Internationaal Middeleeuws Theaterfestival, Groningen 2001

[Geantedateerd bericht]

Fragment affiche;
ontwerp Harm Naaijer, BNO Groningen, Marco Tjassing (fotografie)

Van 2 tot en met 7 juli 2001 vond een Internationaal Middeleeuws Theaterfestival plaats in Groningen. Dit festival vindt driejaarlijks (roulerend over de hele wereld) plaats onder auspiciën van de SITM, de ‘Société Internationale pour l’Étude du Théatre Médieval’. Dat jaar werd het georganiseerd door de faculteit Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen. Ik was op meerdere fronten actief betrokken bij de organisatie en communicatie van dit festival.

Ik heb met veel genoegen de PR en Publiciteit voor dit festival gedaan en bewaakte de ins and outs van de productie van de festivalkrant. Samen met Femke Kramer deed ik de redactie, trad op als drukwerkbegeleider (krant, affiches, flyers, T-shirts, driehoeksborden, toegangsbewijzen, plattegronden, advertenties, etc.), en was fondsen-, sponsor- en subsidiewerver en advertentieacquisiteur. Daarnaast was ik tijdens het festival manusje-van-alles, trouble shooter op momenten dat ik niet op de planken stond als acteur bij Theatergroep Marot in de rol van ‘God’ in de voorstelling ‘Maria’, die voor dit festival twee keer geprogrammeerd stond in de Theaterwerkplaats in Kantens. Ik neem hieronder het Colofon en Redactioneel van de festivalkrant op om je een indruk te geven. Daarna bespreek ik Maria. Maar voordat je je daar op stort, wil ik graag dat je iets meer over Middeleeuws theater te weten komt.

Middeleeuws theater, ‘Spel en Spektakel’, preludium van Dogtroep en Oerol

Pas de laatste decennia hebben mediëvisten oog voor het efemere moment van een theatervoorstelling. Steeds ging de belangstelling uit naar de toneelteksten, terwijl de regisseuraanwijzingen in de marges genegeerd werden. Ook hield men zich verre van archiefonderzoek, dat – naar nu blijkt – veel informatie kan opleveren over hoe toneel werkelijk in de Middeleeuwen heeft gefunctioneerd.

Die houding verklaart waarom toneel altijd werd beschouwd als inferieur aan de hoofdgenres epiek en lyriek. Hoewel de toneeltraditie in Nederland een van de rijkste in Europa is, werd deze wat de Middeleeuwen betreft veronachtzaamd. Betreurenswaardig, vindt Bart Ramakers, Hoogleraar Oudere Nederlandse Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen:

“Toneel heeft altijd het aura gehad van volkse literatuur en was geen onderwerp van de serieuze literatuurwetenschap. Een toneelstuk in boekvorm wordt toch meer gezien als een roman die verkeerd gedrukt is. Eigenlijk geen wonder, want toneel moet je niet lezen maar zien.”

Bovenstaand is een citaat uit juli 2001 toen Bart als mediëvist en theaterhistoricus werkzaam was bij de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij werd – onder andere – voor het festival geïnterviewd door Rietje Van Vliet voor een artikel in NRC Handelsblad. In fraai proza geeft ze je een prima kijkje in de keuken van het Middeleeuws (totaal)theater en het onderzoek ernaar: ‘Spel en spektakel’, NRC, 14 juli 2001.

Festivalkrant, colofon en redactioneel

‘Maria’, bijbelse geschiedenis en eigentijds entertainment

Ontmoeting God (Robert Rosendalen Maria (Janet Baas) tijdens de voorstelling ‘Maria’, Theatergroep Marot, Theaterwerkplaats Kantens, Int. Theaterfestival SITM, Groningen 2001, foto: J.J. Winter.

