we dan aan de voorkant iets oplossen’.
,,Marktwerking kan echt niet langer in dit dichtbevolkte land, we móeten goed plannen, nuances aanbrengen en vragen stellen voor het algemeen belang.”
Adriaan Geuze
De ruimtelijke ordening is impotent geworden, zegt hij, terwijl Nederland tot de jaren zeventig juist pragmatisch en oplossend grote werken had uitgevoerd. Een miljoen huizen bouwen kun je daarmee vergelijken. We moeten de oude planningstraditie weer introduceren en opnieuw onze eigen toekomst claimen.
Ik herinner me een ‘uitspraak’, die hij deed in ‘VPRO-Zomergasten‘ in 2015: geen centralistische planning à la Stalin, maar de grote veranderopgaven te lijf gaan door (met centrale regie) projectmatig te werken en steeds opnieuw te leren – ‘een beetje ertussenin’ dus. (Deze Zomergasten-uitzending was destijds tien dagen online te bekijken. Helaas nu niet meer in verband met rechten van de getoonde fragmenten.)
Toeval is, dat 2015 precies het jaar is, dat de decentralisatie-operatie van Rutte II in gang werd gezet. Geen toeval is, dat de gevolgen daarvan plus de toenemende urgentie en financiering van de grote veranderopgaven, opnieuw op het bordje van de gemeenten worden gelegd. Die kwamen én komen daartegen dan ook in verzet. Het gehele HP/De Tijd-interview vind je onder dit videofragment.
‘Nederland dreigt één uitgesmeerde stad te worden’
Marieke Sjerps, HP/De Tijd, 14 mei 2021
‘Nederland vergeet stijgende zeespiegel in plannen voor ruimtelijke ordening’
Door de opwarming van de aarde stijgt wereldwijd de zeespiegel. Hoeveel de zeespiegel in Nederland precies stijgt is onzeker. Het Deltascenario gaat uit van een stijging tot 1 meter in 2100, maar op basis van nieuw onderzoek wordt een stijging van 2 à 3 meter niet uitgesloten. Juist in deze periode is Nederland ook volop bezig met andere grote opgaven: het bouwen van een miljoen nieuwe woningen, het aanleggen, vervangen en renoveren van infrastructuur, de energietransitie en de transitie van het landelijk gebied.
Ik neem naar aanleiding van bovenstaand opinie-artikel van Edwin Buitelaar en Maarten Hajer een artikel op van journalist voor Het Financieele Dagblad, Hans Verbraeken. Hij spreekt met projectmanager-water, Alex Hekman van advies- en ingenieursbureau Sweco, en vroeg hem om een toelichting op het rapport ‘Ruimte voor de toekomst‘, een whitepaper van Sweco dat op 11 februari 2021 verscheen. Zijn conclusie: in het Nederlandse beleid voor ruimtelijke ordening is de zeespiegelstijging een vergeten hoofdstuk.
Beide publicaties zijn overgenomen uit (het februari-maandoverzicht van) de Klimaat- en Zeespiegelstijgingspecial van Kunst en Landschap.
‘Nederland vergeet stijgende zeespiegel in plannen voor ruimtelijke ordening’
Hans Verbraeken, Het Financieele Dagblad, 11 februari 2021
.
Ruimte voor de toekomst
Sweco (Whitepaper), 11 februari 2021
Panorama Nederland: belangrijke inspiratiebron Kunst en Landschap Noord Nederland
De start van Panorama Nederland was voor mij (mede) aanleiding om mijn (en die van anderen) hersenspinsels over Kunst en Landschap aan het papier (en het net) toe te vertrouwen, lees: het op een transparante wijze reageren en communiceren op en over de complexe veranderopgaven die voor ons liggen. Ik hield – en houd – daartoe een aantal blogboeken bij. Panorama Nederland was en is een belangrijke inspiratiebron voor Kunst en Landschap, waarbij ik zoveel als mogelijk getracht heb wetenswaardigheden, feiten, reacties en opinies op een rijtje te zetten en toe spitsen op Noord Nederland.
,,Stimulering van kunst-, cultuur- en landschapsbeleving – vanuit een doelgericht en weloverwogen toeristisch promotieperspectief – kan mijns inziens bijdragen aan het besef van de ‘noodzaak’ ons landschap, onze directe leefomgeving, te koesteren. Om een eventuele bedreiging, c.q. teloorgang ervan tegen te gaan, het hoofd te bieden, of – om in metaforen te spreken – het (breed maatschappelijk) tij te doen keren.”
Robert Rosendal, initiatiefnemer Kunst en Landschap
11 september 2020: Kabinet presenteert Nationale Omgevingsvisie voor de inrichting van Nederland
Op 11 september 2020 was het dan zover: De ministerraad heeft op voorstel van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Ollongren had in april reeds aangegeven een meer sturende rol voor de overheid weggelegd te zien. Het Kabinet neemt meer regie om richting te geven aan de fysieke inrichting van Nederland.
,,De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) gaat over de vraag hoe we de beschikbare ruimte in Nederland morgen en overmorgen zo goed mogelijk blijven benutten. Daarbij moeten we rekening houden met de bouw van veel nieuwe woningen, goede bereikbaarheid en de energietransitie. Dat lukt alleen als we dat in samenhang doen. Het Rijk neemt de regie, maar we geven ze vervolgens vorm samen met provincies, steden en maatschappelijke organisaties.”
Minister Ollongren
Samen met de NOVI is ook de Uitvoeringsagenda opgeleverd. De Uitvoeringsagenda beschrijft hoe er concreet uitwerking gegeven gaat worden aan de NOVI als één overheid, samen met de samenleving. Naast de instrumenten van de Omgevingswet – die zoals gezegd met ingang van januari 2022 in werking treedt – worden een aantal nieuwe instrumenten en (nationale) programma’s ingezet.
Lees hier het persbericht van het ministerraadsbesluit: ‘Kabinet presenteert Nationale Omgevingsvisie voor de inrichting van Nederland‘. Klik op de illustratie hieronder om de NOVI en de Uitvoeringsagenda te downloaden. Dat geldt ook voor de samenvatting van de NOVI.
PBL houdt vinger aan de pols met de ‘Monitor Nationale Omgevingsvisie 2020’
Op 21 september lanceerde het PBL, het Planbureau voor de Leefomgeving, haar eerste (rapport) ‘Monitor van de Nationale Omgevingsvisie‘. In deze rapportage monitort het PBL de langetermijnvisie van het Rijk op de toekomstige ontwikkeling van Nederland. Het houdt op die manier vinger aan de pols van het kabinet: worden de gestelde doelen gehaald? De rapportage zal iedere twee jaar uitkomen om het doelbereik te monitoren.
Het PBL brengt deze monitor uit in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Alle indicatoren zijn met een uitgebreide toelichting ook opgenomen in het Compendium voor de Leefomgeving (CLO).
De Monitor brengt met effectindicatoren in beeld welke ontwikkelingen zich in de leefomgeving voordoen, gekoppeld aan de doelen van de NOVI. Waar deze doelen voldoende concreet zijn, doen het PBL in deze Monitor een uitspraak over de mate van doelbereik. Bij de overige doelen geven de indicatoren de richting aan van ontwikkelingen. De resultaten zijn geordend naar de vier prioriteiten uit de NOVI:
- Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie
- Duurzaam economisch groeipotentieel
- Sterke en gezonde steden en regio’s
- Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied
Druk op de ruimte is de laatste jaren sterk toegenomen
Programmaleider en lid van het team ‘Ruimtelijke Verkenningen Nederland Later‘ bij het PBL, Rienk Kuiper, stelt in de begeleidende Nieuwsbrief bij de Monitor dat ‘de druk op de ruimte de laatste jaren sterk is toegenomen’ en ‘dat het Kabinet dat met de NOVI in goede banen probeert te leiden’. Hij acht het echter van groot belang dat het PBL – als onafhankelijk instituut – scherp meekijkt naar de keuzes die worden gemaakt.’
,,Dit vraagt om effectieve afstemming, binnen het Rijk maar ook met decentrale overheden.”
Rienk Kuiper
PBL lanceert eerste (online) versie van de ‘Atlas van de Regio’
Waar worden nieuwe woonwijken ontwikkeld? Op welke locaties staan veel windturbines? En waar liggen bijvoorbeeld gebieden met een verhoogde kans op overstroming? Nederland staat voor grote ruimtelijke met elkaar samenhangende opgaven, die veelal het best beantwoord kunnen worden vanuit een gebiedsgerichte, regionale en integrale benadering. Om alle (NOVI-) betrokkenen daarbij een handje te helpen lanceerde het PBL, het Planbureau voor de Leefomgeving, op 10 november 2020 de eerste (online) versie van de ‘Atlas van de Regio‘, een interactieve kaartviewer die middels thematische kaarten verschillende ruimtelijke ontwikkelingen en opgaven in beeld brengt. Hij biedt brede basisinformatie voor de afstemming van sectorale opgaven in gebieden en regio’s. Treed binnen.
Interbestuurlijke samenwerking kan en moet beter. Nederland heeft één overheid nodig!
,,Veel mensen in het openbaar bestuur vinden dat de interbestuurlijke samenwerking beter kan en ook beter moet. Burgers die de berichten over de woningcrisis horen of lezen, zullen zich ook afvragen of de overheid dit niet beter aan had kunnen pakken.” Dat staat in het (begeleidend schrijven van het) ‘Discussierapport ‘Nederland heeft één overheid nodig’‘ van de studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen.
Ook: ,,Om als overheid een adequate en betrouwbare partij te zijn in het aanpakken van grote maatschappelijke opgaven is het belangrijk om na te denken over het eigen functioneren, over de onderlinge samenwerking en over onze verhouding tot burgers en bedrijven. Hoe opereren we in dit tijdsgewricht als één overheid? Welke randvoorwaarden zijn daarvoor nodig?”
De studiegroep is door de gezamenlijke overheden ingesteld om op deze vragen antwoorden te formuleren in de vorm van beleidsopties en aanbevelingen. Het ‘Eindrapport studiegroep IFV – Als één overheid slagvaardig de toekomst tegemoet!‘ kun je hier downloaden.
Column Joks Janssen: ‘Krachtig samenspel’
Joks Jansen bepleitte (o.a. samen met Cees Jan Pen; ik schreef daar eerder over in dit blogboek) intensieve samenwerking tussen overheid en samenleving, en tussen overheden onderling. Hij zet die opvatting kracht bij door te refereren aan de oproep van bovengenoemde studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen en te alerteren voor ‘bestuurlijke Alleingang’ in zijn column: ‘Krachtig samenspel‘ in NRP op 21 september 2020.
