BOEKEN en TIJDSCHRIFTEN

Centrale opslag van boeken, tijdschriften (ook digitaal) bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag

In 1993 schreef ik Rosendal Produkties  – de voorkeurspelling was toen producties met een ‘k‘ – in als uitgeverij bij de Kamer van Koophandel te Groningen. Aanleiding was het op de markt brengen van een nieuw door mij uit te geven magazine: ‘De Cursusgids’. Daarnaast registreerde ik me, voor wat betreft mijn overige werkzaamheden, als media– en marketingbureau, drukwerkbegeleider, tekstschrijver en vormgever.

Ik was voor ik als eenpitter begon schrijvend (hoofd)redacteur van diverse bladen en kranten, vormgever-authentiek-oud-hollands-plak- en knipwerk, en liep vanaf mijn twintigste de deuren bij – het liefst kleine vellen-offset- – drukkerijen plat. Bladenman, zeg maar. Rotatie offset en print kwamen daarna. Ik herinner me nog goed nachtelijke taferelen ten burele van Runge Media waar we de eerste opmaakschreden zetten met behulp van het computerprogramma Futura. Een goede leerschool die er na wat omzwervingen en studies marketing toe leidden een eigen bedrijfje te beginnen.

De Cursusgids

Vooral de eerste jaren slokte het drie keer per jaar uitgeven van dit blad me volledig op, al kwamen er zijdelings – veelal gelieerde – opdrachten achter weg. Bij de introductie van een nieuw product in een nieuwe markt is persoonlijk contact met (potentiële) opdrachtgevers onontbeerlijk.
Door de veelheid aan bedrijven en instellingen waar ik contact mee had – en met sommigen nog heb – kon ik pas na een aantal jaren de bakens wat verzetten en prioriteiten elders leggen. Een meer gedetailleerde beschrijving van dit magazine vind je in de categorie ‘De Cursusgids’.

Met de opkomst van het internet en tal van andere overwegingen heb ik uiteindelijk – met pijn in het hart – besloten te stoppen met het uitgeven van de gids in zijn toenmalige verschijningsvorm.

Toen – daarmee – de ‘melkkoe’ droog kwam te staan – ik was overigens voorzien van een aardig aanvullend’ opdrachtenpakket – werd het tijd Tom Poes te consulteren. Na enige bezinning was de conclusie dat het roer om gegooid moest worden. En dat gíng om!

Het roer om: proefschriften

Ik besloot – samen met mijn geliefde, twee honden en drie katten – een huis te kopen buiten de stad (Groningen) en belandde in een bouwval in Groot Wetsinge dat ik eigenhandig – zonder tussenkomst van een aannemer – aan een grondige verbouwing heb onderworpen. Met twee rechterhanden en een uitstekende begeleiding ben ik het avontuur aangegaan wat uiteindelijk na een aantal jaren resulteerde in het huidige stulpje op de wierde.

Woon- en werkterrein Robert Rosendal, Karspelweg 19, Groot Wetsinge, mei 2018.

In alle rust – die is hier echt het grootste deel van het jaar – ben ik me toe gaan leggen op het maken van boeken. ‘Full service’. Met een voorliefde voor schrijven, redigeren, vormgeven, opmaken en druk plus de opgedane (jarenlange) kennis en ervaring begon ik met het begeleiden van promovendi bij de totstandkoming van hun meesterwerk, het proefschrift.

Bovenin het menu Proefschriften lees je er in algemene zin over. Bij de categorie Proefschriften kun je ze ‘blogsgewijs‘ afzonderlijk bekijken.

Boeken en covers

Het – samen – boeken maken – ik leg daarbij bewust de nadruk op ‘samen’ – begon ik steeds leuker te vinden. Een boek samenstellen is meer dan het bijeenbrengen van woorden, zinnen en hoofdstukken met een kaft erom. Het vergt passionele betrokkenheid bij auteur, redacteur, vormgever, drukker en uitgever. Het gezamenlijk toewerken naar een eindproduct waarop alle betrokkenen trots kunnen zijn – qua inhoud en vorm – moet daarbij het uitgangspunt zijn.

Ik bestudeerde verschillende vormen van (boek)druk– en bindtechnieken, en volgde daarbij technologische ontwikkelingen en vernieuwingen op de voet. Ook het ontwerpen van boekcovers – in al haar facetten – kreeg volop mijn aandacht. Daarnaast zorgde in 2010 een paardrijvakantie in IJsland voor een keerpunt in mijn bedrijfsactiviteiten.

IJsland en ijslanders

Ondanks meer dan twintig jaar ijslanderervaring – de paarden dragen inderdaad de naam van het land – verdiepte ik me toentertijd meer en meer in de kwaliteiten en eigenaardigheden van dit geweldige paard.
Na enig onderzoek kwam ik tot de conclusie dat – anders dan in het buitenland – er voor het Nederlandse taalgebied weinig inhoudelijk verantwoorde, op gedegen onderzoek gebaseerde, maar tegelijkertijd goed en onderhoudend geschreven boeken over dit paardenras beschikbaar waren.

Met de start van ‘Boekenreeks Het IJslands Paard – waartoe ik in 2011 het initiatief nam – is daar verandering in gekomen. De reeks moest gaan fungeren als podium voor het documenteren en uitwisselen van de expertise met dit bijzondere ras. Bestemd voor ingewijden, maar ook voor aspiranten. Dat is gelukt.

Ook hiervoor geldt: bovenin het menu Het IJslands Paard tref je algemene informatie aan, bij categorie Boekenreeks ‘Het IJslands Paard’, kun je de hele reeks (tot nu toe) de revue laten passeren.

Kunst en Landschap multimediaal

In 2018 ben ik me – niet in de laatste plaats vanwege mijn activiteiten bij Kunstvloed – op de kunsten gaan storten in relatie tot het landschap, cultuurlandschappen en wierden(dorpen) in het bijzonder. De verhuizing van ‘Stad’ naar het platteland heeft daar natuurlijk ook een handje bij geholpen.

Mede geïnspireerd door een artikel ‘Gezocht: bestuurders met lef‘, Bert de Jong, Noorderbreedte, 11 februari 2019, wil ik – het bloed kruipt immers waar het niet gaan kan – onderzoeken of het uitgeven van een nieuw multimediaal Platform, ‘Kunst en Landschap‘ levensvatbaar is.

Om daarmee het publieke debat niet louter over te laten (toe te ‘vertrouwen’) aan bestuurders, wetenschappers, het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties (met elk hun eigen deelbelangen) en politici, en om burgers, inwoners, toeristen en anderszins betrokkenen direct te betrekken bij de ontwikkeling van het (cultuur)landschap, dat van Noord Nederland in het bijzonder.

Stimulering van kunst- en landschapsbeleving – vanuit een doelgericht en weloverwogen toeristisch promotieperspectief – kan mijns inziens bijdragen aan het besef van de ‘noodzaak’ ons landschap, onze directe leefomgeving, te koesteren. En om een eventuele bedreiging, c.q. teloorgang van dit (cultuur)landschap tegen te gaan, het hoofd te bieden, of – om in metaforen te spreken – het (breed maatschappelijk) tij te doen keren.