Maria, een bewerking door Theatergroep Marot van het middeleeuwse mysteriespel ‘Die eerste bliscap van Maria’, ging na goedbezochte voorstellingen in de zomer van 2001 in reprise in september van dat jaar.
De voorstelling, een avondvullende montage van historische en eigentijdse teksten, beelden en muziek, liet zien hoe God de mens schiep en bestrafte, en hoe Hij, ontroerd door de onschuld van Maria, besloot Zich weer te verzoenen met Zijn Schepping.


Tijdens het hierboven beschreven Internationaal Middeleeuws Theaterfestival, behoorde Maria van Theatergroep Marot tot de meest onconventionele ensceneringen. Anders dan de meeste vertolkers van het middeleeuwse toneelrepertoire zocht Marot naar hedendaagse uitdrukkingsvormen voor het historische gedachtegoed, zonder daarbij echter de ouderdom van de oorspronkelijke teksten te negeren. Zo werd in Maria de bijbelse geschiedenis zonder moeite gekoppeld aan eigentijds entertainment, en middeleeuwse legenden aan moderne popmuziek. Om het geheel eigenzinnig te completeren koos Theatergroep Marot voor een enorme boerenschuur als locatie , De Theaterwerkplaats in het Groningse Kantens. Het onderscheid tussen Hemel en Aarde werd benadrukt door God in eerste instantie te situeren op de hooizolder, om Hem daarna te laten ‘afdalen’ – temidden van het publiek – naar de kille betonnen vloer van de immense boerderij. Het decorontwerp was in handen van Harm Naaijer.

Beschrijving voorstelling Maria van Theatergroep Marot. Uit: Festivalkrant Internationaal Middeleeuws Theaterfestival, Groningen, 2001.

Verleidingsscènes

Voorbeschouwing/recensie reprise-voorstellingen ‘Maria’ van Theatergroep Marot, Groninger Dagblad, september 2001.

Repetitie-opnames

Marot, één grote familie tijdens succesvoorstelling ‘Schaamstreken’

[Geantedateerd bericht]

Theatergroep Marot, cast Schaamstreken, v.l.n.r.: Robert Rosendal, Janet Baas, Wenckje Jongstra, Tineke Schipper, Redmer Alma, Ed Rosbergen en Jan Kwant.

Theatergroep Marot maakte vanaf de beginjaren negentig van de vorige eeuw tot aan 2003 eigentijds theater – bewerkingen van onbekend laat-middeleeuws-vroeg-modern toneelrepertoire. Op Nederlandse podia en internationale theaterfestivals in Canada, Denemarken, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië.

De regie en artistieke leiding was in handen van Femke Kramer en Jacques Tersteeg (RIP), beiden in het verleden actief als theaterhistorici en als theatermakers. Dit tweetal heeft me – in velerlei opzichten – erg geïnspireerd. Jacques met name op het gebied van ‘oude muziek’. Beiden waren mede-organisatoren van internationale theaterconferenties en -festivals, waaronder het tiende colloquium van de Société Internationale pour l’Étude du Théâtre Médiéval in 2001 in Groningen.

Zestiende-eeuwse rederijkerskluchten: extreme lijven en ontsporende taal

Femke Kramer promoveerde op 24 april 2008 aan de Rijksuniversiteit Groningen op het proefschriftMooi vies, knap lelijk, grotesk realisme in rederijkerskluchten‘, over de esthetica in dit onbekende toneelrepertoire van deze amateurschrijvers, die gedurende de late vijftiende en de zestiende eeuw het culturele leven in de Zuidelijke en Westelijke Lage Landen domineerden. Bekijk hieronder een fraaie aflevering van het helaas ter ziele gegane populair wetenschappelijke tv-programma ‘Adamsappel‘ waarin zij (en het rederijkersmateriaal) geportretteerd wordt.

Uitzending Adamsappel, populair wetenschappelijk tv-programma RuG, april 2008.

Menselijk lichaam: een zak van vel vol vlees en botten

Vier dagen voor haar promotie was Kramer te gast bij Paul van der Gaag in het radioprogramma OVT van de VPRO. Het elf minuten durend interview ‘Kluchten van zestiende-eeuwse rederijkers‘ kun je hieronder beluisteren.