Grote ontwikkelopgaven maken ontwikkelvisie noodzakelijk
,,De grenzen van de ruimte zijn in zicht. We kunnen niet meer doorgaan met zachte regie. De opgaven in de ruimtelijke inrichting zijn daarvoor te groot. Het is tijd om tot een evenwichtige visie te komen die de verschillende opgaven in hun onderlinge samenhang te benadert.” Dat zegt Walter de Boer, CEO bij gebiedsontwikkelaar BPD, Bouwfonds Property Development, in de BPD-publicatie ‘Dossier #5‘, die gaat over de grote en met elkaar samenhangende verander- en ontwerpopgaven van ons land.
,,De huidige situatie is geen natuurverschijnsel. Het is de uitkomst van een zwak ruimtelijk-ordeningsbeleid.”
Walter de Boer, CEO BPD
Edwin Lucas, zelfstandig tekstprofessional en redacteur, interviewde de Boer voor Gebiedsontwikkeling.nu en tekende een nadrukkelijk pleidooi op voor verandering van aanpak voor de gebiedsontwikkelingsopgaven waar Nederland de komende jaren voor staat:
,,Geen zachte regie meer, maar een duidelijke visie met extra aandacht voor de financiering van de ruimtelijke inrichting.”
Walter de Boer, CEO BPD
De drie overheidslagen zitten elkaar in de weg, harde plannen ontbreken en het is onduidelijk wie de leiding neemt in het proces. En dus is het tijd voor een duidelijke visie, zegt Walter de Boer in: ‘BPD: grote ontwikkelopgaven maken ontwikkelvisie noodzakelijk‘.
Adviesorganen: Zet ontwerpkracht in voor omgevingskwaliteit
Een tweetal adviesorganen, het College van Rijksadviseurs en de Raad voor Cultuur, had zijn huiswerk met betrekking tot de omgevingskwaliteit al in het voorjaar gedaan. Op de Nationale Dialoog Bouwcultuur-dag in Soesterberg, 5 maart 2020, presenteerde het duo ‘Verder met de Verklaring van Davos‘ – een advies dat ervan uitgaat dat de kwaliteit van oplossingen voor de grote maatschappelijke vraagstukken waar we voor staan, kan worden verbeterd door de inzet van ontwerpkracht. Zij riepen het kabinet op om ambitie te tonen en te komen tot een rijksbreed gedragen omgevingsbeleid. Hier hun nieuwsbericht van 3 maart 2020: Adviesorganen: Zet ontwerpkracht in voor omgevingskwaliteit‘
‘Iedereen voelt nu dezelfde landschapspijn’
Een ‘opmerkelijke oproep om cultuur nadrukkelijker met het bouwen te verbinden’, noemt rijksbouwmeester Floris Alkemade de ‘Verklaring van Davos‘, een verklaring van de Europese ministers van Cultuur om de omgevingskwaliteit te verbeteren. Er moet, valt er in te lezen, voortaan korte metten worden gemaakt met de veelvuldig opgetrokken ‘karakterloze bouwwerken’, met ‘de toename van gezichtsloze ongebreidelde stadsuitbreiding’ en ‘de achteruitgang van de historische structuur en het verlies van regionale tradities en identiteit.’ Wie zal het met dergelijke dooddoeners niet eens zijn?
Lees in ‘Iedereen voelt nu dezelfde landschapspijn‘, een artikel van Martin Hendriksma in het vakblad ‘Binnenlands Bestuur‘ (5 maart 2020). de reactie van de Rijksbouwmeester en de kansen die hij ziet voor verdere discussie. In elk geval goed dat deze informatie nu ook doordringt tot de burelen van de Nederlandse overheid.
,,Je krijgt met de Verklaring van Davos nieuw gereedschap in handen om dit onderwerp te agenderen.”
Rijksbouwmeester Floris Alkemade
Ontwerpkracht
Samen met de Raad voor Cultuur heeft Rijksbouwmeester Floris Alkemade geadviseerd om ontwerpkracht in te zetten bij maatschappelijke vraagstukken, om zo de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. Ze hebben de minister geadviseerd een Rijksbureau voor Omgevingskwaliteit op te richten, dat door alle disciplines en vraagstukken heen invulling geeft aan de ambitie om te komen tot een rijksbreed gedragen omgevingsbeleid.
Op 31 maart 2020 liet de redactie van Publiek Denken, een netwerkplatform voor professionals werkzaam in de publieke sector, in de special ‘Duurzaam bouwen; samenwerken aan toekomstbestendige steden‘ Alkemade zijn visie daaromtrent uiteenzetten in: ‘Ontwerpkracht‘.
Energietransitie kan ons vooruit helpen richting een schoner, rijker en hechter Nederland
Er wordt zoals je merkt op verschillende niveaus, in diverse gremia, nagedacht en gediscussieerd om de te verwachten ‘pijnen van verandering’ zo tegemoet te treden dat ze draaglijk worden, of – beter – innovatieve en creatieve oplossingen aanreiken die (kunnen) leiden tot een breedgedragen ‘compromis’ dat uitzicht biedt op een (progressieve) leefbare omgeving – zonder stippen op de horizon te zetten, en waarbij de rijksoverheid een ‘sturende’ rol gaat vervullen, lees ruimtelijke regie gaat krijgen.
Zo kom je via Parijs tot een beter Nederland
,,Als we nú de juiste keuzes maken, kunnen we de energietransitie inzetten om Nederland rijker, hechter en schoner te maken”, dat stelt het College van Rijksadviseurs in:
‘Via Parijs, een ontwerpverkenning naar een klimaatneutraal Nederland’.
Via Parijs is geen blauwdruk, en zeker geen Rijksplan, maar een advies aan het Rijk en zijn partners. Het is gebaseerd op een ontwerpend onderzoek naar het bereiken van een aantrekkelijk postfossiel Nederland in 2050, dat vanuit ruimtelijke overwegingen én vanuit de logica van systemen zo optimaal mogelijk is.
Via Parijs sluit naadloos aan op het eerder in december 2018 gelanceerde Panorama Nederland, waarmee het College laat zien dat de grote maatschappelijke vraagstukken van nu juist de sleutel (kunnen) zijn voor welkome en structurele verbeteringen van ons land. Kunst en Landschap berichtte er eerder over in ‘College van Rijksadviseurs lanceert Panorama Nederland‘.
Smeer de energietransitie niet als pindakaas uit over Nederland
‘Via Parijs’ is dus geen plan, maar een voorzet voor het maatschappelijk debat. Op basis van een aantal principes die ruimtelijk zijn vertaald. De twee voornaamste principes:
- Combineer de energietransitie met andere opgaven. Zo wordt de energietransitie ook leuk(er). Op die manier verwerf je draagvlak.
- Concentreer. Smeer de energietransitie niet gelijkmatig als pindakaas uit over Nederland.
Daan Zandbelt, Rijksadviseur voor de Leefomgeving, legt beide principes helder uit in: ‘Smeer de energietransitie niet als pindakaas uit over Nederland‘. Klik op GO-column hieronder.
Het College van Rijksadviseurs wil met Via Parijs overheden inspireren en motiveren om gezamenlijk en planmatig aan de slag te gaan met de energietransitie en te kiezen voor een integrale, samenhangende aanpak.
Op 17 oktober 2019, de dag dat ‘Via Parijs’ verscheen, kwam het College met het volgende nieuwsbericht: ‘Energietransitie biedt kansen voor Nederland‘
‘Energietransitie biedt kansen voor Nederland‘
Met de ontwerpverkenning Via Parijs laat het College dus zien hoe we de energietransitie de komende decennia gestalte kunnen geven. Het biedt volgens hen een inspirerend toekomstbeeld dat voortkomt uit ruimtelijke keuzes én de logica van systemen.
,,Deze transitie kan helpen onze leefomgeving te verbeteren, als we durven kiezen voor een integrale en samenhangende aanpak.”
Miriam Ram, lid College van Rijksadviseurs
Op 24 maart 2020 belichtte Miriam Ram, urban designer en lid van het College van Rijksadviseurs, deze ontwerpverkenning aan de hand van vier principes voor gebiedsontwikkelaars:
- Benut potentie ondergrond
- Concentreer elektriciteitsopwekking
- Zon op daken, gevels, haven- en bedrijventerreinen
- Landschap als CO2-spons
Ram wijst daarbij op de onmisbaarheid van een planmatige aanpak en samenhangende visie voor deze grote transitie – ,,om op tijd de doelstellingen te halen, om op de lange termijn draagvlak te krijgen bij de bevolking, en om de ruimte in ons land niet te versnipperen of te vermorsen.” Verbinding met andere opgaven en respect voor bestaande kwaliteiten op alle schaalniveaus acht ze bij deze aanpak cruciaal.
Deze integrale aanpak doet een beroep op samenwerking op alle fronten. Het College van Rijksadviseurs pleit er daarom voor om de sectoraal ingestoken RES-en, de (30) Regionale Energiestrategieën, uit te breiden tot ‘Regionale Omgevingsagenda’s‘. Mijns inziens een wijs advies – gezien de verwevenheid met de andere transitieopgaven.
Adequate communicatie omtrent een dergelijke uitbreiding is daarbij wel gewenst, blijkens o.a. een Nieuwsbericht van de Provincie Drenthe van 31 maart 2020: ‘Samen doorpakken in de energietransitie in Drenthe‘. En er moet natuurlijk ook weer even een nieuwe video gemaakt worden.
Nationaal Programma Regionale Energiestrategie, 13 november 2019.
Het Rijk krijgt hierbij een cruciale rol. Zij moet met de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) een heldere visie op het nationale schaalniveau geven. Klik voor het volledige artikel van Miriam Ram op: ‘Zo kom je via Parijs tot een beter Nederland‘, of op onderstaande illustratie. Aanrader!
Geestverruimend optimisme
Nog zo’n aanrader! Niet in de laatste plaats omdat het een artikel betreft over Panorama Nederland dat over de inrichting van het noordelijk landschap gaat, de provincie Groningen in dit geval.
Peter Michiel Schaap, coördinator bij GRAS, het architectuurcentrum voor en van Groningen, dat de kennis van, en het debat over de gebouwde omgeving stimuleert en aanjaagt, maakt ‘op een verloren zaterdag of zondag’ graag een rondje door de provincie Groningen. Dan geniet hij van de pracht van het Groninger landschap, maar net zo vaak schieten hem de tranen in de ogen.
Zo maar een citaat uit ‘Geestverruimend optimisme‘, dat Schaap op 31 maart 2020 in het tijdschrift Noorderbreedte liet optekenen.
,,Als we zo doorgaan, wordt niet alleen Winschoten een bende. Sterker, dan dreigt een dementerend landschap: een landschap zonder samenhang, met dorpen zonder ziel en huizen zonder hart. Alleen het van de context losgezongen erfgoed herinnert ons dan nog aan de tijden dat het nog goed was.”
Peter Michiel Schaap
Klik op de foto hieronder voor Peter Michiel‘s ‘Geestverruimend optimisme‘.
‘De toekomst van Nederland’, ‘Een klein land met verre uithoeken’
Op 23 april (2020), de dag dat minister Ollongren (BZK), in aanvulling op de ontwerp-NOVI, met een brief aan de Tweede Kamer kwam, waarin ze stelde dat er meer regie nodig is vanuit het Rijk om richting te geven aan de fysieke inrichting van Nederland, sprak programmamaker bij De Balie, Tim Wagemakers, met eerder genoemde Rijksbouwmeester Floris Alkemade en sociaal geograaf en journalist-publicist Floor Milikowski.
Floris Alkemade publiceerde op 16 april zijn boek ‘De Toekomst van Nederland – De kunst van richting te veranderen‘ en Floor Milikowski legde in diezelfde maand de laatste hand aan haar boek ‘Een klein land met verre uithoeken – Ongelijke kansen in veranderend Nederland‘, waarin ze een tijdsbeeld schetst van dorpen en steden, bewoners en bestuurders op zoek naar houvast in een veranderende wereld. In juni ging het boek in de verkoop. Ter promotie schreef ze er een prachtig essay over, dat op 3 juni verscheen in de Groene Amsterdammer: ‘De platte polder is niet zo plat meer‘.
Als noordelijke bezoeker van deze pagina kom je goed aan je trekken: de ‘martelgang’ van het ‘immer noodlijdende’ Wildlands, de voormalige dierentuin van Emmen, wordt uitgebreid besproken in dit bijna een uur durende uiterst onderhoudende en informatieve driegesprek. Vanzelfsprekend kun je dit later terugkijken op het YouTube-kanaal van Kunst en Landschap. Daarop abonneren mag.
Over de ongelijkheid tussen de Randstad en de regio en mogelijke oplossingen
Floor Milikowski: ‘Je zou ‘De toekomst van Nederland‘ in essentie een pleidooi voor verbeelding kunnen noemen
Je zou De toekomst van Nederland in essentie een pleidooi voor verbeelding kunnen noemen, schrijft Floor Milikowski, die Floris Alkemade interviewde voor De Groene Amsterdammer, in ‘Alsof het land is overgedragen aan bijziende accountants‘ (22 april 2020). ‘Stop met doemdenken, begin weer met dromen. Natuurlijk zijn er veel dingen om zorgen over te hebben en de oplossingen liggen niet voor het oprapen. Maar juist door zijn intelligentie en verbeeldingskracht is de mens in staat om grote gevaren in te zetten als een motor voor noodzakelijke radicale vernieuwing.
Het argument dat Nederland te klein is om de problemen op te lossen, veegt Alkemade van tafel. Een klein begin kan grote uitwerkingen hebben. Bovendien: iemand moet het voortouw nemen. Waarom Nederland niet? De stijgende zeespiegel noemt hij als voorbeeld van een dreiging die juist voor ons land kansen biedt: ‘De geschiedenis leert dat Nederland juist in de ingenieuze omgang met de dreiging van het water kan excelleren en er ook mooier en beter van wordt.”
Prachtige bespreking van Alkemade’s essay. Lezen! Wat dat die stijgende zeespiegel betreft: neem eens kijkje in de klimaat-, water- en zeespiegelstijgingspecial van Kunst en Landschap, daar prijkt Floris Alkemade bovenaan!
‘Ontwerp en politiek zijn gescheiden werelden geworden’
Mei 2020: ,,Wij hoorden dat zelfs de rijksbouwmeester geen directe toegang heeft tot het kabinet. De nieuwe kaste van procesmanagers heeft het gesprek overgenomen”, zegt Annemiek Rijckenberg, de nieuwe hoofdredacteur van het kennisnetwerk Ruimte en Wonen, uitnodigend en op vragende toon tegen professor Riek Bakker, ‘een van de bekendste stedenbouwkundigen van Nederland, met zeer veel kennis van onze planningscultuur en de degeneratie daarvan’. Samen met mederedacteur Paul Gerretsen was ze benieuwd naar Bakker‘s visie op de (toekomstige) ruimtelijke vormgeving en leefomgeving van ons land. ‘Zonder een nationale langetermijnvisie’ – en dat is de NOVI volgens Riek in de verste verte niet – ‘gaan de regio’s het nog moeilijk krijgen’: ‘Ontwerp en politiek zijn gescheiden werelden geworden‘.
,,Bestuurders moeten visie etaleren en voor de uitwerking de creativiteit van ontwerpers, burgers en bedrijven de ruimte geven.”
Riek Bakker
Samenkomst coronacrisis en uitwerking Nationale Omgevingsvisie biedt unieke kans
,,Het nu of nooit!”, zegt architect, urbanist en Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving Daan Zandbeldt. De toevallige samenkomst van de coronacrisis en de uitwerking van de nationale omgevingsvisie, is volgens Zandbeldt een unieke kans, zo valt lezen in zijn column op de website van het College van Rijksadviseurs. Het biedt volgens hem de mogelijkheid de grote ruimtelijke opgaven in Nederland met visie aan te pakken. “En dit is precies het soort perspectief waar we als land naar snakken.” Je leest het hier: ‘Het is nu of nooit‘.
,,De coronacrisis geeft momentum om grote, breed gedragen investeringen voor de lange termijn te doen. In meerdere transities die we al lange tijd niet weten door te zetten. Flatten the curves.”
Daan Zandbeldt
Raad voor de leefomgeving en infrastructuur: ‘Kies na coronacrisis voor groen herstel’
,,Na de coronacrisis moet het kabinet het herstel van de economie op gang helpen brengen. Daarbij kan het best gekozen worden voor herstelmaatregelen die economie en werkgelegenheid op de korte termijn bevorderen en tegelijkertijd bijdragen aan een duurzame economie op de langere termijn.” Dat concludeert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies ‘Groen uit de crisis’ dat op 10 juli 2020 is aangeboden aan de ministers en staatsecretarissen van BZK, EZK, IenW en LNV.
De coronacrisis veranderde razendsnel ons gedrag en onze gewoontes. De manier waarop we naar de samenleving kijken veranderde mee. Of dit blijvende veranderingen zijn is nog onzeker, maar de raad (Rli) vindt dat het kabinet met het herstelbeleid moet inspelen op veranderingen als daarmee een extra impuls kan worden gegeven aan de transitie naar een meer duurzame economie.
De Rli vindt dat de duurzaamheidsopgaven op dit moment nog onvoldoende worden meegewogen in de politieke afweging die over het herstelbeleid wordt gemaakt – de raad doet dan ook concrete suggesties voor maatregelen voor groen herstel. Lees hier het persbericht waarin de Rli het rapport Groen uit de crisis toelicht.
Groen uit de crisis betekent aandacht voor andere sectoren economie
,,Nu moeten we debatteren hoe we sterker, dus groener, uit de crisis moeten komen”, schrijft eerder genoemde Cees-Jan Pen, een dag na het verschijnen van het rapport van de Rli. Pen is adviseur in diverse gremia op het gebied van werklocaties (bedrijventerreinen, kantoren en winkels), stedelijke en regionale economie en vastgoed. Zo kwam hij onder andere eerder ter sprake in verband met de verdozingsproblematiek.
Pen heeft 15 jaar ervaring vanuit zowel de overheid als de adviessector met onderzoek rond vastgoed en ruimtelijk-economische vraagstukken. Lees hier zijn reactie op Groen uit de crisis: ‘Groen uit de crisis betekent aandacht voor andere sectoren economie‘ in Innovation Origins, een onafhankelijk journalistiek platform dat zich richt op innovatie, de economie van innovatie en de mensen erachter (11 juli 2020).
Breng de vastgoedsector in beweging: de transitie naar een natuurinclusieve stad
Natuur draagt bij aan gezondheid en welzijn. Meer groen in steden leidt tot een aangenamere woonomgeving voor de inwoners en een beter vestigingsklimaat voor bedrijven. Ook is voldoende groen belangrijk voor de biodiversiteit en het milieu. De vastgoedsector kan een belangrijke rol spelen in de transitie naar meer natuurinclusieve steden, menen onderzoekers van Wageningen University & Research. Welke, lees je in de brochure ‘De transitie naar een natuurinclusieve stad‘.
Sturen op samenhang als harde voorwaarde voor gebiedsontwikkeling
‘Stuur op samenhang’ bepleit Joks Janssen in zijn column voor het NRP, een onafhankelijk kennisnetwerk voor de volle breedte van de vastgoedsector. ‘Niet als plichtmatig planologisch proza in de Omgevingsvisie (NOVI, red.), maar als harde voorwaarde voor gebieds-ontwikkeling: ‘investeer in integraliteit in plaats van in ruimte’, luidt zijn credo. Lees hier zijn column: ‘Sturen op samenhang als harde voorwaarde voor gebiedsontwikkeling‘.
NRP talkshow ‘Verbeter de wereld, begin bij het bestaande’
Presentator bij De Balie Tim Wagemakers ging op 25 juni 2020 op initiatief van het NRP-kennisnetwerk in gesprek met Rijksbouwmeester Floris Alkemade, hoogleraar aan de TU Delft Hans de Jonge, voorzitter van NRP Bart Krol, en Directeur Vastgoedbeleggingen bij Syntrus Achmea, Nicole Maarsen, over de sleutelrol die onze bestaande gebouwen en gebieden in de grote transitieopgaven kunnen – moeten vervullen. Ze kunnen volgens hen alleen in samenhang worden opgelost en ‘we zijn niet gebaat bij de zoveelste serie van nieuwe stadsuitbreidingen’. Als we Nederland toekomstbestendig willen maken moeten we dus beginnen bij het bestaande.
Gevijven komen zij tot de ‘conclusie’ dat – alle goede ‘papieren’ NOVI-doelen ‘ten spijt’ – er gezocht moet worden naar integrale publiek-private samenwerking binnen kwalitatief ruimtelijke kaders – al of niet ‘gestuurd’ door een ‘Taskforce Omgevingskwaliteit‘. Kijk hieronder naar de ‘integrale’ versie van dit ‘visionaire’ zeer onderhoudende tafelgesprek. Als je liever eerst de ‘highlights‘ leest kan dat. Allebei – kijken en lezen – mag natuurlijk ook. Aanrader!
CRa-advies voor ‘Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp’: zorgvuldig opdrachtgeverschap en inzet ontwerpkracht
Om de vier jaar stellen betrokken ministeries een Actieplan op met betrekking tot het ruimtelijk ontwerp van ons land. Momenteel – medio Coronajaar 2020 – wordt door de ministeries van BZK en OCW gewerkt aan de zogeheten nieuwe ‘Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp‘ (ARO), voor de periode 2021-2024. Het College van Rijksadviseurs (CRa) deed op 28 juli van dit jaar een voorzet voor de inhoud van het programma aan de hand van twee kernbegrippen: zorgvuldig opdrachtgeverschap en de inzet van ontwerpkracht. De ministeriële Actieagenda-2021-2024 verschijnt naar alle waarschijnlijkheid najaar 2020. Ik houd je op de hoogte.