Onbekend zestiende-eeuws rederijkersrepertoire. Wat laten theatermakers van nu liggen?

Kramer, die het rederijkersrepertoire volledig omarmd had, was de drijvende kracht achter Theatergroep Marot. Ze wist haar spelers met een welhaast bezeten bezieling vaak zover te krijgen dat ‘groteske’ vonken van het podium spatten. Onbekend maakt – in dit geval – bemind, getuige de bijval van het veelkoppige publiek dat genoot van onze voorstellingen. Het was haar dan ook een raadsel dat de toenmalige ‘avant-gardetheatermakers’ het genre onontdekt lieten. Om dat te ontrafelen kun je haar bijdrage ‘Fabre en Lauwers zijn net rederijkers’, De vergeten theatervernieuwers uit de zestiende eeuw’ in ‘TM Theatermaker‘ (TM 13, nr. 8, nov. 2009), het onafhankelijke vakblad voor de Nederlandse podiumkunsten, lezen. Omdat het archief van dit blad (voorlopig) niet verder reikt dan 2013 heb ik het artikel opgesnord en in drie stukken geknipt. Even openen in een nieuw tabblad en scrollen maar.

Nb. Met ‘Fabre‘ wordt bedoeld Jan Fabre, met ‘LauwersJan Lauwers.

Twaalf jaar vijftiende- en zestiende-eeuwse rederijkerskluchten

Wat begon als een vriendenclubje dat jaarlijks voorstellingen gaf in het (voormalig) Universiteitstheater, het Prinsentheater en diverse speelgelegenheden in de provincie Groningen, mondde uit in een theatergezelschap dat (inter)nationaal furore maakte op – voornamelijk – Middeleeuwse theaterfestivals. Theaterspektakel anno nu in zalen en op locatie.

Voorstelling ‘Schaamstreken‘, Theatergroep Marot, Universiteitstheater Groningen, 1998. Foto: Robert Rizzo/Hollandse Hoogte, Amsterdam.

De voorstelling ‘Schaamstreken’, een absoluut hoogtepunt uit de geschiedenis van het theatergezelschap, werd gedurende één zomer in 1998 in maar liefst vier landen opgevoerd: Italië (Festival Dramma Medioevale Europeo, Camerino), het Verenigd Koninkrijk (International Medieval Conference, Leeds), Denemarken (Colloquium of Société Internationale pour l’Étude du Théâtre Médiéval, Odense) en natuurlijk Nederland. In november van dat jaar ging de succesvoorstelling in Nederland in reprise.

Hoewel dit een fantastisch jaar was – een pracht voorstelling, veel bekijks en een keur aan lovende kritieken – en waarbij spelers, regisseurs, costumière, grimeuse, decorbouwers en chauffeurs (plus aanhang en meereizende honden) lief en leed met elkaar deelden, werd (nadien) besloten tot enigerlei vorm van professionalisering.

De twaalf jaren Marot hebben een zeer belangrijke plaats ingenomen in mijn leven. Naast mijn reguliere werkzaamheden voor Rosendal Produkties en dagelijkse beslommeringen, was ik veelvuldig te vinden in het repetitielokaal, de werkplaats, of achter het Marot-bureau.

Nu, zo’n vijftien jaar later, vertrouw ik – na enig rondsnuffelen op zolder – informatie over Marot toe aan het net. Opdat het (digitaal) bewaard blijft. Ik zal via dit medium binnenkort kond doen van highlights van voorstellingen, anekdotes en andere memorabilia uit de periode 1991-2003. Ik neem ze – geantedateerd – op in dit blogonderdeel.

Schaamstreken live, 1998

Theatergroep Marot, ochtendstaatsieportret

Camerino ’98: totale cast ‘Schaamstreken’, ochtendstaatsieportret in willekeurige outfit na ‘Middeleeuws’ drinkgelag.

Groningse Theatergroep Marot speelt Abel Spel ‘Esmoreit’ in Italië

[Geantedateerd bericht]

Avonddoorloop ‘Esmoreit’, binnenplaats Palazzo Ducale, Camerino.

In de zomer van 1997 trad de Groningse Theatergroep Marot op uitnodiging van Sydney Higgins, organisator van het Italiaanse Festival Dramma Medieovale Europeo, voor de tweede keer op in het buitenland: Marot speelde‘Esmoreit’ op de binnenplaats van het Palazzo Ducale in Camerino, Italië. In 1995 speelde Marot De Kleren van de Dokter’ op het Theatre Festival Toronto in Canada.

Camerino, gemeente in de Italiaanse provincie Macerata (regio Marche)

Theatergroep Marot maakte vanaf de beginjaren negentig van de vorige eeuw tot aan 2003 eigentijds theater – bewerkingen van onbekend laat-middeleeuws, vroeg-modern toneelrepertoire. Op Nederlandse podia en met ingang van 1995 dus op internationale theaterfestivals. Na Canada (’95) en Italië (’97, ’98 en ’99) volgden Denemarken, GrootBrittannië (beide in ’98) en Frankrijk in 2002. De regie en artistieke leiding was in handen van Femke Kramer en Jacques Tersteeg (RIP, 2019), beiden in het verleden actief als theaterhistorici en als theatermakers.

Flyer zomervoorstellingen ‘Esmoreit’, Theatergroep Marot, 1997.

Contemporaine aanpak

De eerste voorstelling, De Luistervink, die Femke en Jacques in 1992 samen maakten werd opgevoerd door studentenNederlands in het Middelnederlands. Makers, spelers en uiteindelijk ook het publiek konden dat niet in alle gevallen waarderen. Spelers hadden moeite met de tekst en toeschouwers deden verwoede pogingen om deze te begrijpen. Er werd veel gedeclameerd, zo je wilt geproclameerd. Dat droeg daarmee bij aan alles wat de rederijkers verfoeiden. Er werd te weinig ‘gespeeld’ – met taal.

Het roer moest om! Zoveel was duidelijk. Nog in datzelfde jaar verkozen beide regisseurs een meer contemporaine aanpak en verzamelden een groep meer ‘ervaren’ spelers om zich heen die met hen de nieuwe kar wilden en konden trekken – Theatergroep Marot zag het licht! Dat resulteerde in een jarenlang samenwerkend en hecht gezelschap dat vol overgave en met veel energie meedacht over aanpak, werkwijze, invulling, vertaling, bewerking en uitvoering.

Geen museale voorstellingen!


Over een aspect was men helder: geen museale voorstellingen in jute zakken, maar hedendaags theater voor een breed (internationaal) publiek met respect, eerbied en ongebreidelde lof voor het overgeleverde rederijkerserfgoed. Een en ander ‘noodzaakte’ en veronderstelde grotesk spel. Daartoe werden veel en intensieve spel- en theatertrainingen gedaan, o.a. bij Ton Brandsen. Enigerlei vorm van professionalisering deed de rest. Daarmee bereidde Marot de weg voor naar middeleeuws theatersucces uit de Lage Landen op internationale podia.

Coherente bewerking

Met een coherente bewerking, groteske’ speltrainingen, prachtige kostuums en een uitgekiend decor – met zetstukken en rekwisieten die in een paar kleine gehuurde autobussen pasten – betraden we de Camerinese arena…
Vooraf hadden we handouts met een beknopte samenvatting van het handelingsverloop (in het Engels en Italiaans) uitgedeeld. Het was fantastisch om als speler te ervaren ‘t volck’ – dat nagenoeg geen woord verstaat – ‘tot lachene – of tot grienen – te beroeren’.

Zomer 1997: Groningse Theatergroep Marot speelt ‘Esmoreit’ tijdens het ‘Festival Dramma Medieovale Europeo’ op de binnenplaats van het Palazzo Ducale in Camerino, Italië.
‘Festival Dramma Medieovale Europeo’, Camerino, Italië, deel 2.