In de visie van het CRa kan de ARO een belangrijke toegevoegde waarde hebben in de vorm van een meerjarig stimuleringsprogramma waarin de omgevingskwaliteit van Nederland centraal staat. De ARO vervult daarbij volgens hen een schakelfunctie tussen het Rijksbeleid aan de ene kant en de concrete ontwerpopgaven aan de andere kant. Download hier het CRa-advies ‘De nieuwe ARO‘
CRa komt met een zestal adviezen, één daarvan is van Vlaamse origine
Voor de inhoud van de ARO heeft het CRa een zestal adviezen voorbereid. Een daarvan is van Vlaamse origine. De adviezen hebben betrekking op:
• De versterking van het publieke opdrachtgeverschap op regionaal en lokaal niveau
• Het inzetten van ontwerpend onderzoek bij de aanpak van urgente maatschappelijke opgaven
• Het onderzoeken van de mogelijkheden van werkwijze van de ‘Vlaamse ‘Open Oproep’’ voor Nederland
• Het inzetten op een Rijksbreed commitment en de samenwerking van departementen
• Het stimuleren van multidisciplinaire kennisontwikkeling en -deling
• Het ontwikkelen van een visie op de veranderende maatschappelijke opgaven in relatie tot het reguliere onderwijs, de beroepservaringsperiode en life long learning (Wet op de architectentitel).
Een Open Oproep uit Vlaanderen met wat lesjes voor Nederland
In de markt voor ontwerpdiensten gaat het om het aanbod (wat leveren ontwerpers) maar zeker ook om de vraag. Hier ligt voor het publiek opdrachtgeverschap een sleutelrol weggelegd. Dit opdrachtgeverschap moet volgens het CRa op een fundamenteel andere manier worden ingevuld: in de geest van de (hierboven al eerder besproken) Verklaring van Davos. Dit vergt een ingrijpende inhaalslag. Veel capaciteit op het gebied van ruimtelijke kwaliteitszorg is de afgelopen jaren weggevallen bij gemeenten, van groot tot klein.
Een instrument dat kan bijdragen om de situatie te verbeteren is de ‘Open Oproep’ zoals die wordt gebruikt in Vlaanderen (niet te verwarren met de Open Oproep zoals deze door Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie nu al wordt ingezet). De Vlaamse Open Oproep is gericht op bouwopdrachten, van de uitvraag tot en met de realisatie, waarbij lokale overheden maar ook schoolbesturen, rechtbanken en culturele instellingen optreden als opdrachtgever.
Het CRa brengt op dit moment de betekenis, de positionering en de randvoorwaarden van het derde advies, de Vlaamse Open Oproep, voor Nederland in kaart. Om je alvast een indruk te geven waar zij hun inspiratie hebben opgedaan kun je terecht op ‘de enige echt kritische, onafhankelijke, community-based website van de Lage Landen over architectuur en meer’: die van Archined.
Lees hier een recensie van de Rotterdamse architect Eireen Schreurs, docent aan de TU Delft en verbonden aan de KULeuven/UAntwerpen waar zij promoveert op het thema materiële cultuur. Ze zit tevens in de redactie van het Vlaams Architectuurboek 2020: ‘Een Open Oproep uit Vlaanderen‘. (Deze recensie werd op 17 december 2019 op Archined gepubliceerd.)
De reizende tentoonstelling ‘Open Oproep, 20 jaar architectuur in publieke opdracht’
In het kader van de viering van 20 jaar bouwmeesterschap nam het Team Vlaams Bouwmeester het initiatief voor een reizende tentoonstelling over zijn oudste en best gekende instrument: de Open Oproep. De tentoonstelling, gerealiseerd door de Vakgroep Architectuur en Stedenbouw UGent, was vanaf 20 september 2019 in een eerste versie te zien in het VANDENHOVE Centrum voor Architectuur en Kunst in Gent.
Na Gent reisde de tentoonstelling, in telkens wisselende samenstellingen, naar het Atelier Bouwmeester in Brussel, en vervolgens onder meer naar Hasselt, Leuven en Kortrijk, om in het voorjaar van 2021 te eindigen in het Vlaams Architectuurinstituut in Antwerpen.
Curatoren: Maarten Liefooghe en Maarten Van Den Driessche
Met installaties van: Ester Goris, Malgorzata Maria Olchowska en Joris Kerremans met Louis Seynaeve en Toon Verdonck
Als je dat nog niet gedaan hebt, kun je het (volledige) CRa-advies ‘De nieuwe ARO‘ hier downloaden.
Balans van de leefomgeving. Burger in zicht, overheid aan zet
Het PBL het Planbureau voor de Leefomgeving, brengt tweejaarlijks de Balans van de Leefomgeving uit over de staat van de leefomgeving en het leefomgevingsbeleid. In de ‘Balans van de Leefomgeving 2020. Burger in zicht, overheid aan zet‘ staan de vier grote leefomgevingsopgaven centraal:
- Klimaatverandering en Energie
- Landbouw, Voedsel en Natuur
- Ruimtelijke ontwikkelingen
- Circulaire Economie
PBL: betrek burger meer bij leefomgevingsbeleid!
,,De afgelopen jaren heeft de Nederlandse overheid het nodige beleid ontwikkeld om de grote leefomgevingsproblemen aan te pakken, maar een structurele kanteling is nog niet ingezet.” Aldus het PBL.
,,Het gaat nog steeds niet goed met onze leefomgeving en de opgaven op het vlak van onder meer klimaat, natuur, grondstoffengebruik en woonomgeving worden alleen urgenter.”
PBL
De overheid blijft aan zet, maar de beleidsambities kunnen alleen slagen als die overheid daarbij ook de aansluiting bij de burger weet te vinden. In de Balans-2020 is dan ook voor het eerst (publieks)onderzoek gedaan naar de betrokkenheid van burgers bij de leefomgeving en het beleid.
‘PBL: betrek burger meer bij leefomgevingsbeleid’
Gebiedsontwikkeling.nu, dat zich afficheert met ‘platform voor kennis, nieuws en opinie’, benadrukte de rol van de burger in het transitieproces instigerend: het publiceerde op 14 september een samenvattend artikel met de kop ‘PBL: betrek burger meer bij leefomgevingsbeleid‘.
,,Een echte kanteling richting een betere leefomgeving is alleen mogelijk als de bredere samenleving in beweging komt”
Gebiedsontwikkeling.nu/PBL
Vernieuwde website Balans van de Leefomgeving
In 2020 heeft het PBL ervoor gekozen om de Balans-website het karakter te geven van een permanente website die doorlopend wordt vernieuwd. Vanaf nu presenteren ze een beperkte set doelen en indicatoren die in de loop der tijd wordt aangevuld. De ‘oude’ Balans blijft in de lucht maar wordt niet meer geupdatet. Je leest er hier alles over.
‘Traditionele’ ‘Nacht van de Leefomgeving’ bij Pakhuis De Zwijger
Tijdens de Nacht van de Leefomgeving 2020, inmiddels een traditie bij Pakhuis De Zwijger, werd op 7 september dieper ingegaan op het beleid en de maatschappelijke betrokkenheid richting een betere leefomgeving. Hoe bewust zijn burgers zich van problemen in hun leefomgeving en hoe makkelijk doen ze daar wat aan? Na een analyse van de stand van de leefomgeving lieten verschillende experts (ze worden allemaal genoemd in het programma-overzicht) hun licht schijnen op keuzes en gedragingen van de burger. En, op welke manier kan de overheid mensen meekrijgen in daadwerkelijk milieubewuster handelen?
Dat kom je te weten als je kijkt naar onderstaande video. Op voortreffelijke wijze neemt moderator Nathan de Groot je mee in een bijna anderhalf durend programma dat tot de laatste minuut boeit. Niet verwonderlijk als je bedenkt welke gasten Pakhuis De Zwijger voor je in petto heeft. Nathan stelt ze aan je voor. Have fun.
‘Springtij’ wil met Manifest flinke zet geven aan de omwenteling naar een toekomstbestendig Nederland
Net voor het Kabinet verscherpte Corona-maatregelen afkondigde vond op Terschelling van 24 tot en met 26 september (2020) het jaarlijkse ‘Springtij Forum‘ plaats. Maar liefst vijfhonderd deelnemers kwamen bij elkaar om (groepsgewijs, red.) ‘samen concrete stappen te maken voor een sociale, economisch gezonde en duurzame toekomst van Nederland’. Weliswaar in de buitenlucht en met anderhalve meter afstandsbeperkingen, twee dagen later werd dit niet meer toegestaan.
,,Springtij verenigt mensen die echt een verschil kunnen maken in de duurzame transitie. Zoals visionairen, ontwerpers, financiers, ondernemers, beleidsmakers, wetenschappers en studenten.”
Springtij
,,Als er één moment is waarop we echt kunnen veranderen, is het nu”, zegt het bonte gezelschap. Het Springtij Forum roept het komende Kabinet op om welzijn met evenveel daadkracht te beschermen als zij onze gezondheid beschermde tijdens de Coronacrisis. ,,De lucht die we ademen, de insecten die onze gewassen bevruchten, de vruchtbaarheid van onze landbouwgrond, het water dat ons land zo kenmerkt en een eerlijke verdeling van kansen, zijn daarvoor cruciaal.” Springtij wil – het thema was dit jaar ‘De kracht van onze stem‘ – laten horen wat Nederland belangrijk vindt, zodat een volgend Kabinet deze ‘thema’s’ ook belangrijk kan maken. Het Forum stelde daartoe een Manifest op, ‘Vergezichten en Verkiezingen‘, waarmee het een flinke zet wil geven aan de omwenteling naar een toekomstbestendig Nederland.
Kijk hieronder naar één van de drie Springtij-Café’s, dat van de openingsdag, waarin gastheer Harm Edens onder andere Barbara Baarsma, Maria van der Heijden, Michel Scholte en Stientje van Veldhoven aan tafel had. De andere live tafelgesprekken, webinars, podcasts en samenvattingen van plenaire sprekers vind je hier. Verder heb ik een selectie gemaakt in het ruime aanbod videoregistraties van het Springtij Forum. Die vind je in de speciaal voor dit evenement aangemaakte playlist ‘Springtij 2020‘ van het YouTube-kanaal van Kunst en Landschap. Abonneren mag.
,,De kracht van onze stem beperkt zich niet tot verkiezingen. We kunnen haar iedere dag gebruiken. Met onze stem vragen we politici richting te geven aan een doortastend en menselijk duurzaamheidsbeleid; en daar waar noodzakelijk, het met overtuiging regeren en regisseren.”