Esmoreit, ‘sconincx sone van Cecilien

‘Esmoreit’, Rienk Withaar en ‘Damiët’, Wenckje Jongstra.

Het toneelstuk is vernoemd naar het mannelijke hoofdpersonage Esmoreit, kroonprins van het koninkrijk Sicilië. Het handelt over de liefde tussen twee mensen van verschillende sociale klasse, en werd (veelal) bij opvoering gevolgd door de sotternie (klucht) Lippijn.

Centraal in Esmoreit staat verder het slechte gedrag, het bedrog van de schurk en neef Robbrecht. Deze ziet door de geboorte van Esmoreit, de zoon van de koning van Cecielien, zijn troonsopvolging in gevaar gebracht. Aanvankelijk wil hij Esmoreit doden, maar hij verkoopt het kind uiteindelijk aan de afgezant van een oosters vorst. Om meer troonopvolgers in de toekomst te voorkomen, zorgt hij ervoor dat de moeder van Esmoreit opgesloten wordt, door de koning voor te liegen dat zij haar zoon gedood heeft en hem ontrouw is omdat hij te oud is: ‘si mint seker enen jonghen man’ (vs. 337). Robbrechts boze opzet mislukt echter. Op het einde van het spel wordt hij ontmaskerd en terechtgesteld, de moeder van Esmoreit wordt vrijgelaten en Esmoreit krijgt de troon toegezegd.

Festival en conferentie

Festival- en congresorganisator Sydney Higgins had zijn zaakjes goed voor elkaar – een schitterende line up met zo’n twintig theatergroepen uit alle uithoeken van de wereld en 32 sprekers uit elf verschillende landen, Canada, VS, UK, Spanje, Portugal, Frankrijk, Zuid-Afrika, Japan, Australië, Nederland en natuurlijk Italië, bespraken verschillende aspecten van Middeleeuws drama, niet-Engels drama in het bijzonder. De Lage Landen nemen daarbij een voorname positie in vanwege een rijk aanbod van overgeleverd materiaal. Het gehele festival werd ondersteund door financiële bijdragen van de gemeente Camerino, de provincie Macerata en Europese fondsen. In 1998 werd een bundel van de conferentiebijdragen door Brepols uitgegeven: European Medieval Drama’, ISBN 2-503-50661-5.



Ik licht de congresbijdragen van Femke en Jacques er even uit omdat ze allebei – speciaal voor deze conferentie geschreven – betrekking hebben op Marot’s Esmoreit.

‘The fourteenth century, Middle Dutch, secular play of Esmoreit’, Jacques Tersteeg, page 133-150
‘How to stage an Abel Spel: reflections on the theatrical treatment of historical play-texts’,
Femke Kramer, page 151-165

Abele Spelen en opvoeringspraktijk

Esmoreit is een van de vier Abele Spelen, Middelnederlandse profane toneelstukken die bewaard zijn gebleven in het kostbare Hulthemse handschrift.

Theatergroep Marot koos zoals hierboven beschreven voor een contemporaine aanpak zonder de jute zakken. Geen museale voorstellingen, maar hedendaags theater voor een breed (internationaal) publiek. Goed gedocumenteerd, doordacht en vindingrijk bewerkt en met een scherp oog voor heden en verleden, vol van passie en liefde voor het rederijkerstoneel. Geen braderiewalmentheater, maar toneelstukken waar de rederijkersvonken vanaf spatten, stukken die eenvoudigweg gemaakt en gespeeld móesten worden!

Dollen met ons cultuurgoed

Dat wordt niet door iedereen gewaardeerd. Begin jaren negentig gooide Dora van der Groen met haar Abele Spelen, uitgevoerd door Het Zuidelijk Toneel, een steen in de toemalige rederijkerstoneelvijver.