Springtij Forum
Planbureaus aan kabinet: ‘alleen de coronabrand blussen is niet genoeg’
De tweede Coronagolf lijkt in de herfst van 2020 steeds nadrukkelijker op de deur te kloppen en op gang te komen. Zorgen nemen toe, maatregelen worden aangescherpt, onrust en ongeloof onder de bevolking nemen toe. Nederland is op dat moment (met Frankrijk en Spanje) zorgenkind van Europa.
,,Het kabinet moet zich tijdens de coronacrisis op meer richten dan alleen het afremmen van het coronavirus en het beperken van de directe economische schade”, schrijft Marike Stellinga op 8 oktober in de NRC. De tientallen miljarden euro’s die het kabinet uitgeeft, moeten ook worden gebruikt om problemen op te lossen als de groeiende sociale kloof in Nederland en klimaatverandering.
Die oproep doen de directeuren van de drie grote planbureaus in een gezamenlijk interview met NRC. Pieter Hasekamp van het Centraal Planbureau, Hans Mommaas van het Planbureau voor de Leefomgeving en Kim Putters van het Sociaal en Cultureel Planbureau traden niet eerder in een gezamenlijk interview naar buiten. Ze deden dat nu wel, omdat de coronacrisis volgens hen om grote politieke keuzes vraagt. Lees hier het uitgebreide interview dat Stellinga met de drie heren had:
Planbureaus aan kabinet: ‘alleen de coronabrand blussen is niet genoeg’
Marike Stellinga, NRC, 8 oktober 2020
Zet omgevingsbeleid in om brede welvaart concreet te maken in regionale ontwikkeling
‘Brede welvaart‘ heeft de afgelopen jaren vaste voet aan regionale grond gekregen. Dat zegt Joks Janssen, senior adviseur-onderzoeker bij Het PON/Telos, op 12 november in gebiedsontwikkeling.nu, platform voor kennis, nieuws en opinie, in ‘Zet omgevingsbeleid in om brede welvaart concreet te maken in regionale ontwikkeling‘.
,,Steeds meer regio’s omarmen brede welvaart als wenkend perspectief. Hoewel het verbreden van het welvaartsbegrip van het bruto binnenlands product naar ‘kwaliteit van leven’ kansen biedt voor duurzame regionale ontwikkeling, ontbreekt het aan handelingsperspectief.”
Joks Janssen
Janssen denkt dat een sterkere koppeling met het omgevingsbeleid dit kan verhelpen:
,,Ruimtelijke opgaven vormen een concreet aangrijpingspunt om de brede welvaart van regio’s te versterken.”
Joks Janssen
De tijd lijkt volgens Janssen rijp voor een vorm van regionale ontwikkeling die zich (meer) rekenschap geeft van het welzijn en welbevinden van mensen.
‘Zo verbind je de Omgevingswet met een democratische agenda’
Frans Soeterbroek, adviseur ‘Maatschappelijke Gebiedsontwikkeling’, ziet de positie van bewoners met de invoering van de Omgevingswet zwakker worden. Zelfs in gemeenten die bewoners juist meer invloed willen geven. Soeterbroek is betrokken bij de gemeentelijke omgevingsvisie en het maken van een wijkomgevingsvisie door bewoners in de Sierpleinbuurt in Amsterdam. In Groningen begeleidt hij het maken van een omgevingsplan door bewoners uit drie wijken (Selwerd, Paddepoel en de Tuinwijk), samen met de gemeente Groningen.
,,De huidige wet (en voorlopers zoals de veelgebruikte Crisis- en herstelwet) ondermijnen ook op andere terreinen de publieke zaak en in het bijzonder de positie van de burger en de gemeenteraad.”
Frans Soeterbroek
In beide steden wordt gekozen voor de vergroting van de invloed van bewoners op de ruimtelijke ontwikkeling. Ook hebben ze de intentie zich niet te laten gijzelen door een Omgevingswet die invloed van bewoners ontmoedigt en die stuurt op speelruimte voor de markt en procedureversnelling.
In ‘Zo verbind je de Omgevingswet met een democratische agenda‘ (Gebiedontwikkeling.nu, 19 maart 2021) presenteert hij acht omwegen om dit tegen te gaan. Hij hoopt dat de Omgevingswet daarmee wordt aangepast en wil – ‘om te beginnen’:
,,het publieke belang, leefomgevingskwaliteit en een sterke overheid voorop zetten en de burger promoveren tot volwaardige derde partij naast overheid en markt.”
Frans Soeterbroek, adviseur maatschappelijke gebiedsontwikkeling
Een kijkje in de co-creatie-keuken van de gemeente Groningen
Hieronder geef ik je in een kijkje in de co-creatie-keuken van de gemeente Groningen: een webinar met Frans Soeterbroek, Jan Pieter Koppert (planoloog bij de gemeente Groningen) en de deelnemers uit de wijken Selwerd, Paddepoel en de Tuinwijk, over de pilot ‘Participatie en het Omgevingsplan‘. Alweer een tijdje geleden, zo’n drie maanden na de eerste Coronamaatregelen van maart 2020, waarbij een ieder nog wat moest wennen aan online presenteren en vergaderen. Times are changing.
‘Omgevingswet bezorgt buurtbewoners nog meer buikpijn’
Met horten en stoten naderen we de invoeringsdatum van de Omgevingswet. Na herhaaldelijk uitstel lijkt het 1 juli 2022 te gaan gebeuren. Maar nog voordat ze wordt ingevoerd, zegt Frans Soeterbroek op 3 juni 2021 in ‘Sociale Vraagstukken’, is ze al weer achterhaald. Vooral buurtbewoners zijn de dupe, tenzij ze gezamenlijk met gemeenten de wet naar hun hand weten te zetten. De problemen die actieve buurtbewoners nu al ervaren in het ruimtelijk domein zullen door de wet volgens hem nog groter worden.
,,Hoewel de wet pretendeert een bijdrage te leveren aan een meer integrale aanpak van de leefomgeving zit er juist een dikke saus over van ‘laat de marktwerking gewoon zijn werk doen.”
Frans Soeterbroek
Dat komt, zegt Soeterbroek, doordat de wet is bedacht in de hoogtijdagen van het neoliberalisme. De inzet daarbij was het wegnemen van belemmeringen voor de marktwerking en het vergroten van de doorzettingsmacht voor projecten. De tragiek is dat de wet wordt ingevoerd in een tijd dat we juist af willen van te veel marktwerking en een overheid die slecht naar de burger luistert. De wet is volgens hem dan ook door de tijd ingehaald, tegelijkertijd vreest hij dat de trein niet meer tot stoppen zal worden gebracht. Dan rest ogenschijnlijk één ding: de wet naar je hand zetten, hem te ‘hacken’ – niet slechts te volgen.
,,Het verbaast me hoe stil het blijft in de wereld van buurt- en wijkdemocratie over deze wet terwijl er behoorlijk wat op het spel staat. Ik denk dat dit komt omdat de meeste mensen geen flauw idee hebben wat hen op dit punt te wachten staat.”
Frans Soeterbroek
Omgevingswet bezorgt buurtbewoners nog meer buikpijn
Frans Soeterbroek, Sociale Vraagstukken, 3 juni 2021
Ontologische expansie, op zoek naar oplossingen in soft spaces
Het ging en gaat dus – zacht gezegd – allemaal niet van een leien dakje. Om het democratische proces te verbeteren, wellicht te versnellen en te optimaliseren, werpt hoogleraar Urban Futures aan de universiteit van Utrecht, Maarten Hajer, ex-directeur van het Planbureau van de Leefomgeving (2008/2015), ‘ontologische expansie‘ in de strijd. ,,Je moet niet innovatief proberen te zijn met oude praktijken”, zo stelt Hajer. Wat hij daarmee bedoelt – je mag het begrip ontologische expansie onmiddellijk vergeten – wordt duidelijk uit onderstaand filmfragment. Kort samengevat: gebruik maken van andere vormen, van hard spaces naar soft spaces, met ruimte voor (een proces van) ‘verbeelding‘ – om daarna weer terug te keren in het domein van de ‘harde’ besluiten.
Places of Hope, werken in de soft space, een experiment
In de zoektocht naar oplossingen voor ingewikkelde vraagstukken en processen in de soft space speelt verbeelding een voorname rol – en wordt de relatie met kunst en cultuur gelegd.
Maarten Hajer was een van de curatoren van Places of Hope, een tentoonstelling en manifestatie die plaatsvond in het kader van Leeuwarden-Friesland Culturele Hoofdstad van Europa 2018. Places of Hope kwam tot stand in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en tal van samenwerkende organisaties.
Met deze tentoonstelling is de Rijksoverheid uit haar traditionele rol gestapt en heeft ze bewust verbindingen met anderen gezocht om kennis te delen en oplossingen te zoeken voor de toekomst van onze leefomgeving.
Kracht van creativiteit en verbeelding mobiliseren
Zin in de toekomst! Dat was het motto van Places of Hope, een tentoonstelling en een serie activiteiten over hoe we de toekomst van Nederland vorm (kunnen) geven. De activiteiten vonden plaats onder auspiciën van de Stuurgroep Proeftuin Nederland van Morgen.
Places of Hope was op zoek naar een nieuwe, door mensen gedragen toekomst in harmonie met de natuur. Uitgangspunt was de gedachte dat overal in Nederland mensen werken aan hun eigen leefwereld, in verrassende coalities en op onverwachte plekken. Die initiatieven werden een podium gegeven om ervan te kunnen leren. Ze wilde daarbij omstandigheden creëren om de kracht van creativiteit en verbeelding te mobiliseren en burgers, ontwerpers, beleidsmakers, bestuurders en wetenschappers bij elkaar te brengen.
Twee ateliers: ‘Het Zelfbewuste Noorden’ en ‘Nieuwe Ruimte voor het Veen’
Een van die podia was het ‘Atelier‘. In dit geval twee:
- Het Zelfbewuste Noorden
- Nieuwe Ruimte voor het Veen
Het Zelfbewuste Noorden
Nieuwe Ruimte voor het Veen
Ik pik de tweede er even uit omdat die in directe zin het meest raakvlakken vertoont met Kunst en Landschap Noord Nederland – de eerste, waarin de ‘vensters’ leefbaarheid, economie, energie en water centraal staan, is het bekijken overigens ook meer dan waard.
Hajer gaf in zijn minicollege hierboven al aan dat bodemdaling in veenweidegebieden in Nederland een gigantisch probleem is, dat we dat al 25 jaar onderkennen, plus dat er allerlei belangenconflicten bestaan. Dat probeerden verschillende stakeholders op een niet gebruikelijke locatie, in een soft space, in verschillende settings, gedurende acht maanden in het Atelier te tackelen. Met resultaat!
,,We hebben in Leeuwarden afgelopen jaar, acht maanden lang, op verschillende locaties vergaderd, fieldtrips gedaan,… toen zijn we wel tot een oplossing gekomen waarvan boeren zeiden: ‘ja… als het zo kan, dan wil ik het ook wel’.”
Maarten Hajer
Landschapsarchitect Peter de Ruyter, een van de betrokkenen bij het Atelier Nieuwe Ruimte voor het Veen, maakte er een uitvoerig verslag van, dat op 7 december 2019. als ‘voorbeeldig project‘ genoemd werd in het Jaarboek Landschapsarchitectuur en Stedenbouw in Nederland.
Peter de Ruyter aan ‘De Tafel’ bij Peter Kranendonk bij Omroep Súdwest
In de zomer van datzelfde jaar schoof hij aan bij Peter Kranendonk aan ‘De Tafel‘, een wekelijks programma van Omroep Súdwest, die hem portretteert aan de hand van bespiegelingen over het Friese landschap, de bijzondere en gevarieerde samenstelling ervan maar ook over de bedreigingen van natuur en landschap in meer algemene zin. Kijk hieronder naar een zo’n twintig minuten durende – één omgekeerde zandloper lange – uiterst boeiende conversatie.
Vloeiend Landschap, over de toekomst van het Friese landschap
Atelier Nieuwe ruimte voor het Veen komt uitvoerig aan bod in de tweede volledig herziene druk van de Ruyter‘s boek ‘Vloeiend Landschap, over de toekomst van het Friese landschap‘, dat voor het eerst in 2016 verscheen.
Op 3 maart 2020 nam Hans Mommaas, directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving, het eerste exemplaar van de geactualiseerde editie van de Ruyters boek in ontvangst en benadrukte de urgentie en actualiteit van het boek:
,,Er zijn grote zorgen over de kwaliteit van ons landschap. Tegelijkertijd vragen de enorme transities waar we voor staan om aandacht en betrokkenheid, waarbij we het begrip landschap als drager van identiteit opnieuw kunnen laden.”
Hans Mommaas, directeur PBL
In december 2019, ongeveer een jaar na Places of Hope, was Hanna Lára Pálsdóttir, projectleider Proeftuin Nederland van Morgen (Directie Ruimtelijke Ordening van het ministerie BZK), geïnteresseerd in de vraag of een soft space nu wel of niet werkt. Benieuwd naar ervaringen van bezoekers van de tentoonstelling en manifestatie plus de impact die deze ervaring heeft gehad, verstuurde zij een enquête naar de deelnemers en betrokkenen. Ik ben natuurlijk, met haar, zeer benieuwd naar de uitkomsten ervan.
Naar een ‘New Deal’ met een ‘Coalition of the Willing’
Places of Hope is een belangrijke inspiratiebron voor Kunst en Landschap Noord Nederland. Mijn ideeën over het oprichten van een multimediaal platform kregen goed vorm na een bezoek aan een Landschapsmanifestatie, georganiseerd door Tijdschrift Noorderbreedte, op 7 februari 2019 in de Rijksluchtvaartschool in Eelde, waar Theo Spek, hoogleraar landschaps-geschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen, een lezing hield.
Ineke Noordhoff, hoofdredacteur van het tijdschrift, deed kort daarna verslag in haar artikel: ‘Over een grote verbouwing en een New Deal‘.
,,Als je alle veranderingen optelt die komende periode op ons af komen, dan gaat het om heel heel veel. En als je het allemaal per sector netjes gaat bediscussiëren en regelen, wordt het een grote puinhoop. En dat is precies wat er nu gebeurt. Er wordt met de beste bedoelingen van alles ondernomen. En ook al wordt er per project zorgvuldig gewerkt, en met kwaliteit, het landschap verdwijnt, de boeren hebben het niet best, de natuur lijdt eronder. We moeten met alle partijen die bij het landschap zijn betrokken naar een geïntegreerd plan. Met zijn allen.”
Theo Spek
Naar een ‘New Deal‘ dus. Deze lezing, waarin Spek nadrukkelijk wijst op het belang van het centraal stellen van het landschap, het landschap als uitgangspunt nemen voor plannen om de transitievraagstukken het hoofd te bieden, en om het te kiezen als vertrekpunt voor welke discussie ook, deed bij mij meerdere kwartjes tegelijk vallen.
Ik zal ze, nadat ik mijn plannen met bedreven en gedreven mensen vanuit verschillende disciplines besproken heb, oprapen, door elkaar husselen, ermee jongleren, om ze daarna – in goed overleg met een projectteam – samen te smeden tot een soort van (werktitel) ‘Manifest Kunst en Landschap Noord Nederland‘. Als de tijd daar rijp voor is zal ik dit aan het net toevertrouwen.
Tijdens zijn toespraak memoreerde Spek Henk Jumelet, gedeputeerde bij de Provincie Drenthe, en ging hij – in dat verband – kort in op het Panorama Nederland van het eerder genoemde College Rijksadviseurs, dat op 6 december 2018 gelanceerd werd en in januari 2019 in Den Haag van start ging:
,,Nog te weinig mensen beseffen dat we aan de vooravond van de grootste verbouwing ooit staan.”
Henk Jumelet
Panorama Nederland in de praktijk
Op 24 september 2020 hoopten diezelfde Rijksadviseurs op het Marineterrein in Amsterdam ‘Panorama Nederland in de praktijk‘ te organiseren. Na zo’n anderhalf jaar toeren door het land vonden ze dat het tijd werd om gezamenlijk inspiratie op te doen en om met elkaar na te denken over de toekomst van ons land.
,,Nu is het tijd voor de volgende stap: van een optimistische toekomstvisie naar de realistische en soms weerbarstige praktijk.”
College van Rijksadviseurs
Panorama Nederland sluit af met online event: ‘Panorama4Daagse’: 21 t/m24 september 2020
Het Covid-19-virus gooide echter ook hier roet in het eten, men besloot online te gaan. Over ‘verandering’ gesproken: ,,Als er een ding is wat we van de Coronacrisis kunnen leren, is het wel dat we heel goed in staat zijn om snel, en radicaal veel te veranderen”, zei Floris Alkemade tijdens zijn ‘Brainwash Talk‘ in de video aan het begin van dit blogboek. Dat geldt nu dus ook hen; ze sluiten de tour af met een vierdaags online event: de ‘Panorama4Daagse‘, van 21 tot en met 24 september 2020.
Panorama on tour met…
Vanaf de 21e publiceert het College rond lunchtijd (12.30 uur) een aflevering in de serie ‘Panorama on tour met…‘ waarbij ze de Rijksadviseurs Floris Alkemade, Berno Strootman en Daan Zandbelt ergens in Nederland opzoeken. Op donderdag 24 september is er ‘s middags een (tweedelige) ‘Panorama talkshow‘, waarin onder meer de winnaars van Panorama Lokaal bekend gemaakt worden.
Alle afleveringen van de ‘Panorama4Daagse’ op een rij; ‘Panorama on tour’ langs wegen van verlangen naar verandering
In de eerste aflevering van de serie ‘Panorama on tour met…‘ gaat presentator Liesbeth Staats in gesprek met Rijksbouwmeester Floris Alkemade. In de kloostertuin van de Zusters Franciscanessen in Veghel hebben zij het over de toekomst van de congregatie, over het belang van verbeeldingskracht en de rol van solidariteit in ontwerp.
Aflevering 1 – Floris Alkemade: ‘Hoe kan ontwerp bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken?’
Aflevering 2 – Berno Strootman: ‘Hoe kan ontwerp bijdragen aan de kwaliteit van ons landschap?’
Op dag twee neemt Rijksadviseur voor het Landschap Berno Strootman je mee naar het Diemerpark in Amsterdam. Hij vertelt over het belang van groen in de directe leefomgeving, over hoe het Nederlandse landschap onder druk staat en hoe we weer toe moeten naar een rijk boerenland.
Aflevering 3 – Daan Zandbelt: ‘Hoe kan ontwerp bijdragen aan meer kansengelijkheid in de stad?
Daan Zandbelt, Rijksadviseur voor de stad, is op woensdag 23 september om 12.30 uur te gast in het wijkpaleis in Rotterdam West, waar hij in gesprek gaat over de kracht van een gemengde wijk. Ook vertelt hij hoe je met ruimtelijke ingrepen gelijke kansen kan creëren voor bewoners.
Aflevering 4 – : Live prijsuitreiking Panorama Lokaal
Op donderdag 24 september werden vanaf 12.00 uur (live) de winnaars bekend gemaakt (21 inzendingen) van de prijsvraag ‘Panorama Lokaal‘, een ontwerpprijs om de randen van de stad een nieuwe impuls te geven.
Ook vanaf deze plek feliciteert Kunst en Landschap het team ‘Gevonden Landschap‘, met het winnen van de Panorama Lokaal-prijs voor hun inzending voor de Bargeres in Emmen, de enige noordelijke wijk die deelnam aan dit prachtige project.
Aflevering 5 – : Live talkshow Panorama Nederland in de praktijk
De Panorama4daagse werd afgesloten met een live talkshow, waarin het College van Rijksadviseurs terugblikt op de tour van Panorama Nederland. De tentoonstelling van Panorama Nederland bezocht meer dan 50 locaties. Duizenden mensen stapten – met ‘gepaste’ buiging – in het Panorama om in gesprek te gaan over de toekomst van hun dorp, stad of provincie.
Wordt het tijd voor een minister van ruimte?
Die vraag wierp het College op tijdens deze live talkshow. Daarmee wil het vooruit kijken. Ze gingen daartoe in deze zeer informatieve uitzending in gesprek met een drietal gasten over hoe de overheid het best gehoor kan geven aan de roep om meer regie op het ruimtelijk domein. Klik op op de foto hieronder voor verrassende antwoorden.
,,De roep om meer regie op het ruimtelijk domein neemt toe.”
College van Rijksadviseurs
Het College van Rijksadviseurs wil vanuit zijn ervaring van de afgelopen vier jaar graag handen en voeten geven aan de roep om meer samenhang en regie. Het ministerie van BZK nodigde het College hiertoe uit. Een advies hierover verschijnt eind november (2020). Ik houd je op de hoogte.
Complexiteit begrip ruimtelijke ordening extra duidelijk door ontregelende bijdrage van Tommy Wieringa
Stedenbouwkundige en architect Matthijs de Boer van het Rotterdamse bureau ‘mdbs‘ was na het bekijken van de talkshow Panorama in de Praktijk niet bijster enthousiast over de bijdrage van Tommy Wieringa – Wieringa droeg tijdens het programma een column voor – en vond het ‘een gemiste kans’ om een ‘welbespraakte auteur’ als Tommy Wieringa uit te nodigen ‘om de talkshow van de Panorama4daagse op te leuken’, terwijl die – volgens hem – verviel in ‘HET uitgekauwde cliché over de Nederlandse planologie, namelijk: Nederland = gepland = rechtlijnig = saai = lelijk’.