‘Abele Spelen’, Het Zuidelijk Toneel

Omdat Toneelgroep Marot in die dagen ook nadrukkelijk bezig was haar draai te vinden in de opvoeringspraktijk van (o.a.) de Abele Spelen, Esmoreit in het bijzonder, toog onze (mede)regisseur Femke Kramer naar België voor een interview met Peter van den Eede, oud-leerling van Van der Groen en acteur in haar regie van de ‘Abele Spelen’. Dit interview werd verwerkt tot Femke’s bijdrage in het tijdschrift over de Middeleeuwen Madoc. Hier dat artikel uit 1993:


‘De ‘Abele Spelen’, een perverse uitdaging voor een chic herengezelschap’, Femke Kramer, Madoc, jaargang ’93.


.
Dat de Vlamingen toentertijd minder verbolgen waren dan hun noorderburen lees je in een compilatie uit het Archief Etcetera, samengesteld door Bart Van den Eynde: ‘Dollen met ons cultuurgoed‘.

‘In reprise’, het doek op voor Nederlands toneelrepertoire

In reprise wil Nederlandse toneelstukken, die ooit volle zalen trokken en die acteurs én het publiek tot geestdrift brachten, opnieuw onder de aandacht brengen. Dat gebeurt vanuit de overtuiging dat iedere bloeiende theatercultuur een verzameling canonieke teksten moet hebben; teksten die om de zoveel tijd door een nieuwe generatie theatermakers tegen het licht moeten worden gehouden. Alleen op die manier kan volgens hen het theater spiegel van zijn tijd zijn, en tegelijkertijd de historische diepte van een thema of ontwikkeling zichtbaar maken.

Het Nederlands toneelrepertoire moest dus worden afgestoft. Die oproep deed acteur Gijs Scholten van Aschat in het Radio 1- programma De Nieuws BV op 22 november 2016. Volgens hem zijn er teveel toneelstukken van Nederlandse bodem die niet of nauwelijks gespeeld worden. En dat is zonde! Het project In reprise wil deze stukken opnieuw onder de aandacht brengen. Van Aschat is bij dat project betrokken en vertelt erover in de uitzending en over zijn favoriete Nederlandse voorstellingen.

Interviewer Willemijn Veenhoven in gesprek met Gijs Scholten van Aschat over ‘In reprise’, Radio 1, 22 november 2016.

In Nederland bestaat zo’n reeks canonieke teksten helaas niet, dit in tegenstelling tot de ons omringende landen. Dat moest anders, vond In reprise. Met de hulp van meer dan dertig experts kwamen ze tot een lijst-van-100 belangwekkende en speelbare stukken. Een enquête – waaraan iedere toneelliefhebber mee kon doen – leverde vervolgens een top-25 op. Zowel die lijst-van-100, als die top-25 zijn nu op de website van In reprise terug te vinden.

Esmoreit van Theatergroep Marot in ‘In reprise’?

Abele Spelen bovenaan top-25-lijst!

Drie keer raden welke Nederlandse toneelstukken (voorlopig) behoren tot de top-25! De titels staan weliswaar op alfabetische wijze gerangschikt, de Abele Spelen prijken – terecht – (mooi) bovenaan de top-25-lijst.

Ik ga contact opnemen met de redactie van In reprise om te bezien of we de voorstelling Esmoreit van Theatergroep Marot in het overzicht van ‘ensceneringen / producties‘ de Abele Spelen op kunnen laten nemen. En, als we dan toch met ze in gesprek gaan, neem ik me voor het totale pakket aan bewerkingen van het onbekende laat-middeleeuws, vroeg-modern toneelrepertoire dat Theatergroep Marot in de loop der jaren maakte en speelde, aan hen voor te leggen – om kennis van te kunnen nemen, en om te bewaren als inspiratiebron voor de (jonge) theatermakers van de toekomst. Als dat lukt en ik de tijd kan vinden om daaraan te werken hoor je van me.

Koning van Cecielien (Robert Rosendal) en neef Robbrecht (Redmer Alma), Camerino 1997.© Theatergroep Marot.