Wat in de uitzending wel duidelijk werd, en daarmee is de verdienste van de talkshow volgens Matthijs de Boer benoemd, is de behoefte aan (meer) regie op Rijksniveau, te meer, gezien de complexiteit van het begrip ruimtelijke ordening. Lees hieronder de Boers blog in het digitaal magazine de Architect van 1 oktober 2020.
Blog – Wel ruimte, maar geen ordening: De Panorama-Nederland talkshow van het College van Rijksadviseurs
Matthijs de Boer, de Architect, 1 oktober 2020
.
Panorama Nederland alsnog ‘volwaardig’ te zien in Forum Groningen: 29 september t/m 13 oktober
Met het Covid-19-virus als spelbreker, en met het (mede daardoor nog een jaartje) aanblijven van Floris Alkemade als Rijksbouwmeester, heeft het College besloten de tentoonstelling(sroute) van Panorama Nederland met een paar maanden te verlengen. Zo staat het Panorama van dinsdag 29 september tot dinsdag 13 oktober in Forum Groningen.
Al eerder was een kleine variant van Panorama Nederland in Groningen te zien, maar nu komt het dus ‘volwaardig’ naar de stad. Het Groningse GRAS, platform voor architectuur en stedenbouw, heeft in samenwerking met de provincie Groningen en een aantal betrokken organisaties daarbij en -over een aardig randprogramma voor je samengesteld.
Een oproep om ons dagelijks leven opnieuw uit te vinden
Als aanloop naar Panorama on tour zette Rijksbouwmeester Floris Alkemade op 3 maart jongstleden het eerste nummer van het magazine ‘Panorama Nederland in de praktijk‘ online. Hij doet daarmee een ‘oproep om ons dagelijks leven opnieuw uit te vinden’ en licht toe waarom het belangrijk is om het sociale en ruimtelijke domein vanuit solidariteitsprincipes te bekijken. Klik op de illustratie hieronder om het in te zien. Klik in het menu op ‘kiosk‘ om ook de overige – zeer lezenswaardige – tot dan toe verschenen nummers te bekijken.
Odyssey Hackaton 2020 in Groningen, 21 uitdagingen om de 21e eeuw vorm te geven
Veelomvattender en op een andere schaal – wereldniveau – is men zich ook op de toekomst aan het voorbereiden. Tijdens de ‘Odyssey Hacketon 2020‘ proberen (grote en kleine) bedrijven, overheden en non-profitorganisaties oplossingen te creëren voor de manier waarop we de samenleving in de 21e eeuw (kunnen) organiseren. Met in totaal 2000 deelnemers uit 50 landen is de (vierde) Odyssey Hackathon de grootste blockchain-hackathon ter wereld. Hij vindt normaliter plaats in Groningen, voor 2020 heeft men in verband met het Covid-19-virus (voorlopig) gekozen voor een online editie – van 13 tot en met 15 november.
Lancering Odyssey-2020
Burgers meer bij veranderingsprocessen betrekken
Ondanks alle (moeizame) inspanningen van overheden, bestuurders, bedrijven, politici en maatschappelijke organisaties (Omgevingswet / NOVI / burgerparticipatieprojecten), die de complexiteit en verwevenheid van de (ook internationale) transitievraagstukken onderkennen en ze met de beste bedoelingen proberen te pareren, denk ik, om meer dan een reden, dat het verstandig is om – met ingang van het prille nieuwe decennium – door het Coronavirus spreken sommigen zelfs van een ‘kantelpunt‘ – te kijken naar mogelijkheden om burgers meer bij deze veranderingsprocessen te betrekken.
Niet in de laatste plaats omdat Noord Nederland beschikt over een groot en divers potentieel aan kennis, vaardigheden en innovatiekracht, waarbij de afgelopen jaren overigens al op allerlei niveaus diverse coalities vanuit verschillende disciplines gesmeed zijn. Jammer genoeg vaak vanuit gescheiden werelden en met een technologisch karakter. Kunst en cultuur zijn daarbij mijns inziens (nog) te veel een ondergeschoven en (zwaar) ondergewaardeerd kindje.
New Energy Coalition, samen werken aan de energietransitie
Ook wat betreft formalisering, democratisering, financiering en transparantie met betrekking tot (invulling van) de toekomstplannen kunnen er vraagtekens gezet worden. Naar model van Silicon Valley wil Noord-Nederland zich bijvoorbeeld met Hydrogen Valley profileren als de groene waterstofregio van Europa. De New Energy Coalition is samen met het SNN, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, aanjager van het project.
Ik heb hun presentatievideo’s en een artikel van Mira Sys en Ties Keyzer, beide onderzoeksjournalisten bij FTM, Follow The Money, opgenomen om mijn ‘vragen’ te illustreren: ‘Gasbedrijven domineren Gronings onderzoek naar ‘duurzame’ energie‘.
New Energy Coalition, samen werken aan de energietransitie!
Welcome to the Hydrogen Valley!
NortH2: grootste groene waterstofproject van Europa?
Hydrogen Europe vertegenwoordigt de Europese industrie, nationale verenigingen en onderzoekscentra die actief zijn in de waterstof- en brandstofcelsector. De associatie werkt samen met de Europese Commissie in het innovatieprogramma Fuel Cells and Hydrogen Joint Undertaking (FCH JU). Ze promoten waterstof als de motor van een emissievrije samenleving.
Op 27 februari maakte de Gasunie bekend dat een consortium van Gasunie, Groningen Seaports en Shell Nederland wil beginnen met het project ‘NortH2‘: de productie van groene waterstof met behulp van stroom die door een megawindpark op zee wordt opgewekt – tot 3 tot 4 gigawatt in 2030, waarmee invulling wordt gegeven aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord.
Kunst en Landschap gaat die ontwikkelingen uiteraard volgen – ik kom daar in een aparte blogbijdrage bij je op terug. De link daarnaartoe zal ik te zijner tijd aanbrengen. Voorlopig moet je het hier even stellen met Gasunie’s aankondiging van dit samenwerkingsproject: ‘Grootste groene waterstofproject van Europa start in Groningen‘. Het heeft ook nog wel even tijd, als we het FD Nieuws moeten geloven:
(Nb. De ‘niet beschikbare video’ die je in dit artikel aantreft is een ‘voorloper’ van onderstaande, waarin (de inmiddels ‘aangehaakte’ concerns) Equinox en RWE meegenomen zijn in de aftiteling.)
Put your money where your mouth is
,,Het enthousiasme is wel te begrijpen bij de presentatie van een project van deze omvang (‘s werelds grootste windpark op zee in combinatie met de grootste waterstoffabriek van Europa)”, meldt FD Nieuws op 4 maart 2020 in: ‘Geen woorden maar daden nodig voor waterstofproject Noord-Nederland‘.
,,Toch past het niet in deze fase, waarin de betrokken partijen nog moeten starten met een haalbaarheidsstudie en een investeringsbeslissing nog ver weg is… Put your money where your mouth is.”
FD Nieuws
Noorden wereldspeler in chemie: ‘Dit is het moment om verder te vergroenen’
Een minder invloedrijke rol voor de ‘grote jongens’ lijkt weggelegd bij de bundeling van krachten in de noordelijke agro-, (bio)chemische– en duurzaamheidsindustrie. Daarin werken bedrijven in een aantal clusters samen onder de naam Chemport Europe, dat de toon moet zetten en als voorbeeld kan dienen voor een transitie naar een circulaire ‘bio based economy’. Voor landen in Europa en wellicht ver daarbuiten.
Aan transparantie zal het wat betreft het ‘Chemical Cluster Emmen‘, waarin bedrijven uit Emmen, Delfzijl (Eemshaven) en Heerenveen samenwerken, niet liggen. Voor 7 en 8 april 2020 stond in hartje Emmen een heus showcasefestival, ‘Sustainable Plastics & Materials Expo‘, geprogrammeerd, om hun kennis, kunde en producten te etaleren, tot ver over regio- en nationale grenzen. Om te informeren, enthousiasmeren, maar zeker ook om (nieuwe) markten te verkennen. Ook hier was Corona spelbreker – het evenement werd opgeschort tot nader order.
In ‘Noorden wereldspeler in chemie: ‘Dit is het moment om verder te vergroenen‘‘ lees je er alles over (Richold Brandsma, DvhN, 19 januari 2020). De promotievideo ‘Chemport Expo promo‘ staat nog wel online. Leuk filmpje overigens, welke sector zou daarvoor ingeschakeld zijn?
Op weg naar een volledige circulaire economie, ‘Join the Polymer Revolution!’
Bij Green PAC, een initiatief van NHL Stenden en Windesheim, vonden ze het een paar jaartjes geleden al tijd om krachten te bundelen en om te streven naar een groenere economie door samen te werken. Onder het Motto ‘Join the Polymer Revoltion‘ werken er noordelijke bedrijven, kennisinstellingen, studenten en burgers samen, op weg naar een volledige bio based economy. Green PAC is een coalitie die helpt bij het oplossen van vraagstukken, het ondersteunen van ondernemers en het delen van kennis rond kunststoffen. Het gaat er bij hen niet om een duur gebouw of bijvoorbeeld de nieuwste apparatuur. Het draait om samenwerking.
,,Samenwerking tussen ondernemers, onderzoekers, mogelijkmakers en personen die het net even iets anders zien. Daarmee is deze coalitie meer dan initiatief. Het is een gemeenschap van gelijkgestemden. Mensen die werken in de kunststofindustrie en die samen op zoek zijn naar manieren om deze industrie schoner te maken, duurzamer en niet langer op olie gebaseerd. Mensen met een uitgesproken visie, een missie en een doel. Een doel om met hun producten innovatief te zijn, in een behoefte te voorzien en om bij te dragen aan een betere wereld. Join the Polymer Revolution!”
Green PAC
Stimulering kunst- en landschapsbeleving door kruisbestuiving en verbeelding
“Imagination is more important than knowledge. Knowledge is limited. Imagination circles the world.”
Albert Einstein,’The Ultimate Quotable Einstein’, Princeton University Press.
‘Laat maar komen, die roaring twenties‘, schrijft Wouter van Noort, journalist en commentator NRC (Future Affairs), in een artikel op 2 januari 2020, waarin hij een gerichte poging waagt het nieuwe decennium te duiden – ‘de jaren twintig zullen draaien om systeemverandering‘. Hij stelt zichzelf de vraag hoe de technologische revolutie de goede kant op te dirigeren, dicht daarbij de overheid een belangrijke sturende rol toe, en memoreert de Venezolaans-Britse econoom Carlota Perez, die stelt dat de wereld aan de vooravond van een ‘gouden tijdperk’ staat – mits overheden nú de leiding nemen.
„We zitten al tien jaar te wachten op een nieuwe richting die maar niet wil komen. De samenleving moet gegidst worden als het gaat om het enorme potentieel van de nieuwe technologieën. De strijd tegen klimaatverandering kan die richting geven, en zelfs een nieuw ‘gouden tijdperk’ inluiden.”
Carlota Perez
Kunst en Landschap gelooft in dit verband en in haar opzet in: ‘doordacht’ en weloverwogen gebruik maken van technologische ‘vooruitgang’, het landschap centraal stellen, in harmonie met de natuur (in tegenstelling tot aanhangers van het ecomodernisme), en in de ongekende kracht van verbeelding. Ook in een rol van kunst en cultuur als voedingsbodem voor nieuwsgierigheid, verbazing, innovatie en vernieuwing. Verbeelding verrijkt, verruimt en vergroot. (Radicale) verbeelding zet mens en omgeving in beweging.
,,Stimulering van kunst-, cultuur- en landschapsbeleving – vanuit een doelgericht en weloverwogen toeristisch promotieperspectief – kan mijns inziens bijdragen aan het besef van de ‘noodzaak’ ons landschap, onze directe leefomgeving, te koesteren. Om een eventuele bedreiging, c.q. teloorgang ervan tegen te gaan, het hoofd te bieden, of – om in metaforen te spreken – het (breed maatschappelijk) tij te doen keren.”
Robert Rosendal
In de zoektocht naar oplossingen voor de transities die op ons afkomen kunnen kunst en cultuur de motor voor verandering(sgezindheid) zijn, als spiegels van en voor verbeelding van een hoopvolle toekomst.
Groot denken, klein doen! Dat is mijn droom
‘Sommigen spreken van een ‘kantelpunt’, schreef ik hierboven. Eén van die sommigen is Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde en duurzaamheid. ‘Systeemtransities vragen om een transitie van onszelf’, zo zegt Rotmans in deze videoboodschap. Hij beschrijft de verschillende fases die we bij complexe transities moeten ‘doorlopen’ om ‘uiteindelijk’ tot (on)bewust handelen te geraken ten faveure van een gezonde, eerlijke én duurzame samenleving. Nogmaals: kunst en cultuur kunnen in dat proces volgens mij een belangrijke rol vervullen.
Kruispunt tussen droom en nachtmerrie
Iemand die mij in die opvatting ongetwijfeld zal bijvallen is Koert van Mensvoort, kunstenaar, filosoof en wetenschapper. Hij begon met het Next Nature Network, dat met artistieke en wetenschappelijke experimenten de discussie over de technologische toekomst aangaat.
,,We zitten in de fase dat we onze relatie mens, natuur en technologie anders gaan zien. We staan op een kruispunt tussen droom en nachtmerrie.”
Koert van Mensvoort
Wij zijn er pas net, de aarde is er al veel langer
Wij zijn er pas net. De aarde is er al veel langer. Ze ontstond vier en een half miljard jaar geleden en lange tijd was het slechts een eenzame rots in de ruimte. Het duurde zo’n drie miljard jaar voordat de biosfeer evolueerde. Daarna kwamen de planten, dieren en nog een miljard jaar later: de mens.
Kunstloc Brabant benadrukt belang van inzet kunstenaars bij innovatie tijdens symposium AWTI
Vanuit de technosfeer weer terug op aarde – niet met de poten in de klei, maar op de zandgrond van Tilburg, Brabant! Met het focusgebied ‘Kunst en samenleving‘ pleit Kunstloc Brabant al jaren voor de inzet van kunst(enaars) in andere maatschappelijke sectoren zoals ruimte, landschap, zorg en welzijn. Kunstloc reageert hierbij op actuele en regionale vraagstukken en verbindt zo creativiteit aan maatschappelijke opgaven zoals duurzaamheid, energietransitie en voedselproductie.
Onmisbare en innovatieve kracht van kunstenaars
Op 7 februari jongstleden. sprak Netty van de Kamp, adviseur Kunst & Ruimte bij Kunstloc Brabant, op een AWTI-symposium in Den Haag: ‘De rol van wetenschap, technologie en innovatie in maatschappelijke transities‘. Ze hield daar een sterk pleidooi voor ‘de onmisbare en innovatieve kracht van kunstenaars’ bij die transities. Met resultaat! Haar aanbevelingen werden meegenomen in het uiteindelijke advies van de Adviesraad aan de regering, dat eind februari 2020 het licht zag. Klik hier voor een fragment uit haar presentatie; hieronder kun je het Advies downloaden.
Versterk de rol van wetenschap, technologie en innovatie in maatschappelijke transities
,,Wetenschap, technologie en innovatie kunnen veel beter worden benut voor maatschappelijke transities. Om dit te bereiken, moet de regering zorgen voor een overkoepelend beeld van het Nederland van de toekomst én voor een bijbehorende aanpak voor de transities. Dit toekomstbeeld en de aanpak maken gerichte investeringen in wetenschap, technologie en innovatie mogelijk, voorkomen verspilling van tijd en geld, en brengen innovatoren samen met nieuwe en creatieve partijen.”
Dat adviseert de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (AWTI) in zijn advies: Versterk de rol van wetenschap, technologie en innovatie in maatschappelijke transities.
Toelichting bij het Advies (uit persbericht)
,,De huidige inrichting van de Nederlandse samenleving en economie is op termijn niet vol te houden zonder onwenselijke gevolgen voor toekomstige generaties hier en elders in de wereld. Nederland staat hiermee voor maatschappelijke opgaven om te komen tot toekomstbestendige systemen van onder andere energievoorzieningen, gezondheidszorg, voedsel en mobiliteit. Hiervoor zijn ingrijpende veranderingen in de samenleving en de economie nodig: maatschappelijke transities.”
,,Wetenschap, technologie en innovatie zijn essentieel voor maatschappelijke transities, maar zijn hier nog onvoldoende op gericht”.
AWTI- voorzitter Uri Rosenthal
,,De regering moet zorgen voor een overkoepelende visie op het Nederland van de toekomst én voor een nieuwe aanpak. Met een integrale visie biedt de regering wetenschappers en innovatieve partijen een kader voor hun activiteiten.”
,,Een gezamenlijk verhaal over de toekomst van Nederland zal wetenschappers, technologen en innovatoren helpen. Natuurlijk is dit verhaal niet in steen gebeiteld: met elkaar zullen we een helder proces moeten afspreken om te zorgen dat het verhaal meebeweegt met de ontwikkelingen in de maatschappij.”
AWTI-raadslid Emmo Meijer
Met een ‘New Deal’ op basis van de 4 returns van Commonland wordt Noord Nederland een hoopvolle plek
Als ik het AWTI-Advies (dat voor heel Nederland geldt) interpreteer en vertaal naar het Noorden, en de eerder genoemde ‘gevallen kwartjes’ bijeenraap en in een zakje doe, ontstaat een basisframe voor Kunst en Landschap:
Noord Nederland kan de komende twintig jaar de complexe transitievraagstukken te lijf gaan door: een ‘New Deal‘ te sluiten (landschaphistoricus Theo Spek) en geïnspireerd te raken door de 4-returns van Commonland (tropisch ecoloog Willem Ferwerda) via de soft- en hard-space-benadering van Places of Hope (futuroloog Maarten Hajer).
Inspiratie en samenwerking voor een leefbaar landschap
Vanuit een overkoepelende en integrale (overheids)visie kunnen (noordelijke) ‘ambassadeurs’ via Kunst en Landschap binnen ‘vastgestelde’ kaders bricolerend samenwerken vanuit verschillende disciplines. Zo leert men van elkaar – innoveert Noord Nederland, met een weidse, open en creatieve blik naar een hoopvolle toekomst.
Het oprichten van een multimediaal Platform voor Noord Nederland veronderstelt dus samenwerking op meerdere fronten. Draagvlak is daarbij onontbeerlijk. Ik voer op dit moment veel gesprekken met bedreven en gedreven mensen uit ‘het veld’ op het gebied van kunst en cultuur, landbouw en voedsel, landschap, leefomgeving en gezondheid, energie, klimaat, natuur, milieu, water, erfgoed en toerisme om het platform onder de aandacht te brengen, samenwerkingsvormen te bespreken en om – samen met een gemotiveerd projectteam – een strategie te bepalen Kunst en Landschap in 2023 groen licht te kunnen geven. Handen en voeten, dus.
Met alle transities die we de komende jaren voor de kiezen krijgen hoop ik met Kunst en Landschap burgers op een vernieuwende journalistieke wijze te betrekken bij de keuzes die gemaakt (moeten) worden. Ik richt me daarbij vooral op het (geplaagde) Noorden. Synergie en coöperatie zijn daarbij sleutelbegrippen. Onderwijs-, kunst-, cultuur- en educatieve ‘verbeeldende‘ projecten afgestemd op (ook) toekomstige generaties maken deel uit van mijn plannen.
Wil je graag meer weten? Heb je ideeën of suggesties? Lijkt het je leuk (en zinvol) om mee te denken in het projectteam? Laat me het weten – alle input is welkom. Schroom niet contact met me op te nemen. Een koffie-afspraak is snel gemaakt. Kijk voor je dat doet even naar de zes minuten durende film hieronder, hij verduidelijkt veel van mijn beweegredenen om het platform te realiseren.
De film is een co-productie van Commonland en Wij.land. Op mijn homepage worden beide organisaties uitvoerig beschreven en ‘verbeeld’.
Robert Rosendal, uitgever, (senior) communicatieadviseur
Actueel blog Kunst en Landschap
Tijdens de voorbereidingen van het platform Kunst en Landschap houd ik je via blogs – in sommige gevallen uitgegroeid tot blogboeken – op de hoogte van wetenswaardigheden, (actuele) nieuwsfeiten en (K&L-)specials via verschillende categorieën (rechter button!). Natuurlijk ook via de socials. Daarvoor kijk je onderaan deze pagina (footer).
Provinciale samenwerking Noord Nederland, ‘Kunst en Landschap’ in de praktijk
Om je een beetje een idee te geven van wat het platform Kunst en Landschap Noord Nederland in de praktijk kan betekenen, raad ik je aan een kijkje te nemen op een blogbijdrage (uit april 2019!): ‘Provinciale samenwerking bij promotie Waddengebied’. Je treft daarin de enthousiaste gedachtenkronkels aan die het prille stadium van de ideevorming van Kunst en Landschap verraden, die een tip van de sluier oplichten – en een ‘triggermoment’ duiden. Klik daarvoor op de foto hieronder.
Kunst en Landschap op Facebook
Als je actief bent op Facebook, en wanneer je dit initiatief kracht bij wilt zetten – stel ik een ‘like‘ op de Facebookpagina van Kunst en Landschap zeer op prijs. Je blijft dan tegelijk op de hoogte van actuele wetenswaardigheden op het gebied van kunst, cultuur en landschap in Noord Nederland. Veel gebruikers – niet de eerste de beste – gingen je in korte tijd voor. Heel veel dank alvast.